De finale van de Nederlandse KNVB-beker zal dit jaar dankzij Roda JC opvallend Belgisch gekleurd zijn. Wij trokken naar Kerkrade om er alvast de sfeer op te snuiven.

Het is maandagnamiddag en het regent in Nederlands Limburg. De ruitenwissers zwiepen terwijl de regen hemeltergend blijft vallen en de grijze wolken hangen zo laag dat ze nauwelijks te onderscheiden zijn van de uitstoot van het industriecomplex Chemelot, dat de skyline domineert wanneer je nabij Geleen de grens over rijdt. Limburg is traditioneel de streek van de steenkool, maar de mijnen zijn ook hier ondertussen vervangen door fabrieken. Een kwartiertje later draaien we in Kerkrade de parking op van Kaalheide, het oude stadion van de Roda Juliana Combinatie, dat nu dienstdoet als oefencomplex. De school is net uit en voor de jeugd beginnen de trainingen. Hele drommen miniemen en scholieren haasten zich naar het oefenveld. In de catacomben van Kaalheide worden we opgewacht door de coach van Roda, Raymond Atteveld.

Atteveld – 41 jaar en ex-speler van onder meer Haarlem, Everton, Waregem en Roda – is hoofdtrainer sinds halverwege vorig seizoen, toen hij het overnam van Huub Stevens, die naar Hamburg vertrok. De coach oogt ontspannen: de finale tegen Feyenoord is nog tien dagen ver en gisteren heeft zijn team eindelijk nog eens kunnen winnen. In een Limburgs onderonsje werd rode lantaarn VVV uit Venlo verslagen met 4-1. Daarmee is Roda zeker van een plaatsje bij de eerste negen uit het klassement zodat het deelneemt aan de play-off voor Europees voetbal. De opluchting is groot want de laatste weken bleek Roda in hetzelfde bedje ziek als Germinal Beerschot en AA Gent bij ons: de beker leek de competitie naar het tweede plan te verwijzen. Na winst in de kwartfinale tegen Dordrecht volgde een twee op negen. Dan werd in de halve finale Heracles gewipt en leverde de competitie één uit negen op. Atteveld: “Je kunt natuurlijk nooit bewijzen dat het één met het ander te maken heeft, maar het klopt dat het bereiken van de finale erg belangrijk was voor ons. Wat we nadien hebben laten zien, was inderdaad niet al te best, al hebben we nog wel goede wedstrijden gespeeld, zoals thuis tegen PSV en uit bij Heerenveen. Die finale gaat in het achterhoofd van de jongens toch wel een rol spelen. Voor de meesten is het allemaal nieuw, alleen Ger Senden speelde er eerder al enkele. Hier op de club kun je als trainer die finale wel naar de achtergrond schuiven, maar niet in de persoonlijke omgeving van de spelers. Hun entourage probeert kaarten te regelen, vraagt zich af of ze erbij kunnen zijn. Het ís ook iets om naar uit te kijken.”

Inhaalbeweging

Toen STVV enkele jaren geleden de Belgische bekerfinale haalde, kleurde de hele binnenstad geel en blauw. Zo erg is het in Kerkrade niet. Ze zijn er ook wat meer gewoon: in 1997 en 2000 werd de cup al eens gewonnen. Atteveld: “Er zijn ongeveer 10.000 kaarten verkocht. Een reisje naar de Kuip trekt misschien wat minder omdat er de vorige keer enkele incidenten geweest zijn qua veiligheid, maar dat zal nu wel in orde zijn. We hebben ook veel concurrentie, het is de periode van de communiefeesten en de amateurcompetities komen in hun beslissende fase. Maar er wordt veel over gesproken in de regio. Dat merken we en het slaat over op de spelers.”

Enkele jaren geleden leek Roda JC goed op weg om een vaste stek op te eisen vlak onder de klassieke top drie PSV, Ajax en Feyenoord. Rond de eeuwwisseling voetbalde het meermaals Europees en in 2002 kon het grote AC Milan de geel-zwarten slechts met strafschoppen uit de kwartfinale van de UEFA Cup houden. Momenteel is dat te hoog gegrepen. Clubs die voorheen in hetzelfde budgettaire segment zaten, hebben grotere stappen gezet dan Roda. Heerenveen, Twente en Groningen hebben net als Roda een nieuw stadion, maar sommige waren er eerder mee en andere hebben er meer inkomsten uit kunnen puren. Toch blijft de ambitie van de Limburgers onverminderd. “Dat is inderdaad het contrasterende in het verhaal”, legt Atteveld uit. “Door die successen werd er een verwachtingspatroon gecreëerd, maar momenteel staan we met onze begroting pas op plaats twaalf of dertien in de eredivisie. Dan doen we het sportief gezien lang niet slecht. We zijn trouwens met een commercieel businessplan bezig om een inhaalbeweging te maken, om te kijken hoe we de organisatie kunnen verbeteren en ook de klantvriendelijkheid ten opzichte van supporters en sponsors.”

