Tom De Sutter werd opgeleid bij Club Brugge, maar het is Anderlecht dat er nu de vruchten van plukt. Hoe komt dat? Zijn toenmalige jeugdtrainers halen herinneringen aan hem op.

T om De Sutter (23) begint te voetballen bij de duiveltjes van de Oost-Vlaamse vierdeprovincialer KVV Balegem. Hij is twaalf jaar als derdenationaler Standaard Wetteren hem er komt weghalen. Vier seizoenen later verhuist hij naar de jeugdopleiding van Club Brugge. Wie was hij in die tijd? Het antwoord van zijn toenmalige jeugdtrainers: Chris Coppin (U17) en Frank Decraemer (U19).

U17

“Het eerste idee dat bij mij opkomt, is: een schitterende gast”, zegt Chris Coppin. “Voor zijn leeftijd bleek hij opvallend evenwichtig en volwassen. Tom was zeer sociaal, had zin voor groepsgevoel en de looks van iemand uit een jeugdbeweging. Hij integreerde zich gemakkelijk. Zijn ouders waren begaan met zijn carrière, maar ook met zijn ontwikkeling als mens.

“Als voetballer had hij op zijn leeftijdsgenoten zijn gestalte en stevigheid voor. Net als zijn vader is Tom een krachtmens. Hij was een aanvallende middenvelder met een enorme werkkracht. Een collectieve speler. Zijn minpunt was zijn balaanname. Soms gaf hij de indruk nonchalant te zijn. Hij deed enorm zijn best, maar hij was ontspannen. Een genieter.

“Ik herinner mij nog dat wij op het einde van zijn laatste seizoen bij Wetteren, toen zijn overgang al vaststond, daar een vriendschappelijke wedstrijd zijn gaan spelen en dat hij toen een sjaal van Anderlecht droeg. Met zijn vrienden was hij een weddenschap aangegaan dat hij dat zou durven.

“Tom trapte enorm gemakkelijk op een bal. Explosief was hij niet, maar hij was wel vaak op de plaats waar hij moest zijn. Misschien voetbalde hij té volwassen om in het oog te springen.

“Het was moeilijk om te weten waar zijn limiet lag. Nu is dat nog altijd zo, denk ik. Toen hij drie jaar later bij de beloften speelde, tipte ik hem bij KV Oostende. Ze namen hem niet. Ook al die Nederlandse scouts die zo vaak kwamen kijken, pikten hem er niet uit. Vitesse kwam Siebe Blondelle halen, maar voor Tom was er geen belangstelling. Ik denk dat er veel mensen op hun nagels bijten als ze De Sutter nu zien lopen.

“Bij Club Brugge was op dat moment de concurrentie groot, maar het zou hoe dan ook een les moeten zijn. Waarom vonden ze Tom toen onvoldoende voor de A-kern? Waarom slagen ze er niet in om zulke jongens te begeleiden tot in de eerste ploeg? Volgens mij is er bij de jeugd nood aan proftrainers, aan mannen die zelf beroepsvoetballer zijn geweest. Want als je dat gevoel niet kent, hoe kan je het dan overbrengen?

“Wat er met Glenn Verbauwhede gebeurt, is ook geen toeval. Mentale begeleiding is in het Belgische voetbal nog een braakliggend terrein. Jammer, want ligt daar vaak niet de sleutel? Glenn is een superkeeper, zijn klasse is twee keer zo groot als die van Stijn Stijnen, maar waar staat hij?

“De grootste kwaliteit van Tom is: hij zit fris in het hoofd. Hij blijft heel rustig, fantaseert niet over wat er zou kunnen gebeuren in het beste en in het slechtste geval. Die nuchterheid typeerde hem vroeger ook al. Aan zijn lichaamstaal zie je dat hij een jongen is die zelden of nooit panikeert. In alle omstandigheden is hij zichzelf en doet hij het op zijn manier. Zijn gave om op het juiste moment voor zijn verdediger te komen, kon hij ontwikkelen omdat hij helder van geest is.

“Er is iets veranderd in Tom, uiteraard, anders zou hij nu het niveau van Anderlecht niet halen. Hij is opvallend stabiel. Of er hem op het mentale vlak iemand stuurt, weet ik niet, maar die aanleg bezat hij alleszins.

“Zijn voordeel is ook dat hij bij de jeugd pas laat in de spits is beginnen te spelen. Op de positie van aanvallende middenvelder kon hij zich vrijer ontplooien. Tom scoort wel gemakkelijk, maar hij is geen goaltjesdief. Hij wordt graag in de combinatie betrokken, hij beschikt over vista en kan een balletje verleggen. Ik zou hem graag eens in 4-4-2 rond Nicolás Frutos zien spelen. Van Tom De Sutter zagen we nog lang niet alles, is mijn overtuiging.

“De vraag kan gesteld worden of het geen voordeel is geweest dat hij pas op de leeftijd van vijftien à zestien jaar bij een eersteklasser is terechtgekomen. Tot zolang kende hij geen druk, mocht hij fouten maken, kon hij in wedstrijden vrij dingen uitproberen die hij in zich droeg, zonder schrik om vervangen te worden en op zijn donder te krijgen van zijn trainer. Is het niet precies dat wat hem maakt wie hij nu is? Hij werd in zijn jeugdjaren niet beklemd, hij was open en kon zijn talent op zijn manier ontwikkelen. Mijn eindconclusie luidt: het grote voordeel van Tom De Sutter is dat hij niet te vroeg in een keurslijf is gestoken en zijn natuurlijke aanleg zo helemaal naar boven is kunnen komen.”

