Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Salou Ibrahim raakte net op tijd fit om Zulte Waregem aan de beker te helpen. Het werd de laatste keer dat Francky Dury zijn Ghanese parel kon opstellen. Volgend seizoen wacht Club Brugge. Een analyse.

Club Brugge heeft een goudklompje in huis gehaald. De man die dat nog het meeste beseft, is Francky Dury, trainer en mentor van Salou Ibrahim bij Zulte Waregem, de club waar de Ghanees na vijf seizoenen in het vagevuur (bij Turnhout en KV Kortrijk) doorbrak op het hoogste Belgische niveau. In een interview met Studio 1 – in maart, na het verlies tegen Lierse – zagen we een geëmotioneerde Dury voor de camera.

‘Vind je het erg dat Salou de interesse opwekt van grotere clubs ?’ luidde de vraag.

‘Neen’, sprak Dury. ‘Enfin, ik lieg, eigenlijk vind ik het wél erg. Ik voel die jongen zo tussen mijn vingers glippen.’

Er volgde een stilte. De trainer had het er zichtbaar moeilijk mee dat hij Salou, de Dorische zuil die het frivole Corinthische spel van Zulte Waregem overeind hield, al na een jaar dreigde te verliezen.

“Ik zag Salou na de winterstop als een komeet de lucht in schieten”, verduidelijkt Dury nu. “In januari en februari speelde hij echt prachtige wedstrijden. Tegen Cercle scoorde hij een van de doelpunten van het jaar. Stilaan zag je toen die andere houding boven komen. Hij had in die week voor Lierse – voor die uitspraak van mij – bijvoorbeeld een afspraak bij de kinesist om 16.30 uur, maar om 17 uur stond hij op de parking nog rustig te telefoneren. En niet met de kinesitherapeut, hé. Tijdens de opwarming voor die wedstrijd liep hij om vijf voor acht nog altijd op zijn strandslippers in de kleedkamer. Daar ben ik heel gevoelig voor. Tegen Lierse miste hij bovendien een aantal loepzuivere kansen. Een gebrek aan concentratie. Salou was bezig met andere zaken. Op dat moment heb ik gezegd : ‘Als ik nu nog een makelaar zie, smijt ik hem in de Gaverbeek.’ Het is niet omdat je succes kent, dat je je fouten kan permitteren. Succes moet motiveren om nog beter te doen!”

De troeven

Wat maakt de Ghanees zo speciaal ? Een aantal fasen uit de bekerfinale tonen het belang van Salou aan voor Zulte Waregem.

1′ Salou krijgt de bal op kniehoogte, controleert hem perfect en legt in één tijd af.

Dury : “In het begin van het seizoen zocht Salou nog te vaak het duel, daardoor leed hij te veel balverlies. Ik heb hem simpele basisprincipes aangeleerd. Bal houden als er niemand is, geven als er aansluiting volgt. Hij is ongelooflijk balvast en behoorlijk wendbaar voor zijn gestalte. Ik had een concept in mijn achterhoofd, volgens de spelers waarover ik beschikte. 4-5-1, het mag ook 4-3-3 zijn, Salou kan het allemaal aan. Zelfs 4-4-2. Een balvaste spits als hij zoekt elke club in Europa. Ik wist bovendien dat ik veel loopvermogen in huis had : Nathan D’Haemers, Matthieu Verschuere, Tony Sergeant, Stijn Meert. Als Salou de bal kon bijhouden voorin, zou de rest wel bijsluiten.”

28′ en 77′ Eerst Olivier Besengez en dan Patrice Noukeu tackelen Salou uit frustratie langs achteren en krijgen daarvoor verdiend geel.

Dury : “Rug naar doel is hij zeer sterk. Op dat gebied een van de besten in België. Sterk in de duels, incasseringsvermogen. Heb je hem al gezien ? Puur spier, hé. Op Gent bijvoorbeeld zijn Dario Smoje en Stephen Laybutt op hem binnen schoppen uit pure frustratie omdat ze niet aan de bal konden. Salou heeft dit seizoen heel wat te verduren gekregen, ik heb overtredingen op hem gezien die je in de Champions League nooit ziet. Op topniveau respecteren de spelers elkaar veel meer.”

5′ Salou tackelt en verovert de bal. Bovendien jaagt hij tijdens de wedstrijd verscheidene malen door op Patrice Luzi en dwingt de doelman zo tot slordige ballen.

