Hij voetbalde voor KV Kortrijk, Club Brugge en Anderlecht en deelde de kleedkamer met Hein Vanhaezebrouck, Yves Vanderhaeghe en Michel Preud’homme. Lorenzo Staelens over de play-offs en de spannende strijd om de titel.

Voetbalbloed kruipt waar het niet gaan kan. AA Gent- Anderlecht staat op het punt om te beginnen als de nochtans jarige Lorenzo Staelens – donderdag werd hij 51 – de Ghelamco Arena binnen duikelt. Recht in de emotie van het eerbetoon aan Gregory Mertens. “Een goeie gast, open voor iedereen. Een respectvol eerbetoon, maar jammer genoeg krijg je er de jongen niet mee terug.” Staelens komt graag in het nieuwe stadion van Gent. “Goeie sfeer, zeker als het vol zit. Alleen qua parking is het een drama, ik heb een tijdje rond gereden voor ik aan de jeugdacademie een plekje vond.” Maar het is het waard, als rond halfelf het doek valt, hebben we er een intense wedstrijd op zitten. “Top, van het beste dat we in deze play-offs al zagen.”

Zijn oordeel over de competitieleider? Staelens: “AA Gent is een zeer enthousiaste ploeg, met veel scorend en voetballend vermogen. Sterke verdediging ook. RamiGershon vind ik top. Na Brugge bekritiseerde Hein Vanhaezebrouck zijn verdediging wat, maar hij nam Gershon toch mooi mee naar Gent, nadat hij al met hem in Kortrijk werkte. Qua gestalte is Gershon niet de allergrootste misschien. Ook dat is iets van deze tijd: na lange doelmannen, ook lange centrale verdedigers. Ik was vroeger een redelijk grote centrale verdediger, maar nu is 1,84 meter slechts middelmaat. Je wordt zelfs al bij de kleinere gerekend.

ThomasFoket speelt een ongelooflijk seizoen, vind ik. Van de bank in Oostende naar een bijna volledig seizoen als titularis bij de leider. Dat is toch een enorme vooruitgang. MosesSimon is nog niet echt aanwezig na zijn blessure, maar je ziet toch opnieuw flitsen van talent. De Simon van januari was ook compleet onbekend. Inmiddels kent iedereen hem. Anthony Vanden Borre zat in het begin een paar keer stevig op zijn huid, in de middencirkel zelfs. Ze weten: als je hem laat voetballen, is hij gevaarlijk, maar zit je er kort op, dan wordt hij een beetje bang.

Laurent Depoitre vind ik een heel goeie spits. Altijd aanspeelbaar, je ziet dat de automatismen erin zitten. De centrale verdediger zoekt SvenKums, die devieert en Laurent is altijd beschikbaar. Met NicklasPedersen heeft Gent dat veel minder. Beslissend in de resultaten, de Deen, maar minder in het spel. Dat zag je in Kortrijk. Gent had alles onder controle, maar kreeg zelf ook minder kansen en leed voorin meer balverlies. Depoitre doet me denken aan TomDe Sutter. Het lukt niet altijd, maar ze zijn zeer belangrijk en ze komen ook wel uit in de dubbele cijfers. Gent heeft een compleet middenveld: Kums, DanijelMilicevic, HannesVan Der Bruggen,… BrechtDejaegere vond ik tegen Anderlecht iets minder voor de rust, veel balverlies, maar dan doet hij goeie acties die beslissend zijn. MatzSels kan goed tussenkomen, zoals wanneer hij die kopbal van dichtbij pareert tegen Anderlecht. Knap allemaal!”

