Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Zijn naam, dat is intussen bekend, is de eerste die bondscoach Robert Waseige op papier zet als hij zijn elftal samenstelt. Met welke ambitie reist Bart Goor af naar het WK ?

Het tekent de sfeer die er heerste vorige week in De Panne. Zestien Rode Duivels begonnen er aan de WK-voorbereiding met een zuurstofkuur aan zee en veel verzorging. Gisteren (dinsdag) mondde die zachte aanloop uit in de laatste oefeninterland op eigen bodem. Vandaag (woensdag) maakt bondscoach Robert Waseige zijn definitieve selectie van 23 spelers voor het WK bekend.

Zeker van zijn plaats in die kern is Bart Goor (29). Samen met De Vlieger is Goor de enige Rode Duivel die alle kwalificatiewedstrijden voor het WK speelde. De relatieve rust waarmee de voorbereiding van start ging, stemt hem tevreden. “Je kan moeilijk verwachten dat iedereen al voluit de blik op Japan richt, daar is nog tijd genoeg voor. Iedereen kan nu best wat rust gebruiken om de batterijen op te laden.” Dat ze aan zee niet eens een voetbalveld opstapten, vindt hij niet slecht. “Het is tijd voor wat anders, voor plezante dingen.”

Bart Goor heeft er zijn eerste seizoen in de Bundesliga opzitten. Het begin was moeilijk, niet alleen voor hemzelf, maar voor de hele ploeg. Er kwam een trainerswissel en uiteindelijk werd het kampioenschap nog afgesloten op een mooie vierde plaats. Hertha Berlijn pakte zelfs nog vijf punten meer dan vorig seizoen. “Ik heb vrij veel gespeeld”, zegt Goor. “Als je er rekening mee houdt dat het eerste jaar toch altijd aanpassen is, mag ik tevreden zijn. Alleen spijtig dat we weer geen Champions League halen. De punten die we daarvoor tekort schoten, hebben we in de eerste ronde laten liggen tegen ploegen die helemaal achteraan stonden. In de duels met rechtstreekse concurrenten haalden we goede punten.”

De nieuwe trainer, Falko Götz, bracht er naar het zeggen van Goor vooral weer vrij veel plezier in. Want dat ontbrak. “Het probleem was vooral dat Röber al zes jaar bij Hertha werkte. Ik was nieuw en uiteraard nog niet op hem uitgekeken, maar de meeste spelers hadden wel iets van : altijd hetzelfde, zèg… Op den duur mis je vinnigheid, dat wat nodig is om een wedstrijd te winnen. Een nieuwe trainer komt met andere oefenstof, en dat maakt het weer wat plezieriger.”

cht goals, zeven assists. Bij Anderlecht zagen zijn cijfers in de competitie er vorig seizoen zo uit : tien doelpunten, twaalf assists. Vergelijkbaar, dus. “En daarom mag ik al bij al relatief tevreden zijn. Ook omdat er een periode was dat ik niet op mijn positie heb gespeeld, maar op rechts. Bovendien creëerden we niet zoveel kansen, zodat het moeilijk was om tot scoren te komen. Op het laatst ging het wel veel beter, hebben we wel veel goals gemaakt en kon ik er af en toe eentje aanbrengen.”

Het was een jaar, zegt Goor, waarin hij toch weer krediet moest opbouwen. Op de 26ste speeldag maakte hij vier doelpunten tegen Hamburg, in één klap leverden ze hem een pak respect op. “Ook dat is Duitsland : je wordt niet direct aanvaard, je moet eerst laten zien dat je niveau haalt.”

Dat hij zijn acht doelpunten er vier in één wedstrijd maakte, nuanceert toch enigszins de waarde van zijn cijfers. Te meer omdat hij na die wedstrijd geen doelpunt meer lukte. “Maar ik kreeg ook nauwelijks kansen”, verdedigt Goor zich. “Wel een paar assists, maar geen doelkansen. Het aanvallend compartiment was iets minder, vond ik. Maar een score van rond de tien doelpunten per seizoen is goed voor mij. En als typische buitenspeler wordt een assist ook weer belangrijk voor mij. Overigens valt het mij wel op dat ik in de nationale ploeg iets makkelijker scoor dan bij mijn club.”

Dieter Hoeness, de sportieve baas van Hertha Berlijn, liet al zijn ontgoocheling blijken over de afloop van het kampioenschap. Hij vond dat Hertha met deze ploeg kampioen had kunnen worden. Een terechte opmerking ? Bart Goor denkt van niet. “Tijdens een seizoen heb je altijd periodes waarin het goed gaat en periodes waarin het wat minder loopt. Die uitspraak kwam er na zo’n goeie periode, maar ik weet niet of je die over een heel seizoen had kunnen doortrekken. Zelfs Leverkusen kende problemen. Drie speeldagen voor het einde vijf punten voorsprong hebben en toch geen Meister worden… Dat is nu eenmaal voetbal.”

