Boerenkrijg

© BELGAIMAGE

In de lagere regionen van het voetbal bots je soms op verrassende verhalen. Deze week: Jong Male VV, een provincialer in een Brugs gehucht, waar de voorzitter er in het stichtingsjaar 1973 ook al bij was.

Weinig voetbalvelden leunen zo dicht tegen een brok Belgische geschiedenis aan als dat van Jong Male VV, door grote bomen gescheiden van het imposante Kasteel van Male, net als het Gentse Gravensteen in de 12e eeuw door Filips van de Elzas – Graaf van Vlaanderen – gebouwd. Pieter de Coninck leidde er het verzet tegen de Franse troepen, Lodewijk van Male werd er geboren, Filips de Stoute maakte er een pronkstuk van Bourgondische praal van, Filips II verkocht het aan een Spaanse edelman, adellijke families namen er hun intrek en midden de jaren vijftig werd het een klooster voor de zusters van de Reguliere Kanunnikessen van het Heilig Graf.

En: in 2004, meer dan 200 jaar na de echte Boerenkrijg, werd langs de kasseien van de Brieversweg, waar de twee voetbalvelden liggen, een grimmige oorlog uitgevochten. Geen Brigands en Sansculotten in de hoofdrol, maar een voetbalclub en een lokale landbouwer. De club was in volle bloei, maar de twee terreinen die in 1988 door burgemeester Frank Van Acker werden ingehuldigd, waren al lang niet meer voldoende. Er werd een extra oefenveld aangelegd. Mét akkoord van het stadsbestuur, maar tégen de zin van een lokale landbouwer, die het terrein op een koude winternacht… omploegde. Terug naar af. ‘Ik ben al sinds 1986 bezig met een uitbreiding naar vier velden’, zucht Guido Vandille (67), die in 1991 voorzitter werd en sinds 1973, het jaar van de aansluiting bij de KBVB, onafgebroken in het bestuur zit. Een uniek exemplaar.

Het gehucht had ooit twee voetbalclubs: FC Male, een liefhebbersploeg, en Jong Male, dat in het Katholiek Sportverbond voetbalde. Sommige spelers voetbalden voor de twee clubs – onder wie Vandille – en de derby was een van de hoogtepunten van de jaarlijkse kermis, al maakten sommige bestuursleden er een erezaak van om spelers van de ‘lokale vijand’ af te troggelen. In 1974, toen de twee clubs fusioneerden, verloor de wijk een stukje folklore, maar werd de lat tegelijk hoger gelegd.

Vandille herinnert zich een van zijn eerste transfers, toen hij als jonge secretaris op audiëntie mocht bij Willy Lagasse – sterke man van Club Brugge – en Antoine Vanhove. ‘We hadden 100.000 frank (2500 euro, nvdr) opgehaald met een papierslag en wilden drie spelers van Club binnenhalen. Wij hadden twee namen op papier – Pierre Hubreght en Ronny Lagace, die op Male een lief hadden – en Club suggereerde ons ook Charly Vandendriessche, maar die kon naar VG Oostende – derde klasse – en wilde niet komen. Onze voorzitter, die beenhouwer in de wijk was, heeft uiteindelijk de moeder van Charly met enkele weken gratis entrecotes overtuigd.’ (lacht)

De drie aanwinsten waren de motor van de ploeg die in 1976 naar derde provinciale promoveerde. Vorig jaar, 40 jaar na de eerste titel, kwam de ploeg nog eens samen. Een hartverwarmend moment. ‘Iedereen was er, een bewijs van de enorme verbondenheid tussen die spelers. Voor zulke momenten doe je het.’

Dromen van een veld

Zondagnamiddag, Jong Male VV ontvangt Snaaskerke, een duel tussen twee middenmoters in derde provinciale. Toegangsprijs: 5 euro. Af en toe schuift een toeschouwer voorbij het houten loketje, maar de belangstelling is matig. Beloften, juniores en ouders van de spelers mogen er gratis in. ‘Als we na de match 250 euro in kas hebben, dan was het een goede zondag’, zegt de voorzitter, die vooral uitkijkt naar de derby’s tegen Steenbrugge, Lissewege, Dosko, Daring Brugge en Moerkerke. Gloriedagen voor de kantine, al zag Vandille de inkomsten jaar na jaar verminderen.

‘Om onze terreinen te sparen, trainen alleen de allerkleinsten op onze velden. De meeste ploegen – zelfs ons eerste elftal – oefenen op vier verschillende locaties, waardoor er tijdens de week minder volk in de kantine passeert. Plus: de huur van de andere terreinen kostte ons vorig jaar 9000 euro.’

Ook de buren van Krachtbalclub Male, de voorbije acht seizoenen kampioen van België, kreunen onder het plaatsgebrek. Ze droomden van twee nieuwe velden, maar eens te meer botste het voorstel op een njet van Vlaanderen, dat het Maleveld heeft ingekleurd als waardevol agrarisch gebied en ankerplaats voor vogels. ‘Onbegrijpelijk. In een wijk met 2800 brievenbussen, moet er toch genoeg ruimte zijn voor een sportaccommodatie?’

Maar na een kruistocht van meer dan 30 jaar mag Jong Male hopen op een kunstgrasveld – op de plaats waar het sinds 1968 zijn thuishaven heeft -, waardoor het zijn sociale functie nog beter kan invullen. ‘Momenteel hebben we iets meer dan 300 spelers, verdeeld over 19 ploegen. Met deze infrastructuur zouden we het aantal ploegen moeten afbouwen, maar we willen niet van onze visie afwijken: in de onderbouw, spelers tot 11 jaar, is iedereen welkom. Zelfs jongens die niet kunnen voetballen’, zegt Vandille, die vorig jaar, toen hij na 25 jaar voorzitterschap werd gehuldigd, ook door de Brugse burgemeester Renaat Landuyt werd bedankt. ‘Niet ik,’ zo klonk het, ‘maar mensen als Guido Vandille zijn de ware burgemeesters. Zij houden jongeren van de straat.’

Mooie woorden, maar een vanzelfsprekende doelstelling, vindt de voorzitter. ‘Andere provinciale clubs weigeren spelertjes, maar ik vind het cru om tegen een kind met minder talent te moeten zeggen dat hij beter een andere sport zoekt. We moeten onze plaats kennen: voetbal rond de kerktoren. Tien jaar geleden speelden we nog in eerste provinciale en ik ben ook nog ambitieuzer geweest, maar ik zie ook dat er jaar na jaar clubs verdwijnen. Vroeger was het meer nattevingerwerk of persoonlijk engagement, nu draaien we op ons niveau een omzet van 250.000 euro. Ik ben gematigder geworden. Een ex-jeugdspelertje is momenteel een topchirurg in Antwerpen, Hans Peter Janssens stond hier ooit in het doel en is nu een internationaal gerenommeerde bariton. Spelertjes van Male die een succesvolle carrière hebben uitgebouwd, daar kan ik evenveel van genieten.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content