Club Brugge

Van 1989 tot 1998 verdedigde Staelens de kleuren van Club Brugge. Toen trok hij naar Anderlecht. Begin dit seizoen zat hij er nog op die andere bank, als trainer van de stadsgenoot. Toen kwam het na de match tot wat storm met voorzitter Bart Ver- haeghe. Woensdag was hij er opnieuw, in de tribunes dit keer, voor het duel tegen Charleroi. Was er van de spanning nog wat te merken? Staelens: “Neen. Dat zijn dingen die gebeuren. Ik was toen wat nerveus, zij ook, omdat ze punten verloren tegen het kleine broertje. Een voorzitter moet zich dan niet in de spelerstunnel laten zien. Blijf boven, lucht daar je frustratie en dan komt er geen reactie. Maar woensdag heb ik daar niks van gemerkt, ik ben de voorzitter ook niet tegen het lijf gelopen. Dat ik nog niet graag gezien ben op Club, dat blijft wel duren. Er zijn nog steeds supporters die verwensingen roepen als ik van de parking naar de tribune stap. Zelfs recent op Kortrijk nog. Hij zat dan wel tussen de Kortrijkfans, maar de man was duidelijk een supporter van Club. Blijkbaar slijt dat niet. Maar dat zijn enkelingen, ik heb nog steeds een goed contact met heel veel Clubsupporters die me die overstap naar Anderlecht nooit kwalijk namen. Het is ook niet omdat je niet overeenkwam over de duur van een contract, dat je al die mooie jaren en mooie momenten bij Club moet opblazen.”

Het Club van vandaag? Staelens: “Stevig geheel. Niet goed spelend, al heel de play-offs niet. Toch niet zoals ze in de competitie wél hebben gespeeld, zeker in de periode waarin Víctor Vázquez en LiorRefaelov in vorm waren en FelipeGedoz of JoséIzquierdo erboven uitstaken. Toen zag je de ene goeie actie na de andere. Nu is het wat minder, maar ze blijven mentaal en fysiek sterk. En je voelt dat de wil om de titel te pakken er honderd procent in zit. Het is nu of nooit.

Ruud Vormer is een speler naar mijn hart. Een beetje zoals ik vroeger: veel infiltratie. Niet zodanig veel aan de bal, maar wel werkkracht, lopen, diep gaan, in de zestien komen. Eentje met de mentaliteit van Club, daar hebben ze een goeie zaak aan gedaan.

“Als Club kampioen wordt, hebben ze veel te danken aan de twee centrale spitsen, De Sutter-Oulare, en aan hun sluitstuk. Die pakt punten, niet normaal. Ik vond Mathew Ryan vorig jaar ook al goed, maar nu valt het nog meer op. Die discussie dat hij te klein is? Ik snap die wel. Anderzijds: ik vind dat Ryan weinig in de lucht wordt gepakt en dat hij zeer goed uitkomt op hoge ballen. Hij heeft een enorme sprongkracht, die de centimeters die hij misschien te kort komt, compenseert. Ook zijn reacties zijn goed. Wie alleen voor hem opduikt, heeft het niet makkelijk om hem te ontwijken. Hij is zo explosief. Een andere kwaliteit is het meevoetballen, iets wat Silvio Proto mist. Altijd rustige aanname, spelen, links, rechts,… Ik denk dat ze Ryan bij de besten mogen plaatsen die ze er ooit hadden.”

“Zes matchen, zes keer op achterstand. En dan zie je de onzekerheid in de rangen sluipen. Kopje naar beneden, twijfels, gaan we het nog kunnen omkeren? Tot in Luik lukte het iedere keer, ginder niet. Ik denk dat ik me aansluit bij Marc Degryse: Club-Gent gaat over de titel beslissen. SanderCoopman heeft me aangenaam verrast. Coopman, Tuur Dierckx,… Met het oog op de toekomst heeft Club dit voorjaar een aantal jonge talenten ontdekt die kunnen doorbreken.

“Bij Club is de centrale pion in de punt belangrijk. Maakt De Sutter niet het verschil, dan doet Oulare het wel. Dat is de sterkte van Club, dat ze daar die wisselmogelijkheden hebben. De andere clubs hebben dat niet. En dat ze elkaar aanvullen. Als de ene niet goed start, maar de ander valt slecht in, dan heb je er niet veel aan. Club weet dat het wat achter de hand heeft. De ene kan zich kapot werken, de ander staat toch klaar.

