Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Een doelman is hij zeker niet, maar: is hij nu een spits, een middenvelder of een verdediger? Tegen Charleroi en Roeselare presteerde hij uitstekend als rechtsback en merkte Georges Leekens op dat spelers op een voor hen ongewone positie soms meer kans maken op een grote carrière. Brecht Capon (21) zelf weigerde die polemiek te voeren. Hij zou, zei hij, pas na het seizoen spreken. Maar zaterdag was hij geelgeschorst en ging hij toch even voor ons zitten. “Op eender welke positie zal ik het seizoen met volle goesting volmaken”, benadrukt hij. “Daarna zien we wel.”

Wat er binnenin hem leeft, is dat hij nog niet overtuigd is dat hij geen aanvaller is. “Ik lees overal dat ik bij Club Brugge slechts 1 keer scoorde in 31 wedstrijden, maar daarvan speelde ik er wel slechts 3 als centrumspits. Mocht ik eens voluit de kans en het vertrouwen als spits in een tweespitsensysteem krijgen en niet blijken te voldoen, dan zou ik mij er makkelijker bij kunnen neerleggen dat ik rechtsmidden of rechtsback sta.”

Tegen Westerlo en Standard maakte hij zijn eerste goals voor KV Kortrijk. Tussendoor beklemtoonde Gert Verheyen, ex-beloftecoach van Club, in Sport/Voetbalmagazine dat Capon wel degelijk een snelle en slimme spits mét torinstinct is. Franky Van der Elst wou hem afgelopen zomer voor die kwaliteiten heel graag naar KVSK United halen. “Club lichtte de optie in mijn contract tot 2011, maar was op mijn vraag bereid om mij een jaar uit te lenen”, vertelt Capon. “Ik was zo goed als rond met United, maar de clubs raakten het niet eens. Na een gesprek met Leekens zag ik hier hetzelfde perspectief: hij zou mij een kans geven in de spits, hij zei dat hij geen flankspeler in mij zag. Als je dan in de hele voorbereiding maar 45 minuten in een tweespitsensysteem mag spelen, ben je wat ontgoocheld. Ondertussen zijn daar slechts 10 minuten bijgekomen. Wat vaak terugkeert, is dat ik een lichtgewicht ben, maar dan denk ik: waarom lees ik niet dat anderen traag of eenvoetig zijn?

“Iedereen is ermee gediend op zijn kwaliteiten en niet op zijn gebreken uitgespeeld te worden. Met zijn spelinzicht en zijn traptechniek was Ivan Leko voor mij de ideale foerier. Mijn doelpunt voor Club tegen Westerlo was een typisch Capondoelpunt: perfecte loopactie in de rug van de verdediging, perfecte dieptepass, ik omspeel de keeper en scoor. Hij speelde graag met mij, hij zei: ‘Je bent een heel goede spits, ik kan van jou een grote spits maken.’ Toen hij vertrok, werd het zelfs op training moeilijk voor mij. Ik had hem nodig om echt top te kunnen zijn. Er waren nog veel goede voetballers, maar niet één iemand die mij met mijn manier van voetballen perfect kon vrijspelen. Bij Kortrijk was ik blij met de aanwezigheid van Sven Kums. Ik ken hem van bij de nationale belofteploeg en met hem is mijn gevoel hetzelfde als bij Ivan Leko. Daarom vind ik het des te jammerder dat ik niet in de spits mag spelen.

“Ik las ook al dat ik te braaf ben, maar wat moet ik doen? Ik ben iemand die hoe dan ook altijd alles geeft voor de ploeg waarvoor hij speelt. Is dat ’te braaf’? Misschien. Maar wat bereik je met je ongenoegen te uiten en onrust te stoken? Ik vind dat geen oplossing. Het is niet slecht dat ik op andere posities kan tonen wat ik in mijn mars heb, een complete speler moet eigenlijk overál kunnen spelen. Als ik als verdediger alles onder controle kan houden, geeft mij dat ook voldoening, maar dat ik als rechtsback de grootste carrière kan maken, is naar mijn gevoel een voorbarige conclusie.”

CHRISTIAN VANDENABEELE

‘Na het vertrek van Leko werd het moeilijk voor mij bij Club.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content