KRC Genk is een ‘work in progress’. Het bouwproces onder leiding van ingenieur Peter Maes vordert traag. Geduld is geboden met het jonge talent, maar wat met de ervaring die het omringt?

KRC Genk + Peter Maes = bouwen = tijd = geduld. Zo ongeveer laat de situatie bij Genk zich misschien nog het best samenvatten. Na het grote verloop op de sleutelposities de voorbije paar jaar vraagt het tijd alvorens de club haar voetbalverhaal weer op orde krijgt. Vooral rond de groene grasmat moet alles kloppen. Ieder moet op elk niveau zijn taak hebben, zijn mening kwijt kunnen en de communicatie krijgen die hij verdient (maar ook niet meer). In niet weinig clubs drukken eigenaars, bestuurders, sponsoren en anderen te vaak hun mening door. Vooral ook over het sportieve, daarbij niet zelden geholpen door de resultaten, de media en ontevreden supporters. In een goede langetermijnvisie zitten de juiste mensen op de juiste plaats en hebben ze de macht om de uitgetekende lijn aan te houden.

Dat laatste geldt a fortiori voor de sportieve mensen in een club. Genk kreeg met Dimitri de Condé en Maes zowel een nieuwe technisch directeur als een nieuwe T1. Dat zij elkaars kwaliteiten en kleine kantjes kennen uit een gemeenschappelijk verleden, helpt om goed met elkaar te kunnen samenwerken. Of dat ook geldt voor het bestuursniveau, is minder duidelijk. Tussen kleedkamer en bestuurskamer zullen altijd lijntjes blijven lopen. Wie ook in de Cristal Arena de nieuwe trainer zou worden: het zou hem heel wat tijd kosten om de interne verhoudingen te doorgronden, alles te evalueren en iedereen voorzichtig in de juiste richting te duwen.

MOEILIJKE COMBINATIE

Met zijn negende plaats lijkt KRC Genk voorlopig op zijn waarde gerangschikt te staan. Het kan niet beter. De combinatie van aankomend talent en ervaring maakt het vooralsnog niet waar. Over Leon Bailey komt men superlatieven te kort, maar de 18-jarige Jamaicaan maakt voor het eerst kennis met een eerste elftal. Ongeacht zijn talent vraagt dat aanpassing. Bailey is snel, maar bij een club die de top ambieert, moet hij er elke week staan en daar lijkt hij nog niet klaar voor. Ook Enes Ünal is nog vooral bezig zich staande te houden tussen de grote jongens. Timothy Castagne, de revelatie van vorig seizoen, worstelt met een vormdip en Sandy Walsh is nipt. Ook WilfredNdidi moet het allemaal nog bewijzen. Maar hij speelt toch geregeld, en dat kan niet eens nog worden gezegd van Pieter Gerkens. Zo geprezen onder Mario Been, maar nu wegkwijnend in de anonimiteit van de Genkse beloften. Ook de in het begin van het seizoen uit het niets opgedoken Bryan Heynen verdween even snel als hij kwam. Siebe Schrijvers blijft hangen.

Geduld is geboden met jong talent, maar wat met de ervaring die het omringt? Igor De Camargo en Yoni Buyens waren bewuste keuzes van het duo Maes-De Condé. De eerste vooral wegens zijn impact op een kleedkamer. Tussen de lijnen lijkt zijn leeftijd (32) stilaan zijn tol te eisen. De Camargo is een dagje ouder en ervaring blijkt geen garantie te zijn voor rendement. Deze De Camargo is geen spits meer die nog mag hopen op een selectie voor de nationale ploeg, wat hij wel nog deed in de aanloop naar het WK 2014. Hij pikt zijn doelpuntje mee en door zijn ervaring lokt hij nog wel eens iets uit, maar beter wordt hij niet meer. Dat geldt ook voor de nog iets oudere Thomas Buffel (bijna 35). Toch blijft hij de barometer van het elftal: doet Buffel het goed, dan ook de ploeg. De ouderdomsdeken blijft de eerste wiens naam op het tactische bord wordt ingevuld. Drie goals, twee assists: zijn statistieken zijn niet slecht, maar de grootste diensten bewees hij de ploeg de voorbije jaren toch vanaf de rechterkant. Maes zet hem nu op links om zo plaats te maken voor Bailey, een linksvoetige die voorlopig geen rendement haalt op rechts.

Buyens is Maes’ zekerheid voor de verdediging. Wat opvalt, zijn de vele wissels aan zijn zijde. Van Gerkens is geen sprake meer, maar Heynen, Ndidi en Julien Gorius verzamelden alle drie hun minuten aan Buyens’ zijde. Dat vele schuiven lijkt erop te wijzen dat Maes nog zoekt naar de juiste combinatie in het hart van zijn ploeg. Buyens-Gorius komt aan de meeste speeltijd, lijkt de meest geoliede tandem, maar hoeveel beter kunnen zij nog? Gorius loste de verwachtingen in Genk nooit helemaal in en zal dat op zijn leeftijd (straks 31) vermoedelijk ook niet meer doen. Wat hij bij KV Mechelen was, een beslissende speler, was hij nooit in Genk.

De laatste in het rijtje ervaren basisspelers is Laszlo Köteles. Ook hij deelde in de malaise (vier nederlagen, tien tegendoelpunten) voor de interlandbreak. Toevallig of niet net nadat hij een maand geleden zijn contract verlengde tot 2019. Prompt mocht hij enkele doelpunten op zijn conto schrijven. Een zeker sluitstuk is hij op dit ogenblik niet en de noodzaak van zijn contractverlenging blijft een raadsel. De Hongaar had een overeenkomst die liep tot 2017 en Genk heeft twee jonge, meevoetballende keepers in de wachtkamer. Haast was niet geboden. Merkwaardig detail is dat de verlenging samenviel met Köteles’ overstap naar Dejan Veljkovic, de zaakwaarnemer ook van Maes.

GRAAG KNEEDBAARDER

De ervaring niet top genoeg (meer), de jeugd (nog) te onervaren: zou dat de negende plaats van dit KRC Genk kunnen verklaren? Aangevuld met een gebrek aan creativiteit? Neeskens Kebano ontbolsterde bij Sporting Charleroi achter een scorende centrumspits en twee snelle flankaanvallers. In Genk heeft hij die luxe van drie goede aanvallers voor zich momenteel niet en gaat hij de boel te vaak zelf forceren. Dat Genk geen beroep meer doet op Tornike Okriasjvili is in dat verband moeilijk te begrijpen. Maar de Georgiër is geen makkelijke jongen en Maes heeft ze graag toch wat kneedbaarder. Bij Lokeren klikte het ook niet met Jérémy Perbet, Alfreð Finnbogason en Onur Kaya, terwijl Perbet en Finnbogason nadien dezelfde scoremachine bleven en Kaya nu de draaischijf is van Zulte Waregem. Mogelijk brengt de Spanjaard Alejandro Pozuelo soelaas wanneer zijn aanpassing aan de Jupiler Pro League achter de rug is.

Maes heeft nog werk. Dat hij in staat is iets op te bouwen, bewees hij bij KV Mechelen en Lokeren. Clubs met korte lijnen en zonder echte kliekjescultuur. Bij Genk ligt dat anders. Zolang hij in de running is voor de eerste zes plaatsen, zal Maes mogen werken. Bouwen = tijd = geduld. Blijft hij hangen rond de huidige negende plaats, zal dat complexe bestuur weer in de gaten moeten worden gehouden.

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO BELGAIMAGE

De ervaring niet top genoeg (meer), de jeugd (nog) te onervaren: zou dat de negende plaats kunnen verklaren?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content