Dat Mbo Mpenza (27) volgend seizoen voor Anderlecht voetbalt, heeft te maken met de nieuwe financiële zeden in het Europese voetbal. Aan hem nu om te presteren, lees : doelpunten te maken.

Er is gesproken van het vertrek van Kompany, Aruna en Baseggio,” zei een trotse Anderlechtvoorzitter Roger Vanden