“Vormer bij Club, Milicevic bij Gent, Neeskens Kebano bij Charleroi, IvanSantini bij Kortrijk… Allemaal jongens die in de zestien opduiken. Anderlecht heeft dat niet. Idem bij Standard. Er komt geen tien geïnfiltreerd, of een acht. Geen lopende mensen. Dat mis ik.

“Wat ik wel ‘raar’ vind bij de tegenstander van Club is dit: op het moment dat de tegenstander op voorsprong komt, willen ze te veel verder voetballen. Gent krijgt zo een doelpunt tegen, Charleroi ook. Als je tegen Club voor komt, moet je zo snel mogelijk diep spelen en dan aansluiten. Ze hebben het graag als je probeert uit te voetballen op het middenveld. Zeker thuis, met hun hoge pressing en een publiek dat erachter staat.”

Anderlecht

Paars-wit volgde hij live in Gent, de match in Charleroi bekeek hij thuis voor de buis. Het verdict van ex-speler Staelens? “Ze blijven meedoen, maar ze blijven ook in hetzelfde bedje ziek: te veel goals, te veel kansen tegen. Neeskens die in de slotfase vrij mag aanleggen. Het had ook daar tegen kunnen zitten. Vanden Borre wandelend op Club en op Gent, dat is pijnlijk. Je vraagt je af hoe zoiets mogelijk is. Die jongen heeft alle kwaliteiten. Als die negentig minuten de concentratie kon bewaren, zat die nooit bij Anderlecht, maar in het buitenland. Hij is stevig, snel, heeft vista, kan oprukken en scoren. Zonde. Anderlecht doet nog altijd mee, maar als ze de titel verliezen, is het door die stomme dingen in Brugge en Gent.

“Anderlecht was Gent waard. Anderlecht was ook Club waard. Maar: het gaat in de play-offs niet om goed spelen. Het gaat om winnen. Ik zag in Gent de pa van Hannes Van der Bruggen voor de match. Die zei: ‘Van mij moeten ze vanavond geen goeie match spelen. Van mij moeten ze winnen.’ Dat is waar, in deze fase van de competitie schiet je niks op met een goeie match, maar alles met de drie punten. Dat heeft Club wél: geen goed voetbal, maar ze pakken wel de punten. Bij hen zie je wél die gedrevenheid, tempo in de wedstrijd, snelle spelhervattingen, direct spel. Bij Anderlecht zie je dat niet. Rustig, alles op ’t gemakske. Ik snapte niet waarom StevenDefour bij elke vrije trap of corner in Gent zo slenterde. Niks van haast, terwijl het toch om de titel ging en ze moesten winnen. Wandelend een bal ophalen in de zestien. Wandelend heen, wandelend terug. In het spel vond ik Defour wel goed, doorjagend, agressief. Maar op dat punt…

“Ik mis ook infiltraties vanuit het middenveld. Het moet allemaal van Aleksandar Mitrovic komen, terwijl hij niet de spits is die echt goed beweegt. Hij moet de bal in zijn zone krijgen, en dan is hij wel sterk in het duel, maar het is niet iemand die een tegenstander op het verkeerde been zet. Depoitre doet dat wel. Mitrovic niet, die rekent op zijn lichaam, zijn kracht. Hij is daar ook goed in, vanuit stilstand toch nog kopkracht kunnen geven. Als hij ook nog goeie loopacties krijgt – hij is nog altijd maar twintig – dan gaat hij nóg veel meer scoren. JosipWeber was daar indertijd een schitterende speler in. Die kon twee, drie keer veranderen van richting in een actie, zodat je als verdediger totaal het noorden kwijt was. Gejost, ja.”

