Na Amokachi, Ishiaku en Akpala is Kehinde Fatai de vierde Nigeriaanse spits in Brugse loondienst. Een kennismaking.

Samen met zijn drie broers en twee zussen groeide Kehinde Abdul Feyi Fatai, geboren op 19 februari 1990 in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja, op in een zeer arme familie. In januari 1997 werd hij op zestienjarige leeftijd door Marin Ion, Roemeens oud-voetballer en huidig trainer van Kuwait SC, naar de Roemeense eersteklasser Farul Constanta gehaald. De voltallige familie volgde Kehinde naar Europa, aangezien het leven in eigen land weinig perspectieven bood. Het talent van de jonge spits werd in de zuidoostelijke Roemeense stad snel duidelijk. Ook Fatais tweelingbroer werd opgemerkt, maar hij voetbalt op dit moment in de Roemeense tweede klasse. Fatai zelf begon zijn carrière in zijn eerste seizoen bij de reserven van Farul Constanta. Hij scoorde daar elf keer in twintig wedstrijden. Het seizoen nadien maakte hij de overstap naar de eerste ploeg. Dat werd echter niet echt een succes en de Nigeriaanse spits kende een terugval. Op 46 wedstrijden wist hij slechts zeven maal te scoren. Daarop verhuisde hij naar een andere Roemeense ploeg, Astra Giurgiu. In drie seizoenen bij die eersteklasser was Fatai goed voor 34 doelpunten in 96 competitiewedstrijden. “Hij was ondertussen rijper geworden en vond de weg naar het doel terug”, zegt Ion Leasca, die het Roemeense voetbal van nabij volgt.

Verliefd op Roemenië

De spits was ook van de partij bij de Nigeriaanse belofteploeg, The Flying Eagles, op het WK U20 in Egypte in 2009. Nigeria speelde daar geen rol van betekenis en werd door Duitsland uitgeschakeld in de kwartfinale. Fatai kon eenmaal scoren in de groepsfase tegen Tahiti. Momenteel maakt hij deel uit van de kern bij de U23, al hoopt hij met zijn transfer naar Club Brugge ook zijn plaats af te dwingen in het nationale elftal van Stephen Keshi. De concurrentie is daar wel groot met onder meer Victor Obinna, Victor Moses en Emmanuel Emenike. Of bestaat de kans dat Fatai eerder voor de Roemeense nationale ploeg gaat voetballen? “Hij is echt verliefd op onze contreien”, zegt Leasca. “Roemenië kent nog weinig geheimen voor hem. Hij heeft zelfs de geografie van het land al uitgebreid leren kennen en bestudeerd.” Fatai zou zich willen laten naturaliseren tot Roemeen en aangezien hij nog geen officiële match gespeeld heeft voor de nationale ploeg van Nigeria, is hij ook beschikbaar voor het Roemeense elftal.

Fatai zelf zegt al te weten wat voor ploeg Club Brugge is dankzij zijn vriend en ex-Clubspeler Joseph Akpala. Na één keer trainen heeft hij al de ambitie uitgesproken om te slagen bij blauw-zwart. Die eerste training liet wel even op zich wachten aangezien de identiteitspapieren en het visum van de speler problemen gaven. Met zijn uitleenbeurt wil hij Arnar Grétarsson en co overtuigen van zijn kwaliteiten om zo een verlengd verblijf in Brugge af te dwingen. Club heeft immers aan het einde van het seizoen een aankoopoptie op de Nigeriaan.

Typisch Nigeriaans

Origineel in zijn uitspraken is de Nigeriaan alvast niet. “Ik wil veel spelen, veel scoren en mijn best doen voor de fans”, was zijn dooddoener bij zijn voorstelling in Brugge enkele weken geleden. Maar Ioan Leasca is alvast te spreken over de capaciteiten van de spits. “Ik heb Fatai enkele malen aan het werk gezien bij Astra Giurgiu. Hij heeft een neus voor goals en hij is enorm snel in zijn verplaatsingen op het veld. Al snel gaven zijn ploegmaats hem als bijnaam ‘de panter’ vanwege zijn snelheid. Ik hoop wel dat hij kan slagen in België want het niveau in de Belgische competitie ligt toch nog een stuk hoger dan in Roemenië.”

Egu Augustine, ex-trainer van Fatai bij de Nigeriaanse ploeg, benadrukt dat zijn landgenoot enkel kan slagen als Club Brugge een geschikte tactiek hanteert voor hem, zijnde de counter en de snelle omschakeling.”Het is een typisch Nigeriaanse spits. Vraag hem dus niet om lustig mee te combineren of het duel op te zoeken met een verdediger. Hij moet zijn snelheid ten volle kunnen benutten. Als hij de buitenspelval kan ontwijken, kan hij zeer gevaarlijk zijn.”

De vergelijking met Ishiaku, Akpala of Amakochi dringt zich natuurlijk op. “Hij is eigenlijk niet echt te vergelijken met dat drietal”, zegt Franky Van Der Elst, ex-boegbeeld van Club Brugge. “De vorige Nigerianen die bij Brugge passeerden, waren struise kerels die het duel aangingen. Fatai lijkt me niet dat type speler, hij zal het moeten hebben van zijn snelheid en techniek.” Ook Eddy Snelders, commentator bij Sporting Telenet en Sporza, wil nog geen definitieve uitspraken doen. “Hij is in ieder geval minder krachtig dan Akpala, maar wat zijn werkelijke kwaliteiten zijn, moeten we afwachten. Hij speelde zeventig minuten mee in de bekerwedstrijd tegen Oudenaarde, dat is niet voldoende om al een oordeel te kunnen vellen.”

Derde spits

Fatai werd vooral gehaald als doublure voor Tom De Sutter. Moet die laatste, op basis van wat de 23-jarige spits tot nu toe liet zien, beginnen te vrezen voor een basisplaats? Eddy Snelders denkt van niet: “Ik zie Fatai op dit moment als derde spits, na De Sutter en Eidur Gudjohnsen. Misschien is een jeugdspeler als Tuur Dierckx nog niet klaar voor het echte werk en werd in Fatai een tussenoplossing gezien. Michel Preud’homme heeft geen inspraak gehad in zijn komst natuurlijk, dus het valt af te wachten wat hij met hem van plan is. Hij heeft Brugge niet veel geld gekost, een financieel risico is hij dus niet. En als hij toch een enorm talent blijkt te zijn en later voor enkele miljoenen kan worden doorverkocht, dan heeft Club Brugge er alleen maar aan gewonnen.”

DOOR IGGY VAN DAMME – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Fatai is geen type Ishiaku of Akpala, hij heeft meer techniek en snelheid.” Franky Van Der Elst

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content