De Belg speelde dertig van de vierendertig wedstrijden met zijn nieuwe club. Zevenentwintig keer stond hij in de basis. Toch een serieuze aanpassen, geeft hij toe. “In Duitsland is het de gewoonte dat je af en toe op de bank belandt, vooral na een interland. Dan blijf je zelfs de volle negentig minuten zitten. Ook onze Hongaarse international Dardai, iemand die altijd speelt, heeft ermee te maken gehad. Het maakt ook niet uit of je die interland wint of verliest, het lijkt wel alsof ze het gewoon niet graag hebben.”

ico Van Kerckhoven, een andere Belg in Duitse loondienst, voelde zich na België-Slowakije moe. Hoe moe is Bart Goor ? “Niet. Ik heb ook geen twee wedstrijden per week gespeeld. Onze verplaatsingen zijn ook anders, wij zitten constant in het vliegtuig. Eén uurtje vliegen en we zijn ter plaatse, waar we ook moeten zijn. Misschien moet je daaraan wennen en liep het daarom in het begin allemaal stroever, maar nu ben ik het gewoon.”

Vooraf was hem ook verteld dat Röber er duchtig de pees op zou leggen. “Maar daar heb ik niet veel van gemerkt. Integendeel, ik trainde minder hard dan in Anderlecht. Het verschil met België is dat het fysiek wel moeilijker is, omdat je elke week verplicht wordt negentig minuten te gaan. Duels zijn er ook een pak meer, al is het niet keihard. Het leed beperkt zich vaak tot een blauwe plek of een wat dikker been.”

Eén zware blessure liep hij toch op. Begin december scheurde hij de enkelbanden van de linkervoet. “Er was twijfel tussen een operatie en drie tot vier maanden out zijn, of revalideren bij Lieven Maesschalck. De clubdokter stelde het eerste voor, maar ik ben niet zo op operaties gesteld. Daarop nam ik contact op met Lieven en met dokter De Clerq, en zij vertelden mij dat een operatie niet noodzakelijk was. Volgens hen kon het herstel ook op een alternatieve manier verlopen.”

Wat heet ‘alternatief’, als er twee enkelbanden helemaal gescheurd zijn ? “Zoiets herstelt niet meer. Bij een operatie trekken ze de pezen rond het gewricht, zodat dat vaster komt te zitten. Alternatief betekent dat de andere spieren rond de voet zodanig worden versterkt, dat er geen probleem meer is. Het gewricht blijft iets losser zitten, maar dat is geen probleem. Je verliest niets aan soepelheid, al speel ik wel niet zonder tape.”

Een maand lang zwoegde hij intensief. Op nieuwjaarsdag liep hij om half negen in de ochtend al op het strand. “Ongelooflijk dat Lieven zoiets doet voor iemand. In het begin was het gevoel in de voet vreemd, alsof je toch niet meer de feeling van vroeger hebt, maar na een maand was dat vreemde gevoel weg. Je moet letterlijk weer durven tegen een bal trappen.”

wee jaar geleden was De Panne ook de uitvalsbasis van de Rode Duivels voor de voorbereiding op het Euro 2000. “De verwachtingen zijn even hoog als toen”, weet Bart Goor. “Dat wil zeggen : de tweede ronde halen. Ik vind dat toch wel wat eigenaardig. Ik herinner mij nog goed de sfeer voor de barrageduels tegen Tsjechië. Iedereen dacht dat de Belgen zouden worden uitgeschakeld.”

Natuurlijk is het wel realistisch, hopen op een plaats in de achtste finales, geeft Goor toe, maar onderschatting van de tegenstanders zou een slechte raadgever zijn. “Japan bracht in sommige wedstrijden goed voetbal. Iedereen doet nu wat minnetjes over Tunesië, maar ik zag ze bezig tegen Duitsland en het leek me een stevige, technisch sterke ploeg. Alles hangt af van de eerste wedstrijd, een goed resultaat zorgt voor positief denken, goede sfeer en vertrouwen. In geval van een nederlaag zal er van begin tot einde kritiek zijn.”

België, denkt Goor, heeft een goede ploeg als de spelers honderd procent geconcentreerd zijn, fysiek en mentaal. “België kan het zich niet veroorloven om twee, drie spelers uit vorm te hebben. Dan wordt het een pak moeilijker, want we hebben geen sterspelers à la Zidane. Als wij er als ploeg in Japan zullen staan, gaan we een goed resultaat halen. Anders niet.”

De euforie die de kop opstak na de ultieme kwalificatie tegen Tsjechië, werd dit voorjaar alweer weggeveegd door matige tot dramatische oefeninterlands. “Misschien niet slecht”, denkt Goor. “Zo weet je weer dat je geen topland bent, en dat de resultaten er alleen komen als je als groep hard werkt. Het zal nooit lukken als we geen honderd procent geconcentreerd zijn. Dat er dan wat negativisme ontstaat, is logisch, maar ik wil wel opmerken dat de kwalificatie wel behaald werd met ongeveer dezelfde ploeg. Het kan dus beter.”

