Bobby Charlton De man die na München nog zelden lachte

© belgaimage

Zes weken lang kiest Sport/Voetbalmagazine de beste voetballer aller tijden uit een bepaald land. Deel 2: Engeland. Portret van Bobby Charlton (81), de grootste nog levende legende uit het Engelse voetbal. Aan hem hebben we de omschrijving van Old Trafford als ‘Theatre of Dreams’ te danken.

‘I t was a dream to meet him because he was my dad’s favourite player and my middle name Robert is after Sir Bobby!’ (David Beckham)

In januari 2003 publiceerde het Spaanse Don Balón een interview met Sir Bobby Charlton, op dat moment bestuurslid van Manchester United. Aanleiding was zijn 65e verjaardag. De levendige legende werd met veel egards behandeld door de redacteurs. Charlton zei nederig: ‘Ik behoor tot Manchester United en probeer die club ten dienste te zijn in alles wat ze me vragen. Als ik met dit interview kan bereiken dat Spanjaarden, ook al is het maar eentje, zich interesseren in mijn ploeg, heb ik die hiermee een dienst bewezen. Ik dribbel misschien niet zoals Ryan Giggs, maar ben op mijn manier ook nuttig voor Manchester United.’ Het understatement van de eeuw, want nuttig voor United is Charlton zijn hele leven geweest.

Als hij op schietafstand van doel kwam, was hij dodelijk. Het maakte niet uit voor welke voet de bal dan lag.’ Denis Law

Toen hij in 1952 opgeroepen werd voor een wedstrijd van Engelse schooljongens tegen een gelijkaardige Welshe ploeg, deed hij het als aanvaller zo goed dat 18 clubs interesse toonden. In januari 1953 koos hij – zeventien was hij toen – uit dat grote aanbod op aansturen van zijn moeder voor Manchester United, waar hij bij de A-ploeg voetbalde van 1956 tot 1973. Hij zou de club ook daarna nog amper loslaten. Een keer kort, halverwege de jaren zeventig, om Preston North End te coachen. Dat werd geen succes, hij stapte er op toen de ploeg naar de Third Division degradeerde. Vervolgens ging hij Wigan leiden, eerst in de raad van bestuur, daarna als trainer. Ook dat was een flop. In 1984 maakte Manchester United hem directeur. Hij was het die Alex Ferguson weghaalde bij Aberdeen en zo mee de basis legde van het moderne succes. Hij was het die het na het Hillsboroughdrama verbouwde en gemoderniseerde Old Trafford in een interview omschreef als ‘The Theatre of Dreams’. De club zette er direct een copyright achter en gebruikte het in haar marketingcampagnes. Hij, de conservatief die in de jaren zestig moeite had met de levensstijl binnen de kleedkamer, werd plots een moderne marketeer/bestuurder, die zelfs de komst van de VAR voorspelde lang voor daar sprake van was, maar daarover later meer.

Een krachtige kopbal van Bobby Charlton, in en tegen Liverpool in oktober 1964.
Een krachtige kopbal van Bobby Charlton, in en tegen Liverpool in oktober 1964.© belgaimage

Als speler zorgde hij voor de grootste triomfen, nationaal én Europees, maar vrolijk werd hij daar niet altijd van. ‘IJskoud’, zo omschreef hij jaren later het gevoel waarmee hij in 1968 Wembley binnenstapte aan het hoofd van de ploeg voor de finale van Europacup I tegen Benfica. IJskoud, omdat hij dacht aan al die prachtige voetballers die in 1958 waren weggemaaid in de lente van hun leven. Wat zij tien jaar eerder niet ten einde hadden kunnen brengen door de beruchte vliegramp van München, lag die avond mee in zijn handen. Toen United uiteindelijk na een felbevochten duel won, bleek Charlton niet eens in staat om mee te vieren. Omdat hij totaal uitgeput was, zo wil de legende. ‘Omdat we direct na de winst slechte champagne hadden gedronken’, zou zijn ploegmaat Pat Crerand later toegeven. Toen iedereen aanschoof op het overwinningsdiner na de wedstrijd, lagen hij en Charlton ziek op de kamer.

