CasINEOS royal

© getty

Na het forfait van Chris Froome wordt de Ronde van Frankrijk volgens velen een casino. Langer dan ooit is ze immers, de lijst met gokkende favorieten dromend van de gele trui. Tenzij het balletje van Team INEOS op de Tourroulette toch weer goed valt, met Geraint Thomas of Egan Bernal als prijswinnaars. En die kans is reëel.

De aura van ongenaakbaarheid. Weg! De mystiek van de leider weg. Weg! De fameuze val van Chris Froome in de Dauphiné ontlokte meteen harde conclusies. Geen zo goed als zekere jackpot meer voor Team INEOS. Meer dan ooit zouden andere kanshebbers geletruisymbooltjes op de casinoslots zien flikkeren. Zeker toen ook Tom Dumoulin, de tweede van vorig jaar, afhaakte.

Vergelijkingen werden bovengehaald met andere eerste edities zonder dominerende figuren als Jacques Anquetil, BernardHinault, Eddy Merckx, Miguel Indurain en Lance Armstrong. Toen stonden nieuwe jonge goden op ( Felice Gimondi 1965, Laurent Fignon 1983, Jan Ullrich 1997) en/of maakten renners van het vacuüm gebruik om hun enige Tourzege te behalen ( Lucien Van Impe 1976, Oscar Pereiro 2006). Ook de editie van 2014 werd nog eens bovengehaald, toen Chris Froome door een val in het begin van de Tour opgaf. Plots stond Vincenzo Nibali op als de croupier die de kaarten uitdeelde, met de verrassende Jean-Christophe Péraud en de jonge Thibaut Pinot als lachende tweede en derde. Froomes luitenants Richie Porte en Geraint Thomas (toen nog een halve klassieke renner) zakten door het ijs. Zo werd het de enige Tour sinds 2012 waarin een Team Skyrenner geen maillot jaune mocht aantrekken.

Door de afwezigheid van Froome beschikt Team INEOS nu zelfs over een extra helper om op kop te sleuren.

Met het risico de volgende drie weken ingehaald te worden door de realiteit deze (niet eens boude) voorspelling: dat zal ook na de komende Tour zo blijven. En wel hierom:

Onzelfzuchtige kopman(nen)

Sinds 2012 hanteert Team Sky dezelfde duidelijke – mission clarity is een van de mantra’s van grote baas Dave Brailsford – strategie: één leider met een back-upkopman. Zo ontstonden de koppeltjes Wiggins-Froome, Froome-Porte, Froome- Landa en Froome-Thomas. De ene keer liep dat al vlotter dan de andere. Met name in 2012, toen Froome zich niet gedwee neerlegde bij de koppositie van Wiggins. En ook vorig jaar ontstond er lichte wrevel, toen Thomas geen plan B maar ‘plan G’ wilde zijn. Desondanks zou er in de ploegentijdrit, in geval van pech, niet op hem gewacht worden. Op Froome wel, zoals die ook een mobiele airco op zijn kamer kreeg en Thomas niet. De viervoudige Tourwinnaar verklaarde binnen de ploeg zelfs openlijk dat hij zou aanvallen, nochtans nadat zijn teamgenoot de macht had gegrepen in de Alpen. Aanvallen dééd Froome ook, maar toen hij in de Pyreneeën op de Col de Portet kraakte, legde hij zich definitief neer bij de suprematie van Thomas, met wie hij – zo bleven ze benadrukken – even goeie vrienden bleef. Al gaf sportdirecteur Nicolas Portal onlangs toe dat ze achter de schermen continue bezig geweest waren om ‘iedereen tevreden te houden’.

Ook voor de komende Tour lag er, na het forfait van Froome, aanvankelijk een plan A (Geraint Thomas) en plan B ( Egan Bernal) op tafel. Zelfs na de val van de Welshman in de Ronde van Zwitserland en de eindoverwinning van de Colombiaan bleef iedereen dat herhalen. ‘Uit respect voor de titelverdediger’, klonk het. Zo zou ook de grootste druk op Thomas’ schouders rusten, want die heeft na dertien grote rondes de ervaring die zijn ploegmaat niet heeft. Ook al eindigde de toen pas 21-jarige Bernal in 2018 al als vijftiende in zijn eerste Tour, ondanks veel knechtenwerk.