Dennis Praet haalt te weinig rendement. Hij heeft een periode gehad waarin hij wat makkelijker scoorde, daar moet hij naartoe mikken. Niet te veel terugzakken. Tegen Gent had ik op een bepaald moment het gevoel dat Defour vóór hem speelde. Niet te veel naar de buitenkanten ook, maar zwermen in de buurt van Mitrovic, en daar infiltreren. Anderlecht heeft globaal gezien een probleem van rendement. Ibrahima Conte: schitterende acties, maar hij maakt geen goals. Dat was destijds ook de kritiek in Waregem.

“Mitrovic en Praet zouden beter nog een seizoen in Anderlecht blijven en nog wat verder werken aan hun minpunten. De man die wel klaar lijkt voor een vertrek is Chancel Mbemba. Sterk, snel, sprongkracht. Echt een goeie. Ik heb altijd gedacht: met hem erbij doen ze weer mee voor de titel. Op dat vlak is het wachten op een zege tegen Club Brugge.”

Kortrijk-Standard-Charleroi

De top drie is (wellicht) weg, voor plaats vier wordt het een strijd tussen Kortrijk, Standard en Charleroi. In Kortrijk, dat als enige ploeg al vier keer thuis speelde, komt hij vaak. Dinsdagavond nog voor de thuismatch tegen Standard. “Het is vlak bij Menen. Ik ken de voorzitter goed. Tegen Club en Charleroi was ik er ook.”

Staelens: “Kortrijk speelt een fantastisch seizoen, het kan niet meer stuk voor hen. Het lastigste wordt om dit volgend seizoen te herhalen. Maar dat is een zorg voor dan, nu is het vooral genieten. Toffe sfeer, veel publiek. Je ziet dat het goed zit in de groep, eentje met veel voetballend vermogen. Met TeddyChevalier snelheid, met Santini kracht en balvastheid. Daarrond de creatieve jongens die spijtig genoeg een tikkeltje broos zijn: Thomas Matton en Stijn De Smet. Technisch zeer vaardig. Achterin staat een stevig blok. Goeie verdedigers. BenoîtPoulain vind ik een zeer goeie transfer. NebojsaPavlovic blijft nuttig als breker voor de verdediging. Kan de professionele foutjes maken, nu misschien meer dan vroeger. Het is een aangenaam geheel, met voorin scorend vermogen. Andere jongens, zoals Anthony Van Loo, Brecht Capon en Lukas Van Eenoo, gaan daarin mee.

Yves Vanderhaeghe heeft duidelijk een zeer goed contact met zijn spelersgroep. Yves is zeer familiaal. En als het dan goed klikt… Chevalier is geen makkelijke om mee te werken, maar hem lukt het blijkbaar. Dat is een gave. In de spelersgroep van Anderlecht was hij destijds ook altijd de man die bij een eventueel akkefietje de boel kalmeerde. Als er een discussie was, zei Yves snel: ‘Kom mannen, serieus, we gaan nu toch niet tegen mekaar beginnen?’ Ook altijd zeer loyaal ten opzichte van zijn trainer, iemand die dat wellicht ook verwacht van zijn spelers. Hij is tijdens deze play-offs iets zenuwachtiger, vind ik, dan tijdens het seizoen, maar dat versta ik wel. Zijn bescheidenheid is er wel nog steeds, in zijn interviews geeft hij nog altijd de realiteit weer.

“De hand van Hein zie ik niet meer. Ik vind dat er wat makkelijk wordt gezegd dat de manier van werken wordt doorgetrokken. Deze groep is deels gevormd door Hein, maar zodra je weg bent, drukt een andere trainer toch zijn stempel. Misschien gebruik je nog altijd wat zaken van je voorganger: wat jij goed vindt, gooi je uiteraard niet weg. Maar je legt toch altijd je eigen accenten.