Typisch Charlton, getormenteerd door drama’s, in de familie, in zijn voetballeven. Na de vliegtuigramp die hij overleefde kon hij sowieso nog moeilijk lachen. Sir Bobby zou uiteindelijk 758 wedstrijden voor Manchester United spelen. Dat record werd op 11 mei 2008 geëvenaard door Ryan Giggs, uitgerekend in Wigan, waar hij dat vierde met een doelpunt dat Manchester United de titel opleverde. Sir Bobby, wereldkampioen in 1966 samen met zijn broer Jack, een beenharde verdediger. Sir Bobby, veel gevierd, nog steeds, maar een leven lang getormenteerd.

Familievete

Dat Bobby Charlton voetballer zou worden, stond in de sterren geschreven. Vier van zijn ooms (allemaal met de achternaam Milburn) schopten het tot profvoetballer, maar de misschien wel bekendste voetballer uit de familie, tot voor Bobby naam maakte, was een neef van zijn moeder. Jackie Milburn heette die, een icoon uit de geschiedenis van Newcastle. Net zoals een van de tribunes van Old Trafford genoemd is naar Bobby Charlton, werd een tribune in St James’ Park genoemd naar Jackie: de Milburn Stand.

Jackie, die overleed aan longkanker, was schuchter, Bobby eigenlijk ook. Veel meer dan bijvoorbeeld zijn broer Jack, twee jaar ouder en verdediger van Leeds en later ook van de nationale ploeg. Nog later werd Jack onsterfelijk als bondscoach van Ierland, dat hij tien jaar coachte en van 1988 tot 1994 naar vier opeenvolgende toernooien leidde. In 1996 lukte dat niet meer. Dat jaar kwam ook Jacks biografie uit, die een grote familievete op straat gooide.

In dat boek bekritiseerde Jack zijn jongere broer Bobby. Dat hij hun moeder Cissie in haar nadagen nauwelijks nog kwam bezoeken en dat zijn vrouw Norma een moeilijk mens was die het wat hoog in de bol had. Bobby noemde haar altijd zijn ‘steun en toeverlaat’.

Bobby, die altijd in Chesire is blijven wonen en niet terugkeerde naar Ashington, ten noorden van Newcastle waar de familie vandaan kwam, had het daar heel moeilijk mee. Een decennium later, in 2007, publiceerde hij op zijn beurt het relaas van zijn leven. In een interview naar aanleiding van dat boek zei Bobby over zijn broer ‘dat ze al een tijdje gestopt waren elkaar te zien. Ik wil hem gewoon niet meer kennen.’

Té sterke vrouwen in de familie lagen aan de basis van de vete die, toen journalisten wat begonnen te graven, van veel vroeger dan 1996 dateerde. Met Cissie en Norma als tegenpolen. Nadat Bobby met haar trouwde, in 1961, vergrootte de afstand met de familie. Letterlijk, tussen Ashington en Manchester ligt 260 kilometer, al hoefde Charlton er zich geen buitenstaander te voelen. Want net als Ashington was Manchester een vuile grauwe plaats, vol hijskranen, grijze wolken, regen en luchtvervuiling. Niet voor niets ging het in het begin van de jaren zestig door folkzanger Ewan MacColl geschreven Dirty Old Town (later onder meer gecoverd door The Pogues) over Manchester:

Het standbeeld van George Best, Denis Law en Bobby Charlton aan Old Trafford.
Het standbeeld van George Best, Denis Law en Bobby Charlton aan Old Trafford.© belgaimage

Heard a siren call from the docks

Saw a train set the night on fire

Smelled the spring on the Salford wind

Dirty old town

Dirty old town

Nee, de afstand was er vooral figuurlijk. Norma, sociaal ambitieus, voelde zich nooit thuis binnen de familie Charlton-Milburn en hield Bobby er zoveel mogelijk van weg. Toen vader BobCharlton, een mijnwerker van weinig woorden, in 1982 streed tegen kanker en uiteindelijk ook zou overlijden, zei die op een gegeven moment zelfs tegen Cissie: ‘Als Bobby voor de begrafenis bloemen zendt, gooi ze dan maar in het vuur.’