Toch veranderde die na zijn zege in Zwitserland schijnbaar licht van toon. Ervoor noemde Bernal het ‘ethisch niet correct’ dat hij naar de Tour zou gaan met de stiekeme gedachte dat hij misschien de leider kan worden, als Thomas zou tegenvallen. Ná zijn eindwinst zei de Colombiaan – al dan niet zo bedoeld – dat hij G zou helpen ‘als die beter is dan ik’ – let op de als.

Een voorbode op de Tourselectie van Team INEOS? Want toen klonk het plots: ‘Thomas en Bernal als co-leiders’. ‘Zo hebben we meer opties’, aldus de Welshman. Vanwaar de plotse switch? Had diens val in Zwitserland een grotere impact (hersenschudding?) dan eerst gedacht? Stond Bernal op zijn strepen, zoals Thomas vorig jaar? Toen eiste G het medekopmanschap (wat hij aanvankelijk dus niet helemaal kreeg), en gebruikte hij het als hefboom tijdens onderhandelingen over een nieuw contract. Gesprekken die na zijn eindwinst uiteindelijk uitmondden in drie seizoenen extra ter waarde van vier miljoen euro per jaar. En niet te vergeten: begin oktober tekende ook Bernal een nieuwe verbintenis, van vijf seizoenen. Goed voor jaarsalarissen van tweemaal 2 en driemaal 3 miljoen, in totaal 13 miljoen euro. Mét de belofte dat hij de man van de (nabije) toekomst zou worden bij Team Sky/INEOS.

Oorspronkelijk zou Bernal al in de Giro het kopmanschap dragen. Tot hij net ervoor op training zijn sleutelbeen brak en zijn focus naar de Tour verlegd werd, als opnieuw luxehelper voor Froome/Thomas. Een plan (zonder Giro) dat tot in maart concreet werd besproken, toen Pinarello, de Italiaanse fietsenconstructeur van de Britse ploeg, druk zette om Geraint Thomas naar Italië te sturen. Maar die wilde absoluut zijn Tourtitel verdedigen. Bovendien zou de Giro te vroeg vallen, na een feestwinter.

Zo start INEOS nu toch met twee ‘joint leaders’, voor het eerst – in tegenstelling tot vorig jaar – vooraf ook openlijk uitgesproken. Meer mission clarity dus. En dus zal op Thomas én Bernal gewacht worden in de ploegentijdrit, en krijgen beiden mobiele airco – daar kan je toch van uitgaan. Minder spanningen dus, ook omdat beiden nu al aangaven elkaar te zullen helpen. Bernal is immers (nog niet) zo zelfzuchtig als Froome. En ook Thomas zal, mocht Bernal sterker zijn, zich vlugger neerleggen bij the changing of the guard dan Froome vorig jaar. Vergeet niet dat de Welshman tot voor 2018 zich altijd als een loyale modelhelper opgesteld heeft, al van toen hij lid was van de Britse pisteploeg bij de jeugd. Zijn toenmalige coach Rod Ellingworth vertelt nog vaak het verhaal van een meeting waarin hij (als test) aan zijn renners vroeg of er iemand kandidaat was om een topfavoriet van een ander land uit te schakelen. Hoe? Door in de puntenkoers voor de wielen van die grote concurrent te vallen. Eén iemand stak meteen zijn hand op. Thomas. Niet toevallig toen Selfless Geraint genoemd.

Fysiek/mentaal sterke kopman(nen)

Los van de leiderschapskwestie is dé vraag of Thomas en Bernal fysiek en mentaal sterk genoeg zijn om in het Tourcasino de juiste kaarten uit te spelen. De Welshman is een vraagteken na zijn Jan Ullrichwinter (met veel extra kilo’s), een opgave in Tirreno-Adriatico (maagproblemen), een ingekorte hoogtestage op Tenerife (wegens slecht weer) en een vroege val in de Ronde van Zwitserland. Geen enkele zege zelfs, al leek G met een derde plaats in de Ronde van Romandië wel op schema en zou hij samen met Froome in de daaropvolgende, tweede, hoogtestage op Tenerife de stenen uit de Teidevulkaan geknald hebben. Het verschil tussen Thomas’ bolle wangen van januari en diens scherp afgelijnde jukbenen nu is alleszins groot. De Welshman miste door zijn crash in Zwitserland wel de competitie/klimkilometers, maar zou dat met zware trainingssessies gecompenseerd hebben. Voldoende om weer een gooi naar geel te doen?

