Na zeventien jaar Dexia/Belfius wordt Proximus de nieuwe shirtsponsor van Club Brugge. Met dat nieuws riep voorzitter Bart Verhaeghe de pers vorige week nog eens samen op zijn kasteel in de rand van Brussel. Zo groot was het nieuws dat het helemaal naar de achtergrond werd gedrukt door het rookvrij gemaakte Jan Breydelstadion, een primeur voor België, en de goede doelen op het blauw-zwarte shirt: Kom op tegen Kanker en de Football Plus-foundation. Lovenswaardige initiatieven waarmee Club het nieuwe seizoen op gang trekt, maar die vooral moeten verhullen dat de zoektocht naar een nieuwe hoofdsponsor nog altijd niet tot een goed einde is gebracht. Goede doelen op de borst brengen geen geld in het laatje en dat is tot nader order wel waarnaar Club hard op zoek is nu het opnieuw naast de Champions League greep, nog altijd een nieuw stadion wil bouwen en zijn hoofdsponsor zag vertrekken. Dat laatste is Proximus niet: het zal de volgende drie seizoenen de rúgzijde van het Clubshirt sieren en is dus niet de opvolger van Belfius.

Proximus zal overigens niet exclusief op de Brugse rug terug te vinden zijn. Ook Anderlecht, dat net als Club voor het eerst in zijn geschiedenis uitpakt met een rugsponsor, strikte de gsm-operator voor die achterkant. Tenminste, tijdens de competitiewedstrijden en in de beker van België. In de Champions League zal Proximus zelfs de voorkant van het paars-witte shirt sieren. BNP Paribas Fortis verdwijnt dan naar de achterkant. Met deze deal verhoogt Belgacom, het moederbedrijf van Proximus, zijn sponsorbudget bij Anderlecht en hijst het zich op het niveau van decennialang hoofdsponsor BNP Paribas Fortis. Dat laatste bindt financieel iets in. Het is nu goed voor drie miljoen euro sponsorbudget per seizoen, terwijl Proximus ongeveer 2,5 miljoen euro op tafel legt, wat het Brugse ‘nieuws’ nog wat meer in perspectief plaatst.

Door de pers samen te roepen om enkele shirtpartners voor te stellen, maar geen hoofdsponsor, lijkt Club tijd te hebben gekocht. Belfius kondigde een half jaar geleden al aan dat het zich terugtrok. Een opvolger is na al die maanden klaarblijkelijk niet gevonden. Club sprak met verscheidene bedrijven – KBC, Pepsi, Telenet, Daikin – maar met geen enkele bereikte het een akkoord. De economische crisis speelt blauw-zwart daarbij zeker parten, maar ook de nabijheid van KV Oostende en AA Gent. Verscheidene kleinere sponsors weken uit naar het gezellige clubtje van Marc Coucke of naar het comfort van de Ghelamco Arena. Steeds meer sponsors knappen ook af op de als arrogant ervaren stijl van Verhaeghe. Dat hij vorig jaar Telenet hooghartig wandelen stuurde, deed hem in april van een kale reis thuiskomen toen hij het telecombedrijf opnieuw benaderde voor het hoofdsponsorschap.

Ondertussen wordt de voorkant van het Brugse shirt afgestaan aan twee goede doelen. Tenminste: tijdens de voorbereiding. Alles beter dan een blanco shirt. Maar wat daarna, eens de competitie van start gaat? Die vraag – de belangrijkste – kreeg geen antwoord vorige week. “Die primeur heb je nog tegoed”, antwoordde algemeen manager Vincent Mannaert op de als uitsmijter gestelde vraag naar de nieuwe hoofdsponsor. Toen Sport/Voetbalmagazine twee dagen later het thema opnieuw aansneed, bleef het Brugse standpunt ongewijzigd. “Die primeur houden we nog voor ons”, klonk het hoopvol. “We zijn een heel eind op weg en zullen hier te gepasten tijde over communiceren.”

DOOR JAN HAUSPIE