“Kortrijk is een ploeg met veel kracht. Stevige boys achterin, op het middenveld ook bikkelaars. Buiten misschien types als Matton, De Smet of Van Eenoo, maar zo heb je maar één positie. Santini is als spits een keiharde werker, Je ziet hem vaak in de eigen zestien. Supporters zeggen dan weleens: dan kan die toch niet meer fris zijn als hij voorin komt. Neen, goed, maar hij is ook wel nuttig dan. En Chevalier moet je de vrije rol geven, waarin hij zich goed voelt. Een keer wat door de vingers zien als er iets gebeurt. Het hangt goed samen. En ze zijn ook nog zeer efficiënt.

“Dat kan je niet zeggen van Standard, vind ik. Als ik in Kortrijk het gezicht van Mehdi Carcela zie… Daar kon amper een lachje van af. Jelle Van Damme die nonchalant langs de lijn staat op te warmen en die uitstraalt dat hij geen zin heeft om in te vallen. En dan, vind ik, moet je je toch vragen stellen bij de keuze om van trainer te veranderen. Ik vond dat er onder IvanVukomanovic wél een vechtende ploeg op het veld stond, die in de organisatie speelde en voor elkaar door het vuur ging. Ik denk dat de spelersgroep die wissel zelf niet apprecieerde, en dat komt nu wel tot uiting, vind ik. Ze hebben de schijn af en toe nog wat hooggehouden, in Brugge, thuis tegen Anderlecht en tegen Brugge maar op Kortrijk was het echt wel de minste wedstrijd. Dat zaterdag werd teruggegrepen naar Van Damme en Igor De Camargo, vond ik normaal. Je kan in de play-offs niet roteren en zo’n Van Damme, die gooit er wel wat tackles in, die trekt dat publiek mee. Standard heeft dat nodig. En in Luik was het weer genieten van Carcela. Ze maakten de kansen niet af, maar in zijn eentje speelde hij de Brugse verdediging toch zoek.

“Carcela is de man die het verschil maakt. Maar ik vind Standard zeer stereotiep voetballen: altijd proberen ze de bal in de rug van de verdediging te droppen. Dat moet al ten eerste een zeer perfecte bal zijn, gevolgd door een al even perfecte loopactie. En daarbij is Ezekiel geen MichyBatshuayi. Geen slechte spits, maar op zijn best als hij rond De Camargo kan zwerven. Niet alleen als diepe spits zoals in Kortrijk.

“Charleroi bewijst al een heel jaar dat ze in de play-offs horen. Ze beheersen alles: ze kunnen een wedstrijd doodmaken, maar ook aanvallen. Ik zag ze op Brugge en op Kortrijk. Tactisch zat het toen goed, al was dat één van de mindere matchen in de play-offs. Zeventig minuten goed verdedigen, tot Kortrijk scoorde. Toen werd het helemaal omgedraaid, gingen ze aanvallen en de gelijkmaker zoeken. Geloof me: dat is niet gemakkelijk, veel ploegen kunnen dat niet. Goeie trainer, Felice Mazzu.

“Wat me na zes speeldagen in de play-offs opvalt, is dit: iedereen is mekaar waard, ook Charleroi en Kortrijk, op papier de mindere. Die twee zijn zeker niet het lelijke eendje. Stilstaande fases beslisten vaak een wedstrijd. Dat of werelddoelpunten. Die van Izquierdo tegen Charleroi, de pegel van Youri Tielemans in Gent, de twee van Pedersen op Standard… Daarvan kan je toch niet zeggen dat er slecht is verdedigd door de tegenstander.”

DOOR PETER T’KINT

“AA Gent is een zeer enthousiaste ploeg, met veel scorend en voetballend vermogen.”

“Ik vind Standard zeer stereotiep voetballen: altijd proberen ze de bal in de rug van de verdediging te droppen.”

“Club heeft veel te danken aan zijn twee spitsen en zijn keeper.”

“Mitrovic en Praet zouden beter nog een seizoen in Anderlecht blijven en verder werken aan hun minpunten.”

“Anderlecht blijft in hetzelfde bedje ziek: te veel goals, te veel kansen tegen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content