Heeft de val van Geraint Thomas in Zwitserland een grotere impact gehad dan eerst gedacht?
Heeft de val van Geraint Thomas in Zwitserland een grotere impact gehad dan eerst gedacht?© getty

De druk, deze keer uit de schaduw van Froome, zal op zich geen probleem zijn voor een renner die al twee keer goud pakte in een olympische ploegenachtervolging. ‘De stress voor die finales was nog véél groter dan die van vorig jaar in de Tour’, aldus Thomas. Toen veroverde hij ook al na elf dagen de gele trui en hield hij ondanks alle, steeds terugkerende, vragen over een mogelijke broedermoord met Froome, het hoofd koel. Dat hij het zonder een moment van zwakte of tactische fout kon afwerken gaf hem bovendien een extra scheut zelfvertrouwen. ‘ I can do this again!’

Indien G’s krachten toch vroegtijdig zouden verdwijnen, dan heeft INEOS Bernal achter de hand. Weliswaar een jonge troefkaart: 22 jaar en 174 dagen – waarmee hij de eerste Tourwinnaar jonger dan 23 kan worden sinds Laurent Fignon in 1983 – en ook een onervaren, met slechts één grote ronde (Tour 2018) in de benen – de laatste die met zo weinig bagage de Tour won, was Alberto Contador in 2007. Met zijn VO2max van 88,8 ml/kg/min is Bernal dan ook een zelden gezien toptalent. Een bijzonder grote motor die zijn coach bij Team INEOS, Xabier Artetxe, langzaam heeft opgedreven, met dit jaar langere trainingen in het hooggebergte, om de ritten met opeenvolgende cols beter te kunnen verteren. In de Ronde van Zwitserland bleek dat al, onder meer op de hoge Alpenpassen. Voor de Colombiaan, geboren in Zipaquirá op 2650 meter, worden de zeven plus tweeduizendmetercols in de Tour (waarvan drie aankomsten bergop) dus meer een voor- dan een nadeel.

In Zwitserland baarde Bernal nog het meest opzien met zijn tijdrit, waarin hij 11e werd, op slechts 19 seconden van wereldkampioen Rohan Dennis (6e, na winnaar Yves Lampaert). Al was ook dat geen grote verrassing, na Bernals zesde plaats in de chronoproef in Parijs-Nice. Ondanks zijn slechts 60 kg heeft hij er immers de lichaamsbouw voor: lange armen en benen in vergelijking met zijn romp. Hefbomen waarmee Bernal op zijn tijdritfiets even hoge wattages kan duwen als op zijn gewone racefiets, iets waar weinig renners in slagen. Tijdens de tijdrit in Zwitserland toonde de ex-mountainbiker (tweevoudig medaillewinnaar op het WK junioren) ook hoe behendig hij is met de fiets. Zoals de Colombiaan in de windslag in Parijs-Nice ook gezwind meevlamde op de eerste rijen. Nota bene nadat ploegmaat Luke Rowe hem ’s ochtends de kunst van het waaierrijden uitgelegd had.

De tactische controle, de maturiteit en kalmte die Bernal in de Koers naar de Zon en in de Ronde van Zwitserland uitstraalde (in een weliswaar beperkter deelnemersveld dan in de Dauphiné), is ook geen toeval: hij wordt binnen de ploeg als zeer intelligent en leergierig omschreven, zich vlug aanpassend (hij leerde binnen de zes maanden Engels) en goed liggend bij zijn teamgenoten. Niet iemand die vlug zal kraken onder de (eventuele) druk van de gele trui.

