Het Engelse voetbal is een verbazende mengeling van fysieke intensiteit, tactische chaos en overexposure in de media. We dompelen u onder in een aparte wereld.

Dit is het verhaal van elke zaterdagavond, wanneer de tv op de BBC staat om geen seconde van Match of the Day te missen. Gary Lineker brengt dan verslag uit van de hoogmis van het Engelse voetbal. We willen hem niet tegenspreken, maar we vragen ons af: ligt de eeuwige regen die de eilanden teistert aan de oorsprong van de Britse stijl? Alsof het slijk op het veld een extra tegenstander is, hebben de Engelsen het een-twee-drievoetbal uitgevonden: wegtrappen, kaatsen, schieten. Het kick-and-rush. Toch zijn er, zelfs in Engeland, al sinds jaar en dag tegenstanders. De gedenkwaardige Brian Clough, kampioen met Derby County en tweevoudig Europacupwinnaar met Notthingham Forest, zei ooit het volgende: ‘Als God had gewild dat het voetbal zich afspeelde in de lucht, dan zou hij de hemel bedekt hebben met gras.’

Maar de clichés over het Britse voetbal zijn hardnekkig. Zo verklaarde Jevgen Konopljanka, gewild door verschillende clubs uit de Premier League, zijn keuze voor FC Sevilla als volgt: ‘Als ik twee en een halve meter groot was geweest en de bal niet kon controleren, dan zou ik in Engeland getekend hebben.’ Carlo Ancelotti, die de titel won met Chelsea, vat de Britse stijl zo samen: ‘De meeste ploegen spelen 4-4-2. Vaak staan de twee linies van vier spelers dicht bij elkaar en voetballen ze agressief, zeker op hun eigen helft, met spelers die de hele breedte van het veld beslaan.’ De fameuze wingers, die Sir Alex Ferguson zo voorstond, zijn nog altijd schering en inslag in een competitie waar de 4-4-2 stilaan geëvolueerd is naar een modernere 4-2-3-1, onder impuls van buitenlandse coaches.

Die trainers moeten omgaan met de Engelse realiteit. Een voetbal waar de omschakeling de norm is. ‘Het gaat met 2000 per uur, van het ene doel naar het andere’, getuigt Eden Hazard. Het Engelse voetbal wordt gespeeld in vogelvlucht: bal recupereren en dan recht op doel af, nauwkeurigheid is daarbij niet van belang. Met 78,6 procent geslaagde passes gaat één op de vijf ballen verloren en zo krijgt de tegenstander de kans om gevaar te creëren. Moeilijk is dat laatste niet, want dan halen de Engelsen hun traditionele wapen boven. ‘Als je in de Premier League gaat pressen op de helft van de tegenstander, dan trappen ze de bal richting jouw rechthoek’, legt Rafael Benítez, die Liverpool en Chelsea trainde, uit.

De Britten houden er ook niet van dat het spel stilligt of een ploeg het resultaat probeert te spelen. Eliaquim Mangala verwoordt het als volgt aan Onze Mondial: ‘Zelfs als je tegen de laatste in de stand 1-0 voor staat op twintig minuten van het einde, dan weet je dat het oorlog wordt en dat je gaat afzien.’ Ook dan is de lange bal een vaak gebruikt wapen. Rafael Benítez weet: ‘Uit cijfers van de Premier League blijkt dat in veel ploegen de keeper diegene is die de meeste passes verstuurt naar het voorste derde deel van het terrein.’ De middenvelder, die zo belangrijk is voor de controle van het spel in het Spaanse voetbal, wordt op die manier gereduceerd tot een marathonloper, die van de ene rechthoek naar de andere holt om een van de 131 lange ballen die in elke match door de Engelse lucht vliegen, te bemachtigen. Alsof alle middenvelders in de Premier League box-to-boxspelers zijn.

