Spuitje hier, verbandje daar en maar hopen dat Beveren een fit elftal op de been krijgt in de Europese return tegen FC Vaduz.

Met de nonchalance van de winnende trainer tikte Hugo Broos Herman Helleputte bemoedigend op de schouder. “Donderdag ? Bah, da’s geen probleem.” En weg was Broos, een toch niet helemaal gerustgestelde trainer achterlatend. Beveren verloor met 0-1 van Anderlecht, maar het was niet de nederlaag die Helleputte zorgen baarde. Met veel moeite had hij een amper competitiewaardig elftal bij elkaar geschraapt. Of hem dat donderdag in Liechtenstein voor de Europese return tegen Vaduz lukt, kon hij op dat moment slechts hopen.

Een rist spelers was niet fit aan de aftrap verschenen tegen Anderlecht. Marco Né, voor wie Hamburg in de tribune zat, en Emmanuel Eboué waren geblesseerd en “konden eigenlijk niet aan de wedstrijd beginnen”, aldus Helleputte. Beiden waren net als Barry Copa en Seydou Badjan de hele week afwezig geweest wegens het spelen van een interland met Ivoorkust. Né raapte er zijn verrekking op, maar van Eboué wist Helleputte het niet precies, “want die verzwijgt soms zaken”. In overleg met de medische staf en vanwege hun belang voor de ploeg werd beslist hen toch te laten spelen. Het risico op een verergering van de blessure, en een eventueel forfait tegen Vaduz, werd erbij genomen.

Ook Christian Romaric speelde, ondanks een inspuiting in de knie woensdag én overgewicht, stilaan de running gag in Beveren. “Hij heeft geen kracht”, herhaalde Helleputte de diagnose. “Niet verwonderlijk : hij eet niet ’s morgens, gaat eerst al wat lopen en komt dan hier aan. Ik heb hem al zo vaak gezegd dat hij de kilo’s op onze manier kwijt moet geraken : door regelmatig te eten, een keer of vier per dag. We kunnen er toch moeilijk bij gaan slapen ?” Ook Roméo Seka had tijdens de week een inspuiting in de knie gekregen. Aan trainen was hij de dag voor de wedstrijd niet toegekomen. Hij begon op de bank.

Nog was het lijstje van Helleputte niet helemaal afgelopen. Alexandre Tokpa, een van de nieuwe Ivorianen, trapte al op zijn adem. “De hele week heeft hij over vermoeidheid geklaagd. In Ivoorkust trainde hij altijd alleen maar op techniek, zodat hij hier zonder conditie is aangekomen. Dan krijg je na een tijd een terugval. Nu hij enkele weken hier is, zegt hij : ‘Amai, dat is afzien’. ” En dan Kristof Lardenoit, een Belg zowaar : had de hele week last gehad van blaren onder de voeten en wilde er om die reden aan de rust al af. Hij hield het nog een klein halfuur langer uit. ” Larry speelde een goeie match, maar hij zou dat negentig minuten moeten kunnen doen.”

Kortom, met twaalf veldspelers had hij zich moeten behelpen, rekende Helleputte uit, en daarvan was bijna de helft eigenlijk niet fit. Maar welke keuze had hij dan ? Met Murat Akin en Nick Van Goethem had hij twee jongens uit de B-kern opgevist. Op vrijdagavond waren ze met de invallers tegen Anderlecht aan het werk geweest. Helleputte zag de wedstrijd in Brussel. “Wie daar niet allemaal meespeelde : Vanden Borre, De Boeck, Vanderhaeghe, Seol, Zetterberg, Iachtchouk, Junior. Het werd 7-0, maar 15-0 had ook gekund. Dat zegt genoeg. Als ik dan vandaag hun bank zie en de onze, denk ik : als wij maar niemand moeten inbrengen.”

Het wordt vast nog erger, bedenkt Helleputte, wanneer ook schorsingen het selectieveld verder zullen uitdunnen. Hij hoopt daarom op versterking. Die zou er ook komen. Gisteren (dinsdag) werd een verdediger uit Ivoorkust verwacht, volgende week nog een andere. Later zouden er nog twee spitsen volgen, die op dit moment nog te jong zijn om België binnen te mogen. “Blijkbaar komt er altijd iets tussen. Ik geloof het dus pas als ik ze hier zie binnenwandelen en kan zeggen : bonjour, mes amis !

Door de nederlaag tegen Anderlecht staat Beveren na drie speeldagen met twee punten op negen. Niet veel, maar Helleputte zegt dat hij er alleen maar tevreden mee kan zijn. “Gezien de omstandigheden had het veel erger gekund. Ik had al horen zeggen dat nul op vijftien tot de mogelijkheden behoorde omdat we het al die tijd met dezelfde beperkte kern moeten rooien. Maar we spelen 1-1 gelijk tegen Club Brugge, buigen in Bergen een 2-0 achterstand om in een gelijkspel, en verliezen eervol van Anderlecht. En wat de mensen ook mogen denken van Vaduz : zo’n gemakkelijke tegenstander is dat niet. Die ploeg was bijna gepromoveerd naar de Zwitserse eerste klasse.”

Morgen (donderdag) verdedigt Beveren in de tweede voorronde van de Uefabeker een 3-1-voorsprong tegen de Liechtensteiners. Maar het is dus niet omdat het slechts om een tweedeklasser uit een dwergstaat gaat, dat Helleputte vindt dat zijn ploeg “zeker en vast” naar de volgende ronde gaat. “Nee, ik denk gewoon dat wij de betere ploeg zijn. Als we ons daar niet kwalificeren, zou ik dat veel erger vinden dan dat we verliezen van Anderlecht. Vandaag wílden we wel winnen, maar tegen Vaduz móeten we ons kwalificeren. We gaan ook naar ginder om die wedstrijd te winnen. Dat proberen we trouwens altijd. Door ons eigen spel te spelen, omdat dat onze sterkte is. Wij passen ons nooit aan de tegenstander aan. Ik denk dat dat hier toch al een paar jaar duidelijk is.”

door Jan Hauspie

‘Tegen Anderlecht wílden we wel winnen, maar tegen Vaduz móeten we ons plaatsen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content