Even sterke ploeg

Als geen ander team heeft INEOS ervaring met het ‘managen’ van een grote ronde. Strength in numbers, met naast de twee spitsen zeer stevige polyvalente middenvelders: Jonathan Castroviejo, Gianni Moscon, Michal Kwiatkowski, Wout Poels en de afgeslankte kasseirenner Dylan van Baarle. Die laatste twee vulden de leemte op die Chris Froome plots naliet in de Dauphiné, met twee ritzeges in de bergen – Poels klopte zelfs alle andere Tourfavorieten. Opvallend: sinds zijn verhuizing naar Team Sky in 2015 won de Britse ploeg de vijf grote rondes waarin de Nederlander zijn kopmannen Froome en Thomas bijstond (3x Tour, 1x Vuelta, 1x Giro). En ook nu belooft (de eveneens rijkelijk betaalde) Poels zijn kansen op te offeren.

Verwacht van Team INEOS dus geen andere, minder controlerende manier van koersen. Door de afwezigheid van Froome beschikt het nu zelfs over een extra helper om op kop te sleuren. Renners als Romain Bardet zullen misschien meer dan ooit aanvalsplannen smeden, maar als de INEOS-klimtrein weer zo’n gelijkmatig, versmachtend tempo oplegt, zullen die snel in duigen vallen. Aan Thomas en/of Bernal om dan in de slotkilometer(s) een dodelijke kogel af te schieten. Zoals de Welshman dat vorig jaar in de Tour en zoals de Colombiaan dat in de jongste Ronde van Zwitserland perfect uitvoerde (op de Flumserberg was hij de laatste 2,5 km zelfs sneller dan Marco Pantani tijdens diens recordtijd). Bernal, meer pure berggeit dan Thomas, hoeft dus niet met stroomstoten te klimmen, hij kan het ook op de afgemeten INEOS-manier.

Ook de parcoursopbouw van de Tour leent zich tot een vroege, gecontroleerde machtsgreep. Na de ploegentijdrit in Brussel (waarin INEOS normaal minstens top drie haalt) en na de 27 km lange golvende tijdrit voor de eerste zware Pyreneeënetappes kan een (goede) Geraint Thomas al zijn concurrenten op minstens een minuut hebben gezet – bij gebrek aan tijdrijders Dumoulin/Froome/Roglic. Niet toevallig noemde G die chronoproeven twee ‘sleuteletappes’.

Evengoed pronkt zelfs Bernal, mede door zijn hardrijderscapaciteiten, dan al in het geel. Tussenin, in rit zes, ligt immers ook nog de zeer steile aankomst (met een piek tot 24%) op La Planche des Belles Filles. Daar kan al duidelijk worden op welke kopman Dave Brailsford het best zijn geld inzet. De kans dat hij met een van hen weer de jackpot opstrijkt is dus reëel. Of hoe de Tour, ondanks de zogenaamde verdwenen aura van onaantastbaarheid, toch weer een CasINEOS Royal zal worden. Met een jonge Colombiaan als prijswinnaar. Zeg dat zelfs ene Eddy Merckx het al na Parijs-Nice voorspeld heeft: ‘Als hij start, wint Bernal de Tour.’

Al kan ook de Grootste Ooit er, net als wij, compleet naast zitten.

Tegenstand niet sterk genoeg

L’année ou jamais, titelde L’Équipe vorige week op zijn cover. Nu of nooit voor de Fransen Romain Bardet en Thibaut Pinot. Zoals dat ook geldt voor Nairo Quintana, Jakob Fuglsang, Richie Porte, RigobertoUran, Steven Kruijswijk, Dan Martin… – in mindere mate voor de jongere Adam Yates en Enric Mas. Geen van hen lijkt zich echter op te werpen als dé opponent voor Team INEOS. In de Dauphiné bleek zelfs Wout Poels de sterkste bergop… Alleen Fuglsang vloog de voorbije maanden, al kraakte die in het verleden telkens in de slotweek van de Tour. Voor anderen zal de piekvorm misschien nog komen, maar de vraag is of zij én de klimmers- én de tijdrijderscapaciteiten én de ploeg hebben om het duo Geraint ThomasEgan Bernal te ontwrichten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content