Gaëtan Englebert kan onder Emilio Ferrera de belangrijke rol weer opnemen die hij voor blauw-zwart onder Trond Sollied speelde. ‘De trainer ontslaan was een harde beslissing, maar misschien had Club die nodig om iedereen te laten inzien hoe ernstig de toestand was.’

De wenkbrauwen die bij veel mensen nog scherp gefronst stonden toen ze vernamen dat Emilio Ferrera de plaats ging innemen van Jan Ceulemans als trainer van Club Brugge, hebben weer hun normale stand ingenomen. Alles went. “Wat in het voetbal telt”, zegt middenvelder Gaëtan Englebert, “zijn de resultaten. Als die goed zijn, wordt de rest ook positief.”

Met een zes op zes gaat het op dat vlak alvast naar wens. Welk gevoel heb jij, nu je iets meer dan twee weken met Ferrera hebt samengewerkt ?

Gaëtan Englebert : “Een goed gevoel. Een trainerswissel brengt soms ook een verandering teweeg in het hoofd van de spelers, die zich tijdens trainingen nu een beetje meer geven dan op het einde bij Ceulemans. Dat zie je altijd als iemand anders het heft in handen neemt, iedereen wil aan de nieuwe coach tonen dat hij er staat.”

Heerst er nu een andere sfeer in de spelersgroep ?

“De sfeer is altijd dezelfde gebleven. Onder Ceulemans waren er geen problemen in de groep. Als je gewonnen hebt, is het natuurlijk makkelijker om mensen met een goed humeur en zin om te werken naar de training te laten komen. De zeges zorgen voor een beetje meer positivisme.”

De buitenwereld was verrast toen Ceulemans werd bedankt voor bewezen diensten. Jij ook ?

“Ja, normaliter hoor je twee à drie weken vooraf iets waaien als een trainerswissel op til is. Je vangt in dat geval ook meestal de namen van enkele kandidaat-opvolgers op. Nu hadden we niets gehoord.”

Iemand als Franky Van der Elst werd heel emotioneel. Zag je ook bij spelers dergelijke reacties ?

“Ja, maar daar moet je niet mee naar buiten komen. De eerste uren is het moeilijk om met zoiets om te gaan. Als je met iemand maanden hebt samengewerkt, onderhoud je goede contacten met die persoon. Plots is dat gedaan. Maar de emoties moeten in de kleedkamer blijven. Wij moeten op het veld gaan staan en op een andere manier reageren. Je begint met iemand nieuw te werken, het gaat verder.”

Velen zeiden bij de komst van Ferrera : ‘Die man past niet in Brugge.’

“Bij Trond Sollied werd dat ook geroepen. Maar hij zorgde wel voor de beste resultaten van Club in vele jaren. Er zijn altijd mensen kandidaat om trainer te worden, maar voor Club zijn er niet bijster veel mogelijkheden. De mensen die hier de sportieve beslissingen moeten nemen, besloten dat Ferrera de beste keuze was om opnieuw een spelwijze in ons systeem te krijgen.

“Het is niet altijd makkelijk om mensen te vinden die binnen de club passen. En het is niet altijd de beste oplossing. Soms is de beste oplossing er één… zoals die met Sollied enkele jaren geleden werd gevonden. Misschien is Ferrera nu de man die we nodig hebben. De toekomst zal het uitwijzen.”

Was het niet riskant om weer iemand te kiezen die nog geen ervaring heeft bij een topclub ?

“Nee, iedereen moet zijn kans krijgen. Dat is zo voor jonge spelers. Voor jonge trainers is dat niet anders.”

Maar het was wel een cruciaal moment om iemand een dergelijke kans te geven.

“Ja, maar goed. Ferrera deed al bij verschillende clubs ervaring op, verrichtte daar goed werk met de jongens die hij ter beschikking had. Vaak verkeerden die ploegen in moeilijkheden. Ik denk dat de stress ook in die situaties niet te onderschatten is.”

Hij werd ook al meermaals ontslagen. Dikwijls klaagden de mensen over problemen die ze met hem ondervonden op het menselijke vlak.

“Hij vroeg in die bescheiden teams misschien te veel van bepaalde spelers die niet bereid waren om te luisteren of om op een dergelijke manier te werken. Misschien ontstonden zo problemen.

“Het is voor een trainer niet altijd even makkelijk bij dergelijke ploegen. Hier kan Ferrera aan de slag met een groep die professioneler is. Misschien is dat goed voor hem, om zijn ideeën en aanpak te laten renderen. Iedereen bij Club heeft zin om beter te doen dan de afgelopen maanden en om te werken, ook al is dat met andere methodes, met meer videoanalyses.”

Zijn de trainingen intensiever dan jullie gewend waren ?

“Misschien wel. Maar je mag het verschil niet voelen. Is dat wel het geval en ondervindt een speler problemen, dan wijst dat erop dat hij fysiek niet klaar is.”

Volgens Marc Degryse en anderen is Ferrera iemand die in staat is om een club op korte termijn weer op de rails te krijgen. Waarom is dat zo ?

