In een vorig leven verdedigde Logan Bailly het doel van de nationale ploeg. Afgelopen seizoen keepte hij bij Oud-Heverlee Leuven en… degradeerde. Terugblik op een rood-gele maar vooral zwarte periode.

Dit is het verhaal van een man die het doel van de Rode Duivels verdedigde tegen Oostenrijk in oktober 2010, en die in april 2011 in de heksenketel van Bayern München keepte voor 69.000 toeschouwers. Bij hem in de ploeg van Mönchengladbach stonden toen: Dante en Marco Reus. Tegenover hem: Mario Gomez, Thomas Müller, Arjen Robben, Franck Ribéry… Het is ook het verhaal van een man die in mei zijn Oud-Heverlee Leuven naar tweede klasse zag zakken. Die dag verliet Logan Bailly het veld met een zwaar hoofd: nóg twee jaar contract bij OHL… Op zijn 28e zouden zijn topjaren moeten aanbreken, maar de 4-4 tegen Oostenrijk en de 1-0-nederlaag tegen Bayern in april 2011 beslisten er anders over. Het waren respectievelijk zijn laatste match voor de nationale ploeg en zijn laatste speelminuten in de Bundesliga. Het begin van een moeilijke periode ook, maar Bailly incasseert en doet voort. Hij wijst niemand met de vinger, maar bijt wél van zich af.

Geniet je een beetje van het WK?

Logan Bailly: “Dat valt mee…”

Eind 2013 dacht je nog luidop dat je mee zou gaan naar Brazilië.

“Uiteraard. Eens je bij de Duivels gezeten hebt, denk je aan niets anders. Ik wist dat het moeilijk zou worden, maar ik zei tegen mezelf dat sommigen misschien forfait zouden moeten geven en dat ik dan nog mijn kans zou hebben. Die kansen waren er, na het afhaken van Jean-François Gillet en Koen Casteels. Toen Silvio Proto opgeroepen werd, vond ik dat logisch. Toen hij geblesseerd raakte, kon ik nog begrip opbrengen voor de selectie van Sammy Bossut. Maar toen er even wat aan de hand was met Simon Mignolet, zag ik niet veel mogelijke vervangers. Marc Wilmots koos toen voor Thomas Kaminski, zelfs niet voor Colin Coosemans die nochtans bij de beloften keept. Het zij zo. Er moest al een epidemie uitbreken onder de keepers voor men mij opnieuw zou opgeroepen hebben voor de nationale ploeg.”

Ben je verbitterd?

“Eerder verbaasd en teleurgesteld. Ik heb in Duitsland gespeeld, een EK en de Olympische Spelen met de beloften meegemaakt, bij de Rode Duivels ken ik bijna de hele huidige ploeg. Soms denk ik nog eens aan een uitspraak van Philippe Vande Walle, toen ik bij de nationale ploeg kwam: ‘Als je de eerste matchen goed doorkomt, blijf jij jaren in doel staan.’ Telt dat allemaal niet meer mee? De pers heeft daar ook een woordje in meegepraat, maar ik moet mezelf niet voor de gek houden. Als ik met schuldgevoelens moet leven, zal ik snel sterven.” (lacht)

Denk je echt dat Marc Wilmots zich laat beïnvloeden door de pers?

“Als een geblesseerde keeper vervangen moet worden, zie je vijf of zes namen opduiken, maar nooit de mijne. Dat kan een rol spelen.”

Die 4-4 tegen Oostenrijk betaal je nog altijd cash?

“Voor een stuk, ja. Al voor die match waren heel wat mensen tegen mij. De reacties vooraf, artikels in kranten, peilingen, veel dingen wezen in die richting. Die avond was ik op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Mijn hoofd lag al op het kapblok, ik wist dat een kleine fout fataal zou zijn.”

Is het voor een Belgische keeper met potentieel geen frustratie om deel uit te maken van de generatie van Thibaut Courtois?

“Met Courtois moet er al iets ergs gebeuren voor hij uit het doel zal verdwijnen. Maar in dit vak (dat van keeper) moet je kunnen leven met concurrentie. Neem nu Víctor Valdés. Hij is niet slecht, maar hij heeft bijna nooit in de nationale ploeg van Spanje gespeeld. Omdat Iker Casillas altijd voor hem kwam…”

Degradatie

Intussen zijn degenen die niet op het WK zitten al aan de voorbereiding van het seizoen begonnen. Jij begint aan de voorbereiding bij een tweedeklasser. Wat dacht je van je nog lopende contract bij OHL toen de degradatie vaststond?

“Naar tweede klasse zakken, was niet mijn bedoeling. Ik zat goed in Leuven, verdiende er goed mijn boterham, alles liep op wieltjes. En een degradatie oogt niet mooi op een cv.”

