In de F1 schept Ferrari de meeste poen.

Ferrari kwam weer bovendrijven, vorige zondag in Magny-Cours. Als van oudsher. Formule 1 beantwoordt immers aan een ongeschreven basiswet: succes is recht evenredig met het gewicht van de bankrekening. En die Italianen mogen het diepst in de vleespotten van Bernie Ecclestone tasten.

De echte motor in de F1 is immers geen V8, maar geld. Het circus van Mister E, zoals zijn naaste medewerkers hem aanspreken, is de voorbije decennia uitgegroeid tot een indrukwekkende geldmachine. In 2007 draaide de F1 een omzet van om en bij de 3,4 miljard euro. Natuurlijk is het in de eerste plaats Ecclestone zelf die daar beter van wordt, maar ook de teams krijgen een flink stuk van de koek: vijftig procent van de commerciële inkomsten, zoals televisierechten, reclame rond het circuit en het hele hospitalitygebeuren.

Alleen worden niet alle teams over dezelfde kam geschoren. Volgens een onlangs verschenen boek met de weinig verhullende naam Formula Money kan Ferrari op een soort financiële voorkeursbehandeling rekenen. Boven op het rechtmatige aandeel uit de commerciële inkomsten kregen de Italianen in 2007 immers ook nog eens 33,3 miljoen dollar van Bernie. Een derde van de honderd miljoen dollar die Ecclestone de Italianen in drie schijven betaalt, omdat ze in 2005 een contract tekenden om tot en met 2012 in de F1 te blijven. Ecclestone weet immers als niemand anders dat zijn winkel staat of valt met de aanwezigheid van Ferrari. Geen echte F1 zonder Ferrari. Luca di Montezemolo, grote baas in Maranello, wist dat blijkbaar handig uit te spelen toen hij in 2005 front vormde met de andere constructeurs en dreigde een eigen kampioenschap op te starten, maar uiteindelijk trouw zwoer aan Ecclestone. “Als Eddie Jordan naar het kantoor van Ecclestone belt, dan kan de telefoon wel eventjes rinkelen. Als ze van bij Ferrari naar Bernie bellen, dan wordt meteen opgenomen”, verwoordde Niki Lauda het ooit, toen Jordan nog zijn teampje had. Ferrari heeft inderdaad altijd iets meer gemogen in de F1.

Het handgeld van Bernie is trouwens niet de enige bron van inkomsten voor Ferrari. Zo gaf de titel bij de constructeurs vorig jaar nog eens recht op een bonus van 68,9 miljoen dollar. Daarbij komt dat het team van Kimi Räikkönen op de gulste sponsors kan rekenen. In 2007 werd in totaal zowat 183 miljoen dollar op de rekening van de Italianen gestort, waarvan een slordige 100 miljoen dollar van Philip Morris kwam, het moederhuis van Marlboro. Ter vergelijking: samen krijgen de elf teams in de formule 1 per jaar circa 834 miljoen dollar aan sponsoring. Of hoe Ferrari met voorsprong het rijkste team is, en dus ook het grootste succes oogst. Want meer dan elders geldt in de F1 de wet van de sterkste. Of liever: de rijkste.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content