Hoe het plots opnieuw spannend geworden duel voor de wereldtitel in de F1 tussen Fernando Alonso en Michael Schumacher ook afloopt, branie heeft de jonge Spanjaard te over.

Iedereen in het autowereldje had er wellicht veel voor over gehad om in december 2005 het gezicht te zien van Flavio Briatore, toen die aan de telefoon de vertrouwde stem met het Spaanse accent van Fernando Alonso hoorde, die hem koudweg zei dat hij eind 2006 het formule 1-team van Renault zou ruilen voor dat van aartsvijand McLaren-Mercedes. Voor Briatore, die gewoon is supermodellen en racers voor hem in de pas te laten lopen en niet de gewoonte heeft zich te schikken naar andermans grillen, was dit een dubbele schok. Hij staat immers niet alleen aan het hoofd van de Renaultrenstal, waarvoor Alonso net zijn eerste wereldtitel had binnengehaald, maar hij was toen ook de persoonlijke manager van Alonso. En dus had de Spanjaard over zijn contract met McLaren onderhandeld via een andere bemiddelaar en zo de vrijheid genomen zelf zijn toekomst in handen te nemen en in één beweging ook de sterkste en machtigste carrièremaker uit de formule 1-wereld voor het hoofd te stoten. De 24-jarige Spanjaard is niet alleen de jongste wereldkampioen in de F1 ooit, hij heeft zich ook in een recordtempo een zelfbewustzijn aangemeten dat van hem de meest onafhankelijke rijder in het circuit maakt. Door zijn snelle beslissing ontsnapte hij alvast aan de altijd weer hectische drukte rond mogelijke transfers. Gaat Michael Schumacher nog door na dit seizoen ? Stapt Kimi Räikkönen aan het einde van het jaar over naar Ferrari of niet ? Elke dag weer moeten de Duitser en de Fin dezelfde vragen beantwoorden. “Grappig is dat”, vindt Alonso. “Aan mij moet niemand nog zulke vragen stellen. Ik kan me op de wedstrijden concentreren.” Want professioneel tot in de toppen van de tenen zoals hij is, blijft hij zich wel tot het einde van dit seizoen onvoorwaardelijk inzetten voor Renault, maar natuurlijk ook voor zichzelf. Met twee opeenvolgende wereldtitels zou hij zich meteen de legende in rijden.

Toen hij vijf jaar geleden voor het eerst zijn opwachting maakte in het circuit, zag de man uit Asturië er nog uit als een puber, maar nu heeft hij de allures van een heuse rockster : lang haar dat vanonder de kap van zijn racepak tevoorschijn komt, een modieuze zonnebril op het zelden glad geschoren gezicht en een wijde broek om de heupen. Op persconferenties neemt hij de microfoon steevast hoog in de hand en houdt hem dicht voor de mond zoals een rapper. En bovendien houdt hij nooit een blad voor de mond. Alonso is altijd ontwapenend eerlijk. Toen hij enkele weken geleden – met nog steeds een comfortabele voorsprong in de stand – zijn prognose gaf, bleek hij zelfs visionair : “We zijn nu nog in het voordeel, maar onze auto zit aan zijn limieten en we kunnen hem moeilijk nog verbeteren. Ik verwacht dat we tegen het einde van het WK wel eens in de problemen zouden kunnen komen.” De pr-dame van Renault verslikte zich bijna in haar koffie, maar de gebeurtenissen hebben Alonso gelijk gegeven.

Klein appartement

Ondanks zijn miljonairsstatus blijft de Spanjaard met beide voeten op de grond. Zo woont hij vlak bij de Renaultfabriek in Oxford in een klein appartement. Een privéjacht of een collectie dure sportwagens is ook al niet aan hem besteed. Als hij in het midden van het seizoen eens een frisse neus wil halen en alle druk van zich wil afzetten, doet hij niets liever dan met enkele vrienden naar Wales afzakken om zich in het stadje Tenby – of all places – te gaan ontspannen. Kortom, hij heeft een hoog Jamie Oliver-gehalte. Of hij dat ook volgend seizoen nog zal kunnen volhouden, zal nog moeten blijken, want met zijn overgang naar McLaren zet hij toch wel een grote stap. Dat blijkt alleen al uit de behuizing van beide teams : een kleurrijke en gezellige motorhome bij Renault, een koel zilverglimmend paleis bij de Duits-Britse renstal. Wie bij Renault binnenkomt, ziet plexiglasstaanders met daarop foto’s van Briatore en zijn rijders, terwijl in het ‘Team Communication Center’ van Mc Laren gastheer Ron Dennis zijn bezoekers overdondert met een hele resem prestigieuze economische magazines. “Wij verkopen resultaten en Ron een rooskleurige toekomst”, grapt Briatore daarover. Het is aan Alonso om die waar te maken. Met een salaris van 24 miljoen euro per jaar – vier keer meer dan hij bij Renault verdiende – zal dat wellicht wel lukken.

DETLEF HACKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content