Heb je na de eindronde gepraat met het bestuur?

“Helemaal niet. Ik heb niemand gezien of gehoord. In de pers las ik dat de club de duurste spelers, zoals Karel Geraerts en mij, niet kon houden, maar er is mij niks rechtstreeks gezegd.”

Hoe verklaar je jullie rampzalige seizoen?

“Ik kan alleen voor mezelf spreken. Ik vind dat ik gedaan heb wat ik moest doen. Had ik een middelmatig seizoen gedraaid, zou ik zeggen: ‘Oké, ik neem de verantwoordelijkheid en houd voor de rest mijn mond.’ Maar ik heb mijn matchen gespeeld en respect getoond, terwijl er toch veel dingen gebeurd zijn. Als ik nog maar een fractie vertel van wat ik in onze kleedkamer gezien heb, dan zouden sommige mensen raar opkijken… Op een gegeven moment werden Marvin Ogunjimi en ik een beetje… hoe zal ik het zeggen?…

Kies maar…

“Afgezien van een woordenwisseling met Mo Messoudi tijdens de rust van een wedstrijd, heb ik met niemand echte problemen gehad. Ik lag goed in de groep tot de dag waarop Ogunjimi gearriveerd is. Ik vind Marvin een toffe gast en we hebben heel wat samen meegemaakt bij Genk. Dus vond ik het normaal dat ik hem hielp om zich te integreren. Maar dat schoot bij sommige spelers in het verkeerde keelgat. Alsof ze bang waren dat Ogunjimi hen in de schaduw zou zetten.”

Zagen ze hem als een bedreiging?

“Hij heeft dat toch zo aangevoeld, ja. Ik zag niet alles omdat ik vaak apart trainde met de keepers. Maar hij heeft me heel wat verteld. En zodra de zogezegd sterkste figuren uit de kleedkamer zich tegen jou keren, wordt het heel moeilijk.”

Problemen vóór december

Vanaf dan werd jij in hetzelfde kamp geplaatst als zijn goeie vriend?

“Ik kan niet zeggen dat ze me in dit of dat kamp geplaatst hebben. Ik kan alleen maar zeggen dat ik altijd op tijd was in het stadion. Aangezien ik in Genk woon, moest ik ’s morgens vóór 7 uur vertrekken, maar dat heb ik altijd gedaan. Als ik dan zie hoe sommige van de zogezegd belangrijke spelers zich gedroegen… Als ik alles zeg, gaat dat hun imago niet ten goede komen. Ik heb ook altijd mijn leidersrol opgenomen, ik kon iedereen recht in de ogen kijken. Toen we een kleine crisis doormaakten na de nederlaag tegen Charleroi, ben ik rechtgestaan en heb ik eens goed mijn gedacht gezegd. Dat ik niemand nodig had om bij Leuven aan de bak te komen, dat ik groot genoeg was om mijn plan te trekken. Dat vond niet iedereen even leuk.”

Was te laat komen op training het grootste probleem?

“Dat was een van de problemen. Er heerste een gebrek aan discipline: spelers die voor profs wilden doorgaan maar het niet waren. Het was een aaneenschakeling van kleine dingen.”

Dingen die moeilijk te verteren zijn als je de Bundesliga gekend hebt?

“Voilà. Pas op, ik wil mezelf hier ook niet afschilderen als een modelprof. Maar gedurende het hele seizoen heb ik gedaan wat ik moest doen. Ik heb een paar foutjes gemaakt op het veld, maar mijn job heb ik altijd ernstig genomen.”

Kwamen de trainers dan niet tussenbeide?

“Wanneer het slecht gaat, komt er een moment dat de coach meer bezig is met de ploeg die in het weekend moet spelen dan met de problemen in de kleedkamer. Dan heeft hij geen zin meer om politieagent te spelen omdat hij voelt dat zijn plaats bedreigd is. Hoe dan ook: wij zijn volwassenen, en worden verondersteld dat zelf te kunnen oplossen.”

Wanneer zijn de problemen bij Leuven begonnen?

“Nog voor de maand december. En het is niet meer gestopt. Toen we een of twee matchen wonnen, dacht men dat de problemen opgelost waren, maar het tegendeel was waar. De malaise zat te diep. Als Mons niet nóg zieker was geweest dan wij, dan hadden we misschien niet eens play-off 3 gewonnen.”

Een staatszaak

Heeft de affaire Ruytinx-Carcela de groep niet verdeeld zoals dat destijds gebeurde bij Standard na de zaak Witsel-Wasilewski?