Op het EK in eigen land kwamen de Rode Duivels in drie wedstrijden slechts twee keer tot scoren, in de openingswedstrijd tegen Zweden. Een probleem leek geboren, maar in de voorronde op het WK leek het al even gauw weer van de baan. België scoorde 32 keer, een gemiddelde van iets meer dan twee doelpunten per wedstrijd. Maar tegen Kroatië, de andere WK-deelnemer, werd dan weer niet gescoord. Conclusie : het wordt straks offensief weer niet makkelijk ? “Neen”, twijfelt Goor niet. “Maar belangrijk vind ik dat we in die wedstrijden tegen de Kroaten en later tegen de Tsjechen ook weinig goals slikten, samen slechts één. Daarnaast creëerden we in de barrageduels tegen Tsjechië wel veel kansen. We waren dus helemaal niet kansloos, in alle betekenissen van het woord.”

et is, vindt Bart Goor, daarom niet nodig om zich zorgen te maken. “Het zal krap worden, maar dat geldt volgens mij voor elke ploeg. De les uit de wedstrijd tegen Turkije op het EK is volgens mij dat je altijd vanuit een goede organisatie moet vertrekken. Eerst zorgen dat er geen goals achterin vallen, en dan proberen je eigen kansen te verzilveren. Die komen er toch, dat zag je wel tegen de Tsjechen. Spektakelstukken, nipt of niet, dat maakt mij allemaal niks uit. Als we maar winnen.”

Nochtans blaken de aanvallers niet van goede vorm en zelfvertrouwen. Emile Mpenza speelde maar weinig wedstrijden de voorbije drie maanden, Branko Strupar staat niet scherp, en Bob Peeters is helemaal afwezig. “Een fitte Emile kan je altijd gebruiken, maar zijn afwezigheid kan worden opgevangen, al is het dan door andere types. Wie zolang niet speelt, mist wedstrijdritme, en dat is bij hem wel het geval, vrees ik. Je kan dan wel ontzettend fris zijn, ritme heb je niet. Zeker niet in Duitsland, waar er geen competitie is voor de invallers. Wie uit een blessure komt, wordt er onmiddellijk in de strijd gegooid.

“Strupar worstelt wellicht met hetzelfde probleem, een gebrek aan wedstrijdritme. Ik weet niet of Branko uiteindelijk mee zal mogen, maar feit is wel dat hij met een vrije trap nog altijd het verschil kan maken. Branko scoort heel makkelijk, je kan hem altijd een kwartier voor tijd inbrengen en het verschil laten maken. Een Branko zonder ritme is volgens mij nog altijd te gebruiken als joker.”

Sinds september 2000 maakte Bart Goor als international zes doelpunten, eentje minder dan Marc Wilmots. Het gevaar blijkt dus vooral uit de tweede lijn te komen. Ook op het EK scoorde Goor. Natuurlijk komt er zo wat druk op zijn schouders te liggen, erkent de linkermiddenvelder, maar topschutter van de ploeg zal hij wel niet worden. “Ik ben iemand die straks misschien zijn goaltje meepikt, maar het belangrijkste zal zijn, zoals ik al zei, dat de organisatie er staat. Dat het blok, zowel verdedigend als offensief, goed in elkaar steekt.”

In het oefenduel tegen Slowakije zag het middenveld er weer uit zoals op het EK, met Goor, Wilmots en Verheyen als de offensieve krachten. De kritiek was groot, omdat net als op het EK dat middenveld creativiteit tekort kwam. Zal dat straks opnieuw blijken ? Goor : “Slowakije is niet te vergelijken met een wedstrijd op een toernooi, waar de sfeer heel anders is. In Japan zullen we tweehonderd procent geconcentreerd bezig zijn met de Belgische vlag te verdedigen, bij wijze van spreken. Met dezelfde ploeg zullen we daar héél anders spelen.”

ewees Euro 2000 niet dat het de Rode Duivels lastig valt een defensief blok te ontwrichten, wat straks in de groep met Rusland, Tunesië en Japan, toch drie keer aan de orde zal zijn ? Goor knikt instemmend. “Daarom heeft België ook geen wereldploeg die vertrekt met als doel een plaats in de halve finales. Trouwens, zo slecht was het EK ook weer niet. Tegen Turkije dwongen we kansen genoeg af om direct twee keer te scoren, van Zweden wonnen we. Tegen Italië was het niks, maar die ploeg slikte dan ook in het hele toernooi nauwelijks een goal en haalde de finale. Misschien moeten zij een les voor ons zijn, al mogen we het straks niet te verdedigend aanpakken, anders bakken we er offensief niks van.

“Nee, voor mij zijn de duels tegen Tsjechië de norm. Met een goede mix tussen organisatie en offensief voetbal hebben we hen tot het maken van fouten gedwongen. Dat zullen we opnieuw moeten doen.”

door Peter T’Kint,

“In Berlijn trainde ik minder hard dan in Anderlecht.”

“Spektakel ? Als we maar winnen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content