DE FRANCHISE PLAYER

In de Premier League gaat zo veel geld om dat zelfs de meest bescheiden ploegen de smaakmakers van andere Europese competities kunnen binnenhalen. Denk maar aan Aleksandar Mitrovic (Newcastle), Dimitri Payet (West Ham) en Xherdan Shaqiri (Stoke City). Elk van de twintig ploegen in de competitie heeft dus genoeg offensieve wapens om de beste verdedigingen van het land te ontmantelen. In de NBA worden zulke spelers franchise players genoemd. Zij stellen de wetten in het Engelse voetbal. Een vedette kopen is nu eenmaal eenvoudiger dan de tijd nemen om een evenwichtige ploeg samen te stellen. En vaak wordt een match op Engelse bodem in het voordeel beslecht van de ploeg die het meeste aanvallende talent in de schaal kan werpen. ‘We hebben Sergio Agüero, maar we missen nog een andere bijzondere speler’, zei Manuel Pellegrini om een tegenvallend resultaat van de Citizens vorig seizoen te verklaren.

Een gebrek aan tactisch evenwicht en aan defensieve intelligentie zou weleens de reden kunnen zijn waarom in het Engelse voetbal, zoals de uitdrukking zegt, ‘iedereen van iedereen kan winnen’. Carlo Ancelotti beweert trouwens dat concepten als man- en zonedekking minder toegepast worden in Engeland: ‘Dat maakt het voor de tegenstander gemakkelijker om een aanvaller diep te sturen en de ruimte te vinden tussen de linies. En daarom krijg je in de Premier League vaak matchen met verrassende resultaten.’

HET BESTE MERK

Door de Europese resultaten van de ploegen uit de Premier League heeft een nieuwe theorie de kop opgestoken: wat als de twintigste in het klassement de eerste kan kloppen door de zwakte van de leider, en niet omgekeerd? ‘Ze hebben ons gebrainwasht om ons te doen geloven dat de Premier League de beste competitie ter wereld is, maar het is alleen het beste merk’, zei een bittere Roy Keane na de teleurstellende Europese campagne van afgelopen seizoen.

De Premier League verkoopt heel goed, dat is een feit. Het Engelse voetbal is erin geslaagd tot mythische proporties uit te groeien. Het verhaal wordt zo goed verteld dat we denken dat het elk jaar tussen zes ploegen gaat voor de titel, terwijl er slechts drie clubs kampioen geworden zijn in de laatste elf jaar.

En toch hebben de Britten hun heerschappij over het continentale voetbal verloren. Want terwijl zij sterspelers kochten, vonden ploegen uit andere kampioenschappen alternatieven op het tactische bord of in hun jeugdopleiding. Het Engelse voetbal kwam ten val in Wembley, in de lente van 2011, toen het Manchester United van Sir Alex weigerde zich aan te passen en belachelijk gemaakt werd door het Barcelona van Pep Guardiola. Sinds die dag hebben spelers als GarethBale en LuisSuárez het eiland vaarwel gezegd en heeft de Premier League hen vervangen door jongens als MesutÖzil, Alexis Sánchez en BastianSchweinsteiger. Talentvolle spelers, dat wel, maar op overschot bij de beste drie ploegen ter wereld.

Bijgevolg kunnen de Engelsen ook geen Europese prijzen meer winnen. ‘Omdat de matchen in de Champions League tactischer zijn, er wordt niet op dezelfde manier gevoetbald’, legt Mangala uit. ‘De ploegen tasten elkaar af, de kleinste fout wordt cash betaald. De Champions League is een schaakspel, terwijl de Premier League een bokswedstrijd is. Slag na slag geef je je gewonnen.’

Engelse clubs zouden dus moeten leren schaken om een Europese uitschakeling tegen Monaco, Kiev of Wolfsburg te vermijden, maar zit dat wel in de aard van het beestje? Om de Engelse voetbalcultuur te begrijpen is het goed om de volgende uitspraak van Bobby Robson, bijna uitgeschakeld door Kameroen op het WK 1990, op te rakelen: ‘We hebben hen niet onderschat, ze waren alleen beter dan we dachten.’

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO BELGAIMAGE

‘De Champions League is een schaakspel, terwijl de Premier League een bokswedstrijd is.’ ELIAQUIM MANGALA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content