“Hij bouwt een zekere veiligheid in op het defensieve vlak en tracht meer stabiliteit in de ploeg te krijgen. Op het tactische niveau zet hij de zaken op punt.”

Zal het seizoen niet voorbij zijn tegen de tijd dat de automatismen die Ferrera in gedachten heeft, volledig opgepikt worden ?

“Ja, dat is mogelijk. Daarom gaf de club hem een contract dat ook volgend seizoen loopt. Je kan niet van de ene dag op de andere een ploeg haar manier van spelen helemaal omgooien. Maar als er basisprincipes zijn in het systeem van een trainer die de spelers op enkele dagen kunnen leren, boek je ook op korte termijn resultaten. En door Ferrera’s contacten met de spelers en het vertrouwen dat hij geeft, is hij in staat om daarin te slagen.

Marc Degryse geeft ook aan dat nu niet wordt gevraagd om het mooiste voetbal te brengen dat ooit in Brugge gezien is. De clubleiding eist niet dat we plots elke match met drie of vier doelpunten verschil winnen. Ze wenst een ploeg te zien die wil winnen, een team dat zoveel mogelijk punten probeert te halen.”

Toen Sollied in het verleden dingen op trainingen constant herhaalde, bleef hameren op dezelfde zaken, gaf jij aan dat je daar wel van hield. Mogen we daaruit concluderen dat je blij bent dat een trainer met een gelijkaardige manier van werken naar hier is gekomen ?

“Sollied werkte van de eerste tot de laatste dag op dezelfde manier. Je hebt een coach nodig die een visie op voetbal heeft en daar bij blijft. Als spelers daarin kunnen meegaan, is het voor iedereen makkelijk werken.

“Er wordt steeds verwezen naar Sollieds spelsysteem, maar daar heb ik het niet over. Dat systeem kenden de andere trainers en de tegenstanders na verloop van tijd ook. En toch bleven we jaar na jaar resultaten boeken. Ik heb het over de manier van werken die de hele tijd dezelfde moet zijn : de trainingen, de wijze waarop een tegenstander wordt voorbereid, enzovoort.”

En dat was niet het geval bij Ceulemans ?

“Ja en nee. Ik weet het niet. Misschien zou hij het nu anders doen, na de afgelopen maanden. Dat moet je aan hem vragen.”

Een trainer ontslaan, dat is atypisch in Brugge. Was de toestand zo ziek dat een dergelijke drastische beslissing zich opdrong ?

“De laatste resultaten en de manier waarop die behaald werden, waren onvoldoende. Het was nodig dat er iets veranderde, de club moest reageren. Ceulemans ontslaan was een harde beslissing, maar misschien had Club die nodig om iedereen te laten inzien hoe ernstig de toestand was. De zaken liepen ook enkele weken geleden al niet goed, maar toen behielden we nog een kans op de titel. Met de laatste resultaten…”

Voelde je in de groep dat sommigen zich niet bewust waren van de ernst van de situatie ?

“Nee, maar we hadden matchen… Ja. Ja en nee. Er waren de laatste weken zaken die niet meer werkten.”

Waaraan denk je ?

“Kijk naar onze match tegen Gent. We speelden er in het begin van de wedstrijd tien minuten die normaal waren. De overige tachtig minuten hebben we er een Brugge gezien dat de naam topclub niet waard was. Er was niet genoeg… Noem iets op, er was niet genoeg van. Alles was negatief. Er drong zich een verandering op. Op een dergelijk moment is het spijtig genoeg de trainer die de tol betaalt.”

Terecht ?

“Het is nooit één persoon die de oorzaak is. Anders zou het gemakkelijk zijn en zou de trainerswissel al veel eerder doorgevoerd zijn.

“In de eerste ronde haalden we in Europa goede resultaten. Maar in de eigen competitie kenden we moeilijkheden. In die periode werd vaak verwezen naar blessures, naar jongens die zich nog moesten integreren. Na Nieuwjaar was er een goede stage. We vermoedden dat het vanaf januari beter zou gaan. Maar tweeenhalve week geleden was er nog steeds geen vooruitgang. In het kampioenschap haalden we op verplaatsing nog steeds niet de resultaten die nodig waren. Maar dat is niet noodzakelijk enkel de schuld van de trainer. Ook de spelers waren in fout. Ze etaleerden niet meer de goesting om alle matchen te winnen.

“De mentaliteit bij de spelers is belangrijk en moet positiever worden dan ze was. Je moet jongens op het terrein hebben die het willen doen en opvangen wat de coach zegt. Dat is nu het voordeel bij Ferrera. Iedereen luistert aandachtig naar wat hij zegt en vraagt. Dat gebeurde bij Ceulemans ook, in het begin.”

Als dat nadien niet meer of niet meer in dezelfde mate gebeurde, was dat dan te verklaren door Ceulemans’ manier van werken, namelijk de pionnen op het veld zetten met de boodschap : ‘Maak er wat van’ ?

