Pierre Bilic

Bij AA Gent en Club Brugge dachten ze dat hij niet uit het goede hout gesneden was om hoofdcoach te zijn, maar ondertussen bewijst Cedomir Janevski bij Rode Ster Belgrado het tegendeel. Ondanks de financiële problemen van de club, staat Rode Ster mooi in de hoogste regionen van de Meridian Superleague. Toch stroomt er nog altijd blauw-zwart bloed door de aderen van de Macedoniër. “Ik hoop vurig dat Club de titel pakt.” Zelfs met Jacky Mathijssen aan het hoofd? “Dat Mathijssen daar nu coach is, verandert niets aan mijn gehechtheid aan de club.”

Toch heeft de aanstelling van Mathijssen hem pijn gedaan. “Sinds mijn vertrek eind 2007 heeft Club Brugge niks meer gewonnen. De Belgische beker is nog altijd de laatste trofee. Ik wilde niet de assistent worden van Mathijssen. Dat heeft niks te maken met zijn kwaliteiten en zijn professionalisme, maar met zijn gebrek aan ervaring. Trond Sollied is door de wol geverfd, zíjn assistent ben ik met plezier. Maar wat heeft Mathijssen gedaan vóór hij naar Brugge kwam? Coach van Sint-Truiden en Charleroi. In feite had hij dus minder ervaring dan ik. Ik heb immers al redelijk wat doorstaan als coach: de promotie met provincialer Blankenberge, het werken met de jongeren van Brugge, Europese successen met Sollied in Olympiacos, en het reanimeren van Club Brugge na het ontslag van Emilio Ferrera, … Ik denk dus dat ik wel kan zeggen dat ik al wat meegemaakt heb. Ik had meer ervaring dan Mathijssen.

“Na de gewonnen bekerfinale hebben de spelers mijn naam gescandeerd in de kleedkamer. Dat was een fantastisch moment. Standard was al zeker van Europees voetbal, wij niet. Wij moesten die finale winnen. De druk was enorm, dus achteraf was ik heel gelukkig voor de spelers, voor heel de club en voor Michel D’Hooghe in het bijzonder. Hij had immers zijn vertrouwen in mij gesteld.”

Een paar weken voor die finale had Janevski iets vreemds meegemaakt met Jacky Mathijssen, toen nog trainer van Charleroi. “Voor de wedstrijd Charleroi-Club Brugge had Mathijssen in de pers verkondigd dat hij verbaasd zou zijn als Club niet aan hem zou denken voor de job van hoofdcoach voor het volgende seizoen.”

Wilde de Limburger zijn Brugse collega destabiliseren door te wijzen op het interim-karakter van zijn functie? Een psychologisch spelletje voor de match? “Terwijl we op weg waren naar Charleroi, ontving ik een sms van Mathijssen: ‘Geloof niet alles wat er in de kranten verschijnt.’ Hij heeft het me zelfs daarna nog eens expliciet op de man af gezegd. Maar na de match verkondigde hij weer doodleuk: ‘Het zou me verbazen als Club Brugge niet aan mij denkt.’

“Bepaalde methodes van Mathijssen zou ik nooit imiteren. Sollied zou zoiets nooit doen.”

PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content