Dury :”Salou is geen spits die enkel offensief denkt. Hij neemt goed positie bij balverlies. De wedstrijden tegen Standard zijn daar een prachtvoorbeeld van. Toen vroeg ik aan hem de passlijn tussen Ogushi Onyewu en SérgioConceição af te sluiten. Want als Onyewu Conceição kan bereiken, wordt Standard gevaarlijk. We zorgden ervoor dat de bal steeds naar Eric Deflandre ging, zodat die op Conceição moest inspelen, dan hadden we steeds twee mannetjes in dekking op de Portugees.”

39′ Een corner van Moeskroen wordt ontzet. De Ghanees etaleert een schitterende aanname op de borst en zet in één vloeiende beweging met een hakballetje een gevaarlijke counter op.

Dury : “Op training oefenen we meestal op de kleine ruimte, daar komt hij sterk uit. Hij kan de bal bijhouden, hakjes geven, zich vrij zetten, … Salou heeft een paar truken in zijn doos waarvan ik denk : potverdomme ! De Ronaldinhobeweging bijvoorbeeld : doen alsof je naar de ene kant gaat en dan met een sleepbeweging de andere kant kiezen. Dat lukt hem vrij aardig. En hij kan er nog een demarrage bovenop doen. Ik zie dat Salou op training heel veel probeert, hij heeft dat speelse in zich. Dat experimenteren met trucjes.”

De manco’s

33′ en 60′ Salou dwingt welgeteld twee kansen af, waarvan enkel de eerste écht gevaar oplevert. Scoren doet hij niet.

Dury : “Negen competitiedoelpunten is weinig voor een spits, akkoord, en hij heeft er een pak gemist, maar je moet als trainer eerlijk blijven : hij heeft de taken die ik hem vroeg perfect uitgevoerd. Je moet naar zijn rol in de ploeg kijken. Hij gaf veel assists of passes die tot een doelpunt leidden. Ik had Ibrahim Tankary en Frederik D’Hollander, twee boxspitsen, maar ik had iemand nodig die balvast was buiten de rechthoek. Of dat op kracht, snelheid of techniek was, dat maakte mij weinig uit. Kijk naar Mbark Boussoufa, die doet eigenlijk net hetzelfde als Salou – de ploeg laten aansluiten -, maar dan op een andere manier. Vooral Sergeant profiteerde van dat samenspel. Salou zal altijd in het ploegbelang spelen, hij biedt zich aan in het combinatiespel in plaats van positie voor de goal te kiezen. Club kan hem altijd gebruiken met lange ballen of zelfs als spelmaker.”

Salou gebruikt in de wedstrijd tegen Moeskroen geen enkele maal zijn linkervoet.

Dury : “Het is duidelijk dat hij die linker vroeger nooit gebruikt heeft, die is helemaal niet ontwikkeld. Op de trainingen zette ik Salou altijd in de groep die met links moest afwerken of inspelen. Ik heb daarin verbetering gezien, maar zeer traag. Als hij tien keer op doel moet trappen met links en negen keer belandt die bal naast het kader, dan begrijp ik dat het mentaal moeilijk is om daar verder op te werken. Door zijn mindere linkervoet neigt hij in één-tegen-éénsituaties altijd naar zijn rechtervoet te draaien, een groot nadeel. Maar hij kan dat oplossen door zijn kracht en zijn lichaam te gebruiken. Bovendien is het de kunst als trainer om ervoor te zorgen dat als de bal aan zijn linkervoet ligt, hij zoveel mogelijk steun krijgt.”

20′ Luzi trapt uit, de bal komt in de richting van Salou, die het luchtduel slap aangaat en verliest.

Dury : “Zijn kopspel is geen sterk punt van hem. Hij heeft een behoorlijke timing, veel kracht in zijn benen, maar hij gaat niet hoog genoeg. Kijk naar ons spel : wij kunnen zelden lange ballen verlengen, hoor. Ik heb hem al veel duels zien verliezen tegen de in zijn rug opkomende verdediger. Hij beschikt over een sterk lichaam en dat moet hij beter gebruiken. Maar hij kopt niet graag, dat zie je wel. Salou valt zeker niet te vergelijken met Jan Koller. Hoe langer Koller aan de bal bleef, hoe minder mooi het allemaal werd. Terwijl Salou toch een mooie voetballer is om naar te kijken. Streling voor het oog, hé.”

Aftrap. Salou begint aan zijn laatste wedstrijd voor Zulte Waregem. Met amper één seizoen in de eerste klasse in de benen verkast hij naar Club Brugge.