U19

“Ik scoutte Tom destijds voor Club Brugge bij Wetteren”, zegt Frank Decraemer. “Toen we gingen praten, zei hij: ‘Maar ik zal wel supporter van Anderlecht blijven.’Soms kwam hij voetballen met een shirtje van Anderlecht onder zijn training van Club Brugge. Dat is Tom ten voeten uit ( lacht).

“Bij de U19 startte hij als flankmiddenvelder, maar ik zette hem vrij snel in de spits. Hij zei: ‘Trainer, in de spits?!’ Na een tijd zag hij in dat hij er alle kwaliteiten voor bezat en dat hij het daar moest waarmaken.

“We werkten met hem heel veel op de snelheid van uitvoering, op zijn wendbaarheid, zijn kopspel en op het voor zijn man komen bij voorzetten.

“Dat heel fijne balgevoel had Tom toen nog niet. Het eerste balcontact, dat heel zuiver moet zijn, was een van zijn werkpunten. Soms zie je dat nu nog, maar daar stelt hij ontzettend veel kwaliteiten tegenover. Hij werkt enorm veel, volgens mij soms té veel, hij weegt op een verdediging, hij scoort gemakkelijk, maar zijn sterkste eigenschap vind ik dat hij anderen beter laat spelen. Hoe hoog hij ook staat, bij Tom kan je altijd de bal kwijt. Hij beschikt over de gave om zich aanspeelbaar te maken en om flankvoorzetten in te schatten. Op een toernooi vernam ik van de trainer van de U19 van Liverpool dat er met Michael Owen net op dezelfde manier gewerkt was als wij toen met Tom deden.

“Er waren wedstrijden waarin Tom niet van de bal te zetten was. Ik herinner mij dat we eens op Genk wonnen met 1-5. Hij deed wat hij wou en scoorde vier keer. Zoals zowat altijd daar tijdens jeugdwedstrijden was Jos Vaessen aanwezig. ‘Trainer,’ zei hij, ‘weet je welk talent je daar lopen hebt?!’ Ik antwoordde hem: ‘Ik weet het, ik hoop dat anderen het in Brugge ook weten.’

“Tom maakte deel uit van een superlichting. Twee jaar na elkaar werden we met de U19 kampioen van België en wonnen we internationale toernooien. Hij ging snel vooruit.

“In zijn vierde jaar bij Club Brugge, bij de beloften, zat hij in het begin vaak op de bank. Onder Cedomir Janevski had hij het in het begin wat moeilijk, maar na Nieuwjaar speelde en scoorde hij heel veel. Ik geloof dat hij toen zelfs topscorer was.

“Iedereen was ervan overtuigd dat hij een goede speler in wording was, maar op dat moment kon hij het niveau van de A-kern nog niet aan en werd er dus besloten dat het nog te vroeg was om door te stromen. De lat in de eerste ploeg lag toen heel hoog en de A-kern telde al zeven spitsen ( Bosko Balaban, Rune Lange, Gert Verheyen, Victor, Manasseh Ishiaku, Jeanvion Yulu-Matondo en Dieter Van Tornhout, nvdr). Die weelde werkte remmend. Ik weet nog dat Marc Degryse ( toenmalige sportleider, nvdr) ooit tegen mij en Hans Galjé ( toenmalige jeugdcoördinator, nvdr) zei: ‘Stop! Ik heb geen plaats meer.’ Toen was er ook nog geen sluitende wettelijke basis om jonge spelers uit te lenen.

“Zelf wilde Tom absoluut naar de A-kern en toen hij vernam dat er nog geen plaats voor hem was, besloot hij te vertrekken. Bij de beloften kon hij in principe niets meer leren. Ik zal niet zeggen dat de beloftecompetitie waardeloos is, maar het scheelt niet veel.

“Tom is een hard werkende spits die veel scoort en de ploeg beter laat spelen. Dat is een zeldzame combinatie. Het is raar om te zeggen, maar wat zoekt Club Brugge al meer dan een jaar? Een Tom De Sutter. Dat soort speler mist het. Het zal hem niet vinden, want hij is onbetaalbaar. Het is teleurstellend te zien welke spitsen het ondertussen wel kocht.

“Ik ben heel blij voor Tom dat hij succes kent, maar de Clubman in mij doet het pijn dat ons werk niet rendeert voor Club Brugge. Nu zou ik zeggen: ‘Sorry, voor zulke jongens móét er plaats gemaakt worden.’ Ik ben er trouwens bijna zeker van dat als Tom toen toch in de A-kern was opgenomen, hij doorgegroeid zou zijn. Hij wilde er echt alles voor doen om profvoetballer te worden.

“Iedereen kon toen voorspellen dat hij ooit een hoog niveau zou halen, maar niemand wist hóé hoog dat zou zijn. Eén feit was zeker: met zijn ingesteldheid zou hij er op een dag het maximum uithalen.

“Als je zo veel kunt scoren in je eerste maanden bij Anderlecht als hij nu doet en de trainer zegt al dat hij jou absoluut niet kan missen, dan weet je: hij zit nog niet aan zijn maximum. Tom beschikt over alle kwaliteiten om het ook in Engeland te maken. De druk is er nog veel groter, maar Tom kan veel aan.”

Epiloog

Na vier seizoenen Club Brugge vertrekt Tom De Sutter naar Torhout 1992 KM in 3A, maar een jaar later keert hij al terug naar het Jan Breydelstadion: Cercle Brugge ontdekt hem in de derde klasse. Daar begint hij in de zomer van 2006 aan een opmerkelijke opgang. Hij wordt er international en tweeënhalf jaar later debuteert hij voor Anderlecht. Momenteel staat hij met de club van zijn dromen aan de leiding en is hij met zestien doelpunten topscorer in de Jupiler Pro League.

door christian vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content