Mes tussen de tanden

Aantrekkingspool nummer één blijft natuurlijk gewoon goed voetbal en wat dat betreft heeft Roda het laatste jaar veel vooruitgang geboekt. De ploeg stond ooit bekend om zijn fysieke voetbal in de traditie van de mijnwerkers, maar daar is nu een luchtiger toets aan toegevoegd. “Het mijnwerkersvoetbal is onlosmakelijk verbonden met de club,” zegt Atteveld, “de kompelmentaliteit zoals dat heet. In deze regio verwacht men dat je de mouwen opstroopt en hard werkt voor je geld. Wanneer we met spelers gaan praten, polsen we daar ook naar, zodat de mensen in deze zuidoostelijke mijnstreek zich met hen kunnen identificeren. Samenbindende waarden noemen ze dat hier. Niettemin proberen we aanvallend voetbal te brengen en daarvoor hebben we creatieve spelers nodig. Vorig jaar werden we zesde. We speelden goed voetbal tot aan de zestien meter, maar daar ontbrak het ons aan kwaliteit. Dus hebben we spelers gehaald als Lamah en Hadouir.

“Mijn filosofie is aanvallend voetbal met een beetje bluf en risico’s achterin. Van alle ploegen in de eredivisie spelen wij het meest naar voren toe. Na een kwart van het seizoen zijn we op een soort 3-4-3 overgeschakeld omdat de ploeg er rijp voor leek. De jongens hebben het goed opgepikt, maar dat kan alleen als je er de kwaliteit en de snelheid voor hebt. Je moet achterin heel alert zijn en op het middenveld met het mes tussen de tanden spelen. Veel ploegen zakken eerst in en zetten dan druk. Wij proberen om van meet af aan druk te zetten. Sindsdien zijn de toeschouwersaantallen ook naar omhooggegaan.”

Waar Belgen thuis zijn

“De club staat synoniem voor de onverzettelijkheid van de mijnwerkers”, gaat Atteveld verder. “De beker doet de supporters weer even met het hoofd in de wolken lopen, doet hen dromen van de goede resultaten uit de recente geschiedenis. Ze vinden dat we voortdurend daar bovenaan moeten spelen. Dromen mag, maar onverzettelijkheid blijft de basis.”

Die kwaliteit waardeert de trainer ook in een aantal van onze landgenoten (zie kader). Roda heeft zich voluit op de Belgische markt gestort. In de succesjaren speelden onder meer Bob Peeters, Tom Soetaers, Joos Valgaeren en Peter Van Houdt voor ‘de Trots van het Zuiden’. Momenteel verdedigen maar liefst acht Belgen de geel-zwarte kleuren. Het zijn weliswaar minder welluidende namen, al wil Atteveld daar niet van weten: “Wij maken hen bekend. Door hun goede prestaties bij ons worden ze ook in België opgemerkt. Dat steekt wel bij onze Belgen, hoor, dat ze via deze weg respect in eigen land moeten afdwingen.”

Voor Roda is België interessant om meerdere redenen. Door de nabijheid is het makkelijker om hier een speler te komen halen dan bijvoorbeeld in Friesland. Budgettair kan de club ook met ons land concurreren, terwijl dat met clubs als Heerenveen al moeilijker wordt. Daarom doen ze veel scoutingswerk in België en proberen ze jonge spelers al heel vroeg te benaderen. Ten slotte speelt de mentaliteit een rol: de Nederlands Limburgse gemoedelijkheid komt meer overeen met de Belgische dan met de Hollandse. Het familiegevoel is belangrijk voor de spelers. Atteveld beseft dat: “Ik ben zelf Amsterdammer en dus iets directer qua communicatie. Maar de jongens moeten zich hier goed en veilig voelen en dus hoeven ze niet constant een schreeuwende man voor hun neus …”

Roda en de Belgen, het is dus alles behalve toeval en het houdt voorlopig niet op. Vroeger ging de club zelf informeren naar spelers, zoals Lamah en Tioté bij Anderlecht, nu gebeurt ook het omgekeerde. Atteveld: “Clubs en managers merken dat bepaalde spelers hier goed gedijen en kloppen bij ons aan. Dat maakt het interessant. Wanneer iemand als Proto in de kranten zegt dat hij wel verhuurd wil worden in het buitenland, dan wordt daar tussen de regels al gesuggereerd aan welke club.” Of Proto – indien hij volgend jaar bij Roda zou zitten – dan deel uitmaakt van een bekerwinnaar, dat weten we zondag aanstaande. Dan geven Roda JC en Feyenoord elkaar om 18 uur partij in de Kuip in Rotterdam. S

door peter mangelschots

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content