Dury : “Ik heb hem voor het eerst gezien bij Turnhout. Maar je kent België, hier zijn ze gek op buitenlanders die door hun makelaars voorgesteld worden op dvd. Dat ontgoochelt mij enorm. Toen hij nog bij Turnhout zat, zag je dat hij veel kwaliteiten had, maar hij was in eerste instantie te duur voor Zulte Waregem. Toch hebben wij toen in feite een beleidsfout gemaakt, we hadden hem meteen moeten kopen. Dat Salou zo laat in eerste kwam, heeft niet met zijn evolutie te maken, maar met de slechte scouting van onze clubs. En dat hij alsnog doorbrak, heeft te maken met Zulte Waregem. Hij is de exponent van een ploegspel.”

Wat je niet ziet

“Salou is een rustige jongen, met een heel goede attitude”, beschrijft Dury zijn belangrijkste man als mens. “Kent zijn talen, welopgevoed, correct, sociaal. Ik vind hem geen typische Afrikaan, tenzij je hem een opmerking maakt, dan raakt hij zoals de meeste Afrikanen snel geïntimideerd. Ze gaan medelijden opwekken in plaats van zich te verdedigen. Een zekere nonchalance is hem ook niet vreemd. Salou zal regelmatig te laat komen en daar kan ik niet tegen. Op het tijdstip dat we afspreken, moet je hem dikwijls nog zoeken op het toilet of bij de kinesist.

“Het is een chique type, nooit slonzig, hij is wel bezig met zijn uiterlijk in de kleedkamer. Wat mij opvalt, is dat hij geen tatoeages heeft of oorbellen draagt, dat toont aan dat hij sterk in zijn schoenen staat. Meestal gebruiken spelers die attributen om stoer over te komen, hij heeft dat niet nodig. Ik heb nooit problemen gehad met Salou, hij kwam nooit klagen over het appartement of de betalingen. Maar na zijn succes heb ik toch een aantal minpunten ontdekt. Niet dat hij naast zijn schoenen ging lopen, maar de concentratie verslapte. Tijdens zijn revalidatie heb ik met hem bepaalde afspraken moeten maken. Ik had het lastig om hem te doen focussen op Zulte Waregem, dan voel je dat je hem aan het verliezen bent.”

Club Brugge

Na amper één seizoen ziet Francky Dury zijn targetman vertrekken naar Brugge. “In een topploeg moet hij in feite nog beter renderen”, zegt de Trainer van het Jaar. “Maar ik ben benieuwd hoe hij zal reageren wanneer hij in een mindere periode raakt. Bij ons speelde hij ook eens drie à vier mindere wedstrijden, maar toen bleef hij staan. Positief is dat hij dan verder werkt voor de ploeg. Bij een topclub wordt een spits echter getaxeerd op zijn doelgerichte acties. Hij zal mentaal toch sterker moeten worden, wil hij slagen. ManassehIshiaku was bij La Louvière ook de man en sterft nu op de bank bij Club.” En past Salou Ibrahim wel in het systeem van Club Brugge ? Dury : “Op het tactische vlak boekte hij het voorbije seizoen alleszins een aanzienlijke vooruitgang. Ik lach met mensen die zeggen dat hij niet zal slagen in Brugge. Als het niet meteen draait, moet Emilio Ferrera maar een oplossing zoeken. Ik heb dat hier ook moeten doen. Wij werken vanuit een vast concept, dat is makkelijker voor een speler. Belandt hij in een ploeg waar hij zijn plan moet trekken, dan zal hij het moeilijker krijgen. Elke voetballer heeft immers duidelijkheid nodig. Denk je dat Ronaldinho in Barcelona geen richtlijnen krijgt of in een concept speelt ? Boussoufa is ook maar ontplooid in de vrijheid die Georges Leekens hem schenkt en in de ruimte die het team hem laat.”

Het gebeurt vaak dat nieuwe spitsen hun plaats in het elftal moeten vinden. Soms wordt de nieuwe man zelfs overgeslagen. Kijk naar Javier Portillo, kijk naar Ishiaku. Meestal laten aanvallers zich dan verleiden om de bal diep op de eigen helft te komen opeisen. “Dat geldt niet voor Salou, hij zal zijn positie houden”, weet Dury. “Door zijn correcte houding zal hij respect afdwingen en zich meteen integreren, dat was ook bij ons zo. En zijn manier van voetballen dwingt vanzelf waardering af.”

Francky Dury ziet zijn leerling helemaal slagen bij de Belgische top. “Hij gelooft rotsvast in zichzelf, dat is al een heel groot voordeel. Ik gun het hem alleszins. Want slaagt hij, dan beschouw ik dat ook als een persoonlijk compliment.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content