“Ik ben onmiddellijk naar Mehdi Carcela gegaan na zijn blessure. Dat is ook normaal, we kennen elkaar al lang. Ogunjimi heeft hetzelfde gedaan. Of dat ons geïsoleerd heeft? Daar ben ik niet zeker van. Er waren daarvoor al problemen tussen de anderen en Ogunjimi en mij. Ik heb het Ruytinx zelfs niet kwalijk genomen, ik heb nooit een aanvaring met hem gehad. Maar ik vond wel dat ik het recht had om mijn mening te zeggen over die fase. Naast het veld is Ruytinx een supertoffe gast. Ik ga nu ook niet zeggen dat hij een crème van een vent is, maar ’t is gewoon een goeie kerel. Helaas verandert hij helemaal zodra er afgetrapt wordt. Carcela had ook niet moeten reageren zoals hij deed, maar stel je in zijn plaats, na zo’n trap waardoor je carrière dreigt voorbij te zijn. Op zo’n moment is het normaal dat de adrenaline je aan de kook brengt! Ruytinx is ook het slachtoffer geworden van zijn reputatie. Het was niet de eerste keer dat hij bij zoiets betrokken was. Dan krijg je een bepaalde stempel op je voorhoofd.”

Niet onlogisch.

“Ik zou je namen van spelers kunnen geven die er harder ingevlogen zijn dan hij en die daar mee weg gekomen zijn. Maar van dit geval is een staatszaak gemaakt. Dat het tegen Standard gebeurde, heeft ook een rol gespeeld. Was het tegen Lierse geweest, zou er veel minder over gepraat zijn. Zeker is dat dat incident nog meer druk op onze ploeg gezet heeft. Ineens beschouwde iedereen OHL als een gemene tegenstander. We wisten dat de eerste verkeerde beweging van een van ons uitvergroot zou worden, zelfs als het onhandig of onvrijwillig zou zijn.”

Een boemerang

Het is al een tijdje geleden dat er gepraat werd over je reputatie naast het veld. Dacht je niet dat je sneller zou recht kruipen na je val?

“Toen ik bij Leuven terecht kon, was ik tevreden! Ik wilde me ook een beetje wegstoppen, wat minder in de aandacht staan, zodat men zou stoppen met te praten over mijn kleine stommiteiten. Daarin ben ik geslaagd. Je hoort mij niet zeggen dat ik de braafste voetballer geworden ben, maar ik ben wél veranderd.”

Vind je dat men je stommiteiten te veel in de kijker gezet heeft?

“Uiteraard.”

Denk je dat dat je zuur opgebroken is?

“Heel zuur. Een boemerang komt altijd terug. Ik heb dat ding meermaals in mijn gezicht gehad.”

Wat heeft je de meeste schade berokkend? Je stommiteiten buiten het veld of je mislukte matchen met Gladbach in dezelfde periode?

“Beide.”

Ze stonden misschien met elkaar in verband. Waren je minder goede matchen niet te verklaren door je extrasportieve problemen?

“Best mogelijk, dat weet ik niet. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik ga niet zeggen dat ik er geen spijt van heb, maar spijt of niet, het gaat mijn leven niet meer veranderen…”

Zou je, zonder al die problemen, nog altijd in de Bundesliga gekeept hebben?

“Ik weet het niet. Als ik zie welke evolutie een aantal spelers van Gladbach gemaakt heeft, denk ik daar weleens aan. Dante zit bij Bayern, Reus bij Dortmund, Marko Marin is eerst naar Chelsea en dan naar Sevilla gegaan. En Marc-André ter Stegen heeft een contract getekend bij Barcelona. Hij was maar derde keeper toen ik er was! Elke keer als ik hen op TV zie, denk ik daar aan. Ik had het er soms over in de kleedkamer van Leuven: hoe is het mogelijk dat zij op zo’n niveau spelen en ik hier? Je lacht dar weleens mee, maar het maakte me ook triest. Met alle respect, maar als je van een match tegen Bayern voor 70.000 toeschouwers terechtkomt in de play-off 3 met Leuven…”

Nu je erop terugkijkt, was Duitsland wel de goede keuze voor jou? Een ernstig land met een strenge mentaliteit?

“Natuurlijk was ik gemaakt voor de Bundesliga. Ik zat daar op een wolk. Ik leefde niet zoals ik wilde leven, maar ik heb sowieso niet geleefd zoals ik had moeten leven…

Hoe bedoel je?

“Het is niet zo dat ik niet professioneel was, maar er waren momenten dat ik professioneler had kunnen zijn…”

DOOR PIERRE DANVOYE BEELDEN: BELGAIMAGE / LALMAND

“Ik was gemaakt voor de Bundesliga.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content