Nog twee wedstrijden heeft Lionel Messi om definitief uit de schaduw van Diego Maradona te treden. Vandaag tegen Nederland en in de grote of kleine finale. Misschien verschijnt dan eindelijk een glimlach op zijn gelaat.
Zelfs de Argentijnse journalisten moesten diep nadenken om zich te herinneren wanneer Martín Demichelis (33) voor het laatst een interland met inzet voor Argentinië had gespeeld. Elf november 2011 bleek dat te zijn, helemaal in het begin van het tijdperk-Sabella, een paar maanden na de zeer teleurstellende Copa América, die Argentinië zelf organiseerde maar niet won.
Zoals gewoonlijk niet won. Het land mag zich dan wel – samen met Brazilië – beschouwen als dé (voetbal)macht in Zuid-Amerika, winnen doet het amper wat. Vandaag staan ze nog eens in de halve finale van het WK. Dat is al geleden van 1990. En een Copa América winnen, het EK van Zuid-Amerika, lukt ook amper. Van de voorbije 12 edities won het land er slechts twee. Wel altijd met veel ambities gestart, maar met zeer weinig resultaat.
Ook die elfde november was dat zo. Julio Grondona, de padrino van het Argentijnse voetbal (de man staat er al sinds 1979 aan het hoofd, en zijn huidig mandaat loopt in 2015 af) had na de Copa América zeer verrassend Alejandro Sabella aangesteld tot bondscoach. Verrassend, omdat Sabella amper ervaring had als hoofdcoach. De man was altijd assistent geweest van Daniel Passarella, en vloog pas kort op eigen kracht. Maar Grondona, niet te beroerd voor een eigenzinnige keuze, zag er wel wat in. Sabella was bij Estudiantes een trainer in de lijn van César Luis Menotti en Carlos Bilardo, eentje die inzet koppelde aan hard werk, goeie trainingen, organisatie en discipline. Een verademing, na de janboel die Diego Maradona er in Zuid-Afrika van maakte. Want zo pareert Grondona de niet aflatende kritiek van Maradona op de nationale ploeg: “De dag dat hij vertrok als bondscoach, zijn we beginnen winnen.”
Een winnaar
Die bewuste avond in Buenos Aires liep het evenwel nog niet goed. Het was in het begin van de tweede helft dat Demichelis de bal kwijtraakte aan een tegenstander. Bolivia scoorde. Met veel moeite maakte EzequielLavezzi gelijk. Onder luid boegeroep gingen beide ploegen het veld af. De interlandcarrière van Demichelis, die in 2006 nipt naast een WK-selectie greep en in 2010 in Zuid-Afrika geen al te best toernooi speelde, was voorbij. Tenminste, zo leek het.
Inderdaad: leek, want tot eenieders verrassing stond zijn naam op de lijst van dertig met wie Sabella aan de voorbereiding op dit WK begon. Nog verrassender was zijn selectie. En nog verrassender, zijn basisplaats tegen de Belgen. Of toch niet? Demichelis is een winnaar. Zijn titel met City in mei was de vijftiende (!) prijs in zijn carrière. Wel, naar dat soort mannen grijpt Sabella graag terug, naar mannen die weten wat winnen is. En dan mogen de individuele kwaliteiten al wat minder zijn.
Argentinië werkt geen toptoernooi af, maar het staat wel voor het eerst sinds 1990 in de halve finale. Naar het beeld van het Estudiantes waarmee Sabella een paar jaar terug Argentijns kampioen werd, de Copa Libertadores won en ei zo na wereldkampioen der clubs werd. Ook dat was geen topelftal, maar er werd gewerkt, rond Juan Sebastián Verón, de regisseur van dat elftal.
In die zin is Argentinië inderdaad meer dan Messi. Messi (en in mindere mate ook Angel di María) is een speler die een collectieve sport als voetbal op een individuele manier ziet en beleeft. Zijn acties zijn zelden gericht op goed samenspel, wel op de goal. Ze zijn ook niet zo talrijk in een partij, een stuk of drie à vier per match in dit WK. Zeker geen tien, zoals Arjen Robben. Messi lijkt zich altijd een beetje te sparen voor wat nog komt, maar daarom is hij, als het fout gaat en Argentinië weer een keer iets niet wint, ook vaak de gebeten hond. Omdat de Argentijnen de indruk hebben dat hij zich bij Barcelona minder spaart. Tenzij vorig seizoen.
Maar stilaan weten ze hem te omarmen. Dankzij Sabella. Beiden hebben immers een gemeenschappelijk doel: Messi wil eindelijk van zijn Maradonacomplex af, hij zal alleen definitief tot de grootste worden uitgeroepen als hij zijn land ook wereldkampioen maakt. En Sabella wil erkenning als trainer. Hij wil in die categorie van Bilardo-Menotti staan. De twee hebben in die zin een pact met elkaar.
Op leeftijd
Een echte aanvoerder, à la Kompany, is Messi niet. Daarvoor is hij te timide. Hij draagt de band, maar dat was na overleg met Mascherano. Dat is de leider van dit team. Een team dat een beetje naar het beeld van het WK in 1986 werkt in functie van de vedette. Typisch voor het Estudiantes van Sabella was de manier waarop ze de tegenstander in het begin van de wedstrijd naar de keel grepen. Dat gebeurde ook tegen de Belgen. Direct een kloof slaan en die dan keihard verdedigen.
De uitdaging van Sabella was: hoe de sterke aanval rijmen met de mindere verdediging? Voor de start van dit WK was dat werk niet af. Te veel viel de ploeg in de kwalificatiecampagne nog uit elkaar in twee blokken: vijf verdedigers, vier spitsen en daartussen één verbindingsman, Fernando Gago. Zaterdag stond dat blok er wel. Niet met Sergio Agüero (geblesseerd), maar met Lavezzi, en niet met Gago maar met Lucas Biglia. Er werd geknokt voor elke meter, zelfs (een beetje) door Messi. Je zag ook een herboren GonzaloHiguaín, die niet helemaal fit was bij de start van het WK, maar groeit in dit toernooi.
Het probleem van Sabella is wel dat de krijgers op wie hij rekent, stilaan op leeftijd zijn. Demichelis is 33, Mascherano 30. Het is hun laatste kans op succes. Wat daarna komt, is minder van kwaliteit. Messi verbloemt een beetje de bloedarmoede die er is. Ze hebben geen strategische denkers meer, de jongeren zijn mannen van weinig woorden en nog minder ideeën. Het liefst willen ze zo snel mogelijk naar Europa en dat kan vaak alleen als spits. Dus gaan ze ook in de spits spelen, en wil niemand middenvelder of verdediger worden.
En dat kan je Grondona na al die decennia beleid wel aanwrijven. Het Argentijnse clubvoetbal is op de sukkel, ondanks een lucratief televisiecontract met de overheid (fútbol para todos). De clubs hebben veel schulden en er is zeer veel supportersgeweld, met geregeld doden bij confrontaties. Om dat in te dijken, werd vorig seizoen beslist om geen bezoekende toeschouwers meer toe te laten. De stadioninfrastructuur is verouderd, het is een sport voor lopers en knokkers geworden.
Zaterdag kwam dat tegen de Belgen goed van pas, onze brave garde kreeg een lesje in hardnekkigheid. Op andere momenten speelde dat in het nadeel, als het, zoals tegen Iran, een tegenstander uit verband moest spelen. Vaak verbloemt Messi en zijn individuele actie dan de crisis.
DOOR PETER T’KINT IN SãO PAULO – BEELD BELGAIMAGE
Messi en Sabella hebben een pact met elkaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier