Ivan Basso won de Giro zonder doping.

Door Bénédict Vanclooster

Basso sei grande!!! (Basso, je bent groot). Deze letters stonden in de sneeuwmuur gekerfd langs het desolate pad over de Passo di Gavia. De manier waarop Ivan Basso (32) als Girolaureaat is ingehaald, staat in schril contrast met het boegeroep dat Alexandre Vinokourov een maand geleden naar zijn hoofd kreeg aan de finish van Luik-Bastenaken-Luik.

Nochtans hoeft Basso niet onder te doen voor Vino qua dopingverleden. Een maand na zijn eerste Girozege in 2006 werd de Italiaan ontmaskerd als pupil van de Spaanse dopingarts Eufemiano Fuentes. Net als de Kazach moest Basso twee jaar het boetekleed dragen.

Dat de tifosi hun verloren zoon weer in de armen sloten, dankt Basso niet louter aan zijn nationaliteit of eeuwige glimlach. Belangrijker is dat hij in tegen-stelling tot Vinokourov zijn fout uit het verleden toegaf en zich berouwvol opstelde. Sterker nog, sinds zijn bekentenis manifesteert de Italiaan zich als een voorvechter van dopingvrije wielersport. Transparantie: daar draait het nu bij Basso om. Journalisten worden uitgenodigd om zijn trainingskampen te volgen. Op zijn website krijgt al wie dat wenst inzage in de resultaten van zijn bloedtests.Met Aldo Sassi opteerde Basso bewust voor een trainer met een onkreukbare reputatie.

Aan de vooravond van zijn comeback in de herfst van 2008 vertelde hij: “Ik weet wat de mensen zullen zeggen als ik opnieuw koersen zal winnen. Ze hebben geen ongelijk als ze dat doen. Maar Aldo zal ervoor garant staan dat mijn prestaties zuiver zijn. In het andere geval zou het de moeite niet zijn om terug te keren.”

Boven op de Kronplatz, waar de klimtijdrit werd gereden, sprak UCI-voorzitter Pat McQuaid zijn vertrouwen uit in de hoofdrolspelers van deze Giro. “Het duel tussen Ivan Basso en Cadel Evans is er één tussen renners die honderd procent clean zijn”, stelde de Ier.

De kans is groter dan de voorbije jaren dat het podium van deze Giro – Basso, Arroyo en Nibali – overeind blijft. De dominantie die Basso etaleerde, was minder overweldigend dan in 2006. Toen reed hij schijnbaar zonder te ademen iedereen op meer dan negen minuten. Deze keer had hij een menselijk gezicht.

Berekeningen door de organiserende Gazzetta dello Sport bevestigen die indruk. Zowel op de Monte Zoncolan, waar Basso een eerste klap uitdeelde, als op de Kronplatz waren de beste klimtijden trager dan in de cera-jaren. Basso ontwikkelde in de Dolomieten een vermogen dat duidelijk onder de 6,2 watt per kilogram lichaamsgewicht bleef. Die 6,2 watt/kg gebruikt Sassi als alarmdrempel voor het lange klimwerk aan het eind van een drieweekse rittenwedstrijd. Wie een hoger vermogen ontwikkelt, is in zijn ogen verdacht. Zou het dan toch kunnen: een grote ronde winnen zonder bovennatuurlijke krachten?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content