Jack had veel meer contact met het thuisfront. Hij en Bobby hadden, ondanks de afstand, nochtans veel gemeen. In hun jeugd deelden ze het bed, breed had vader het niet. En beiden waren ook snel gebeten door de voetbalmicrobe.

Toen het Britse blad FourFourTwo naar aanleiding van de 60e verjaardag van de vliegtuigramp van München lezers vragen liet stellen aan Bobby Charlton, vroeg Paddy King uit Dublin of hij er ooit aan had gedacht om zijn vader naar de mijnen te vergezellen. Bobby antwoordde toen: ‘Nooit. Mijn vader maakte ons zeer snel duidelijk dat we wat anders moesten doen als we een andere job konden vinden. Gelukkig kwamen we uit een voetbalfamilie en inspireerden mijn ooms me in die richting. Soms ging ik met dad wel mee naar de mijnen, op zaterdag, als hij zijn loon ging halen. Het viel me toen op dat iedereen die afdaalde er miserabel uitzag. Een lach zag je alleen op de gezichten van zij die terug naar boven kwamen.’

Karakter

Jack en Bobby hadden gelijkaardige carrières. Beiden werden profvoetballers in 1953 en beiden stopten twintig jaar later, na recordprestaties bij hun club: Jack in Leeds, Bobby in Manchester. Jack was een verdediger, Bobby een aanvaller, geregeld stonden ze dan ook tegenover elkaar. Hoe dat was, vroeg FourFourTwo-lezer Max Voegtli uit Sjanghai. Bobby: ‘We hadden op zo’n moment nooit contact met elkaar, tenzij na het laatste fluitsignaal. De eerste keer dat we tegenover mekaar stonden, was hij vrij hard en aarzelde hij niet om me een stevige trap te verkopen. Maar gelukkig was mijn broer geen vuile speler en kon ik trots zijn op hem, zeker toen hij ook bij de nationale ploeg kwam.’ In dat interview minimaliseerde Bobby beleefd de ruzie met Jack. ‘Eigenlijk zijn we zoals veel broers. Elk gaat zijn eigen richting uit en soms zie je elkaar daarbij niet zoveel. Er is de gebruikelijke familieruzie geweest, maar op dit moment schieten we weer goed op met elkaar.’

Johnny Giles was een Ier die met beiden de kleedkamer deelde. Hij vergeleek ooit de twee karakters als volgt: ‘Jack had een zeer kort lontje. Met hem kon je op zaterdag ongelooflijk ruzie maken, soms zelfs naar de keel worden gegrepen. Maar als hij maandag in de kleedkamer kwam, was hij alles vergeten. Kreeg je ruzie met Bobby, dan kon dat blijven hangen en kreeg je soms de hele week geen woord uit hem.’

Ook Denis Law deelde jaren de kleedkamer met Charlton. Samen met George Best bepaalde Law het gezicht van United in de jaren zeventig, maar de belangrijkste drie spelers van toen schoten moeilijk op met elkaar. Law noemde Charlton al snel wat hekelend Sir Robert, jaren voor die officieel die titel mocht dragen. Omgekeerd vond Charlton Law maar een showman, die wat te veel kuste en knuffelde na een goal.