“Spelers moeten capabel zijn om in te zien wanneer hun positionering slecht is. Als ze dat niet zelf merken, moet de coach hen daarop wijzen. Ceulemans kwam naar Brugge met het idee dat de jongens hier altijd zouden weten wat ze moeten doen. Voor hem was dat een evidentie, het tegendeel achtte hij abnormaal. Misschien liepen in Brugge net niet de juiste spelers rond om op een dergelijke manier te werken.

“Ceulemans had visies op de wijze waarop we moesten spelen. Hij kent het voetbal heel goed, weet perfect wat er gebeurt en moet gebeuren. Maar hij dacht dat de spelers het op dezelfde manier zagen als hij.”

Terwijl bepaalde spelers niet doorhadden wat hij wou ?

“Ik denk het. Ik had de indruk dat sommigen het anders zagen of het niet zagen. Bepaalde jongens wisten bij momenten niet wat of hoe.

“Ik snapte wat de trainer vroeg. Maar misschien was dat niet bij iedereen het geval, misschien begreep niet iedereen het even makkelijk als Ceulemans dacht.”

Zat er genoeg kwaliteit in de groep ?

“Dat was het probleem niet. Maar je mag de beste elf spelers van België hebben, daarom beschik je nog niet over de beste ploeg. De kwaliteiten moeten goed samen gezet worden op het terrein.”

Ceulemans zocht de afgelopen maanden vruchteloos naar de juiste mix. Jij belandde regelmatig eens op de bank. Voelde je je dan het slachtoffer van Ceulemans’ zoektocht ?

“Ja, maar ik denk dat dat zo was bij alle spelers. In het begin van het seizoen waren het anderen die niet speelden. Als een ploeg niet draait, zoekt een trainer oplossingen. Als speler moet je dat aanvaarden, zelfs al ben je niet altijd akkoord en wil je steeds op het terrein staan. Anders moet je niet bij Brugge spelen.”

Nu speurt Ferrera naar het juiste recept. Hij schakelde onmiddellijk over naar een 4-4-2-systeem. Vergt dat veel aanpassing ?

“Iedereen praat altijd over systemen en de moeilijkheden die spelers ondervinden om zich daaraan aan te passen. Ik geloof niet dat er op dat vlak problemen zijn. Het systeem dat je speelt is trouwens niet zo belangrijk als je aanvalt. Om trachten gevaar te creëren moet een zeker aantal spelers de vrijheid hebben om min of meer te doen wat ze willen. Het is niet zo dat iedereen constant loopt te denken dat speler x naar daar en speler y naar ginder moet lopen. Het systeem is enkel van belang in defensief opzicht en voor de pressing.

Pressing, iets dat we al een hele tijd bij blauw-zwart niet meer zagen.

“Op dat vlak was er een groot verschil tussen Sollied en Ceulemans. Wij zijn Brugge. Of we thuis of buitenshuis voetballen, wij moeten hoog spelen en daar de bal recupereren. Als je dat doet, heb je vaak veel ruimte. En dat is wat spelers altijd willen, zoveel mogelijk ruimte. Ferrera vraagt om zo snel als het kan druk te zetten in de zone waar we de bal verliezen. Onder de vorige trainer deden we dat onvoldoende. Ceulemans legde meer de nadruk op balbezit. We konden heel goed de bal in de ploeg houden, maar dat leverde vaak geen gevaar op. Wij schoven dikwijls niet snel genoeg op. Dan is het moeilijk om te winnen.”

‘Brugge vormt geen blok’, weerklonk ook wel eens bij jongens die tegen jullie gevoetbald hadden.

“Voor de andere ploegen was er een verschil tussen het Brugge van dit seizoen en dat van de voorgaande jaren. Vroeger kwamen tegenstanders naar het Jan Breydelstadion met het idee dat ze hier normaal gezien zouden verliezen. Maar de laatste tijd realiseerden ze zich dat ze misschien iets konden forceren.

“We staken niet langer boven de andere uit en zeiden niet meer : ‘Wij zijn de betere ploeg.’ Als we de laatste weken naar het stadion van een andere ploeg trokken, was dat met de vrees dat we er niet zouden in slagen om te winnen. Dat moet weer veranderen. We moeten iedereen weer schrik aanjagen. Bij Sollied was die mentaliteit er altijd. Voor hem waren wij steeds de betere ploeg. En met de nieuwe trainer moet dat opnieuw zo worden.”

De blijvende zoektocht naar de juiste formule was een constante dit seizoen. Na 29 speeldagen was die nog steeds niet gevonden. Is dit een verloren seizoen geweest ?

“Nee, er blijven nog enkele matchen over. Er is nog veel te winnen. We moeten de laatste drie wedstrijden spelen alsof het drie bekerfinales zijn. Als we die tot een goed einde brengen, is de kans reëel dat we op het einde van het seizoen een beter gevoel hebben dan nu.

“Het werk is nooit voor niks geweest. Je pikt vaak dingen op uit de fouten die in het verleden gemaakt zijn.”

Welke lessen moet Brugge trekken ?

“Het is niet aan mij om daarop te antwoorden. De club nam bepaalde beslissingen en moet leren uit wat ze gezien heeft. De spelers lopen hier niet rond om daar commentaar op te geven.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content