Voetballer af is Patrick Asselman begonnen aan zijn trainerscarrière. Dat combineert hij met zijn werk bij een beursvennootschap.

“Ik had nooit de stap van de Portugese eerste klasse naar de Belgische tweede klasse mogen maken”, zucht Patrick Asselman. “Terugkeren naar Denderleeuw is allicht de grootste fout uit mijn loopbaan geweest. Ik had enkele aanbiedingen van andere Portugese eersteklassers, maar de drang om naar België terug te keren was te groot. Bovendien had ik misschien nog wel een Belgische eersteklasser gevonden, maar je weet hoe dat gaat : je bent van de streek, je vader is er jarenlang trainer geweest en Asselman was een naam in Denderleeuw. Ik kreeg er een contract voor nog drie jaar als speler en nadien drie als lid van de technische staf. Maar toen ik in mijn eerste seizoen na mijn zoveelste blessure besliste om te stoppen, hoorde ik niks of niemand meer. En over mijn functie in de technische staf werd met niet één woord meer gerept. Ook mijn vader heeft er op een weinig propere manier afscheid moeten nemen. Hij is nu technisch directeur bij Eendracht Aalst.”

Net als de vader is ook de zoon bezeten van het trainersvak. Bij de Asselmans thuis werd er maar over één zaak gepraat en als hij kon, ging Patrick op latere leeftijd wel eens een tegenstander scouten voor pa. Dat fanatisme tracht hij nu over te brengen bij de Oost-Vlaamse eersteprovincialer Geraardsbergen, waar hij aan zijn tweede seizoen is begonnen. “Als de training om half acht begon,” blikt hij terug op zijn eerste seizoen, “waren er nog die om twee voor of twee over half acht toekwamen. Toen heb ik iedereen op zijn plichten gewezen. Ook al zijn ze geen profs, ze verdienen met hun hobby aardig wat bij, dus daar mag wel discipline tegenover staan, vind ik.”

Voorlopig heeft Asselman genoeg met zijn A-diploma waar hij overal mee aan de slag kan, behalve in een profclub. “Ik heb tijd”, klinkt het rustig. “Over een jaar of vijf wil ik wel in derde klasse trainer zijn. Er zijn nu al trainers op overschot en de kans dat de Belgische eerste klasse uit achttien clubs zal blijven bestaan, lijkt toch bijzonder klein.” In zijn schaarse vrije uren probeert hij wat op te steken van de grote trainers. Dan staat hij aan de trainingsvelden van AA Gent of Club Brugge. “Ik ben bijzonder leergierig. Als ik naar het voetbal kijk, ook op tv, hou ik me vooral bezig met wat er ver uit de buurt van de bal gebeurt. Daar gaat het ook om.”

Overdag zit Asselman achter een bureau van een beursvennootschap in Liedekerke. “De baas ken ik nog van vroeger. Hij gaf me de kans om bij hem te komen werken en aangezien ik ook als voetballer de beurs nogal goed in de gaten hield, ben ik op zijn aanbod ingegaan. Voorlopig hou ik me bezig met de administratie. Het is een job die je vooral door zelfstudie onder de knie krijgt. Ik tracht ook nieuwe klanten aan te trekken. Voorlopig heb ik echter niet de ambitie om vermogensbeheerder te worden. Bovendien is het economisch niet de beste periode om op de beurs te spelen. Een beursvennootschap staat bij vele mensen nog synoniem voor aandelen met een groot risico, terwijl wij eigenlijk dezelfde diensten als een bank aanbieden.”

Het leven achter het computerscherm bevalt hem best, heimwee naar zijn heerlijke leven als voetballer heeft hij niet. “Ik heb gezien de omstandigheden alles uit mijn carrière gehaald”, zegt Asselman. “Van mijn dertien jaar als prof was ik toch ruim drie jaar out met een blessure. Ik wist van mezelf dat ik niet de kwaliteiten van een grote spits had. Daarvoor was ik niet explosief genoeg en miste ik in de zone van de waarheid het torinstinct. Ik kwam veel beter tot mijn recht achter de spitsen, maar bij Standard kwam ik in de spits terecht omdat Guy Vandersmissen, voor wie ik werd aangetrokken, uiteindelijk toch bleef. Was hij vertrokken, dan hadden mijn carrière en palmares er heel anders kunnen uitzien. Ooit lag ik in de balans met Czerniatynski voor een plaats bij de Rode Duivels. Wij speelden op zaterdag met Standard en ik scoorde één keer. Op zondag trad Czernia met Antwerp aan tegen Cercle Brugge en ik volgde de wedstrijd via de radio. Hij scoorde drie keer en toen wist ik het wel. Hij ging mee naar Praag voor de belangrijke kwalificatiematch tegen de toenmalige VTS voor een plaats op de wereldbeker in Amerika, en hij scoorde er nog ook.”

Vooral aan zijn periode op Madeira bewaart hij goede herinneringen. “Behalve aan de afzonderingen. Zelfs na een thuismatch trokken we op afzondering tot maandagmiddag. Dan moet je weten dat het hotel waar we verbleven recht tegenover mijn appartement lag. Ik kan je verzekeren dat het dan serieus begint te knagen. Zelfs toen de club na twintig jaar nog eens van Benfica had gewonnen en de hele stad in feeststemming was, viel er niet aan te ontkomen. In plaats van bier en wijn met de vrienden wachtte er ons in het hotel droog brood met melk.”

door Stefan Van Loock

‘Van mijn dertien jaar als prof was ik er toch ruim drie out met een blessure.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content