George Best frustreerde hem vaak. Charlton daarover: ‘Misschien hadden we meer kunnen doen om hem te helpen, maar hij was zo individueel ( tijdens de afscheidsmatch van Charlton bleef Best de hele tijd in de pub, nvdr). Er werd veel door de vingers gezien of vergoelijkt. Mensen vonden het niet erg dat hij wat problemen had, zolang hij maar scoorde voor ons en het volk amuseerde. Toen George bij de ploeg kwam, was zijn talent ongezien. Hij was zo klein, maar hij ging vol in de duels. Maar soms kon hij ook frustrerend zijn, door de bal veel te lang bij te houden. Je had dan zelf positie gekozen in de hoop dat je de bal zou krijgen, maar zeer vaak negeerde hij je. Meestal scoorde hij, soms redde de doelman.’

Bobby Charlton is nog altijd zo populair dat hij handtekeningen moet uitdelen.
Bobby Charlton is nog altijd zo populair dat hij handtekeningen moet uitdelen.© belgaimage

Zowel Law als Best loofden Charlton later publiekelijk voor diens tweevoetigheid. Best: ‘Bobby had een natuurlijk aangeboren talent, en was een van de meest tweevoetige spelers die je op een veld kon vinden. Hij kon echt met elke voet naar doel trappen.’ Law: ‘Een plezier om als ploegmaat te hebben. Ik denk dat ik nooit meer een speler zag die zo makkelijk een man kon ontwijken. Zelfs makkelijker dan ik. Ik gebruikte mijn snelheid, Bobby deed het op een natuurlijke manier. En als hij op schietafstand van doel kwam, was hij dodelijk. Het maakte niet uit voor welke voet de bal lag. Omdat hij meestal op links speelde, dachten de mensen dat hij een linkspoot was, maar ik geloof dat niet.’

Bobby Charlton: ‘Ik zou het zelf ook niet eens kunnen zeggen. Geen voet is sterker dan de andere en daar heb ik nooit speciaal op getraind. Het was gewoon zo. Ik heb het altijd verrassend gevonden dat mensen daar weinig belang aan hechtten, maar hé, wie ben ik om kritiek te geven? Ferenc Puskás in zijn tijd was fenomenaal en die dacht er nog niet aan om iets met de rechter te doen. Wat zou die ook, met zo’n linker.’

Babe

Geniaal voetballer, en toch een somber mens: Charlton leek nooit de vliegtuigramp van 1958 te boven te wkomen. In zijn biografie stelde hij het als volgt: ‘Voor München werd United als een Manchesterse club gezien, daarna voelde iedereen zich alsof ze er een stukje van bezaten.’

Tegenover de lezers van FourFourTwo stelde Charlton over die periode in de late jaren vijftig: ‘ Matt Busby bracht een fijne groep van jonge spelers samen. Hij wilde dat die alle kansen kregen. Matt stelde een zeventienjarige op, ongezien in die tijd. Mensen fronsten de wenkbrauwen, want voetbal werd gezien als een ruwe sport voor mannen. Hij luisterde niet. Het was fantastisch om te kunnen voetballen met jongens als Duncan Edwards, Tommy Taylor of Roger Byrne. We hadden zo’n aanvallende ingesteldheid.’

Uitgerekend die drie lieten, samen met nog vijf andere ploegmaats en in totaal 23 mensen, in München het leven. Het was februari, en de ploeg kwam terug van een Europees duel in Belgrado. United had net Rode Ster uitgeschakeld, en maakte in de Beierse hoofdstad een tussenlanding, om bij te tanken. Europa kreunde onder een sneeuwgolf, de wedstrijd in Belgrado was ook al in zeer barre omstandigheden afgewerkt. Twee startpogingen in München mislukten, omdat één van de twee motoren wat vreemd deed. De ingenieur die aan boord was, zei dat hij die motor desgevraagd wel opnieuw kon instellen, maar dat het niet nodig was: het vliegtuig kon opstijgen op één motor. Daarop besliste de piloot om nog een derde startpoging te wagen. Ondertussen was het feller gaan sneeuwen, en de luchtverkeersleiding gaf hen een beperkte starttijd. Lukte het niet binnen de vier minuten, dan werd de toestemming ingetrokken. Was het haast? Zat het weer tegen? Of maakte de boordingenieur een fout? In elk geval maakte het vliegtuig onvoldoende snelheid om in de lucht te klimmen. De start nog een derde keer afbreken bleek onmogelijk. Het toestel gleed door het hek aan het einde van de startbaan, schoof de straat over en crashte tegen een huis. Daarbij braken vleugel en staart af. Het gevaarte slingerde naar rechts, raakte een boom, en knalde op een hut, waarin een vrachtwagen stond. Alles vatte meteen vuur. Vooral zij die achterin zaten, behoorden tot de slachtoffers. Bobby Charlton raakte geblesseerd, maar werd door Harry Gregg, de doelman van de ploeg, in veiligheid gesleept. Gregg haalde ook een vrouw en haar baby uit het vliegtuig. Charlton verbleef een tijdje in een hospitaal in München, maar kon daarna weer gewoon verder voetballen aan de top.

Bobby Charlton De man die na München nog zelden lachte

Of United zonder dat ongeval dat seizoen Europacup I had kunnen winnen? Charlton daarover in 2008: ‘In het begin wisten we niet zo goed wat we van Europa mochten verwachten. We stonden tegenover spelers die we nog nooit hadden gezien, zelfs niet op televisie. Magische spelers soms, zoals Alfredo Di Stéfano. Maar we pasten ons wonderwel aan, en ik ben bijna zeker dat we in 1958 die Europese beker zouden hebben gewonnen, was die ramp er niet gekomen. Real Madrid won in die periode vijf keer na elkaar, dan zou ook dat niet gebeurd zijn.’

Afscheid

Wat bitter nam Charlton in het begin van de jaren zeventig tijdelijk afscheid van United. Op het einde had hij last van iedereen, zelfs van Matt Busby, ook een overlevende van München. Busby boetseerde twee gouden elftallen, maar was ook de man die Charlton in zijn ogen te vroeg aan de kant schoof. Net zoals dat bij de nationale ploeg gebeurd was, vond hij. Later zouden Busby en Charlton het weer goedmaken, zeker toen Charlton werd opgenomen in de directie en de man was die Alex Ferguson haalde én beschermde toen die het aanvankelijk moeilijk had. ‘We hebben Fergusons positie nooit ter discussie gesteld’, zei Charlton over diens moeilijke begin achteraf. ‘We wisten dat hij goed bezig was.’

Bestuurder, ambassadeur en klankbord is hij nog steeds, intussen aan de zijde van Sir Alex. In het interview met Don Balón uit 2003 keek Charlton terug op zijn lange carrière in het voetbal en de evolutie van het spelletje. Charlton: ‘Ik zal u verrassen, maar al die tijd is het voetbal niet veranderd. De regels, de bal, ze zijn al die tijd hetzelfde gebleven. Wat wél is veranderd, is het globale karakter. Alles rond het spel is veranderd, en dat ten goede: professionalisering, financiering, het medische. Waar we wel over moeten waken, is dat we de spelers beschermen, tegen geweld van buitenaf. En de scheidsrechters tegen de televisie. Zij weigeren op dit moment zich te laten helpen door dat medium. Er zullen altijd fouten gebeuren, maar de technologie staat nu voldoende ver om refs te helpen, zonder dat het het voetbal schaadt.’

Pas volgend seizoen accepteert de Premier League de VAR. Charlton wilde dat al in 2003! Sir Bobby conservatief? Ga weg!

Stem op de beste Franse voetballer aller tijden

Deze week kan u op sportmagazine.be stemmen op de beste Franse voetballer aller tijden. Sport/Voetbalmagazine maakte een preselectie van tien namen: Eric Cantona, Just Fontaine, Antoine Griezmann, Thierry Henry, Raymond Kopa, Kylian Mbappé, Jean-Pierre Papin, Michel Platini, Paul Pogba en Zinédine Zidane. Op onze site kan u uw persoonlijke top drie samenstellen en bovendien nog een prijs winnen. De komende weken doen we nog hetzelfde voor Duitsland, Italië en Spanje.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content