Steeds nadrukkelijker trad de afgelopen weken David Brocken op de voorgrond als assistent-trainer bij de Lierse A-kern, terwijl Eric Van Meir minder in beeld komt. Een jaar geleden werd Brocken na het beëindigen van zijn spelerscarrière bij het Noorse Valerengen bij Lierse jeugdcoördinator en rechterhand van Marcel Vets. Op termijn zou Brocken Vets opvolgen.

Bij het begin van dit seizoen werd Brocken aan de trainersstaf van het eerste elftal toegevoegd. Na het vertrek van René Trost verscheen hij nog nadrukkelijker op de voorgrond. Brocken nam ook contact met Kjetil Rekdal, zijn vroegere ploegmaat bij Lierse die hem als speler naar Valerengen had gehaald. Toch herroept hij zijn uitspraak van vorig jaar dat werken met volwassenen hem niet ligt niet : “Alleen valt het beter mee dan ik vooraf dacht.” Een jaar geleden benadrukte hij dat hij alleen met jeugd wilde werken. “Dat is nog steeds wat ik beoog. Normaal gezien, is wat ik nu doe van tijdelijke aard. Ik werk liever met kinderen en jongeren die je nog kan kneden en bijsturen dan met volwassenen.” Het was op vraag van de voorzitter en de manager dat hij bij de A-kern belandde, zegt hij. “Na het ontslag van Trost vroegen ze mij of ik geen trainer kende. Toen ik Rekdal noemde, informeerden ze of ik niet eens bij hem kon polsen. Rekdal én het bestuur wilden dat ik bij die gesprekken aanwezig was. Kjetil benadrukte dat hij mij graag bij de technische staf wilde als hij naar Lier zou komen. Om de club te helpen, wil ik er dit tot het eind van het seizoen bij nemen : als Lierse zakt, heeft dat ook negatieve gevolgen voor de jeugdwerking.”

In de praktijk combineert hij nu twee jobs en is hij van acht uur ’s ochtends tot ’s avonds zeven uur op de club. “Soms overspant een training met de A-kern een activiteit met de jeugd, maar ik probeer beide functies de komende vijf maanden zo goed mogelijk te doen.” Zijn jeugdproject laat hij niet vallen : “Ik ben niet van plan tegen Vets te zeggen : ‘Zoek maar iemand anders. ‘ Integendeel. Vorig jaar heb ik vooral gestolen met mijn ogen en mijn oren, pas nu heb ik het gevoel dat ik mijn sausje over het jeugdplan kan gieten.”Lierse blijft zijn club, de jeugd zijn passie. “De vele jonge spelers in de kern zijn blij met mijn aanwezigheid. Zelfs met drie trainers komen we handen te kort om iedereen beter te maken.” Na het seizoen moet alles opnieuw bekeken worden. Keert hij daarna terug naar de jeugd ? “Normaal wel.” Hij gaat dus niet mee met Rekdal naar diens nieuwe club ? “Daar hoor je me op dit moment geen definitieve uitspraak over doen. In principe blijf ik hier, bij de club van mijn hart, bij het jeugdproject dat me op het lijf geschreven is en dicht bij huis. Aan de clubs die me polsten als hoofdtrainer, heb ik gezegd : bel me over een jaar of vijf eens terug. Op dit moment zou ik het niet over mijn hart krijgen om bepaalde spelers wel te selecteren en anderen thuis te laten. Daar zou ik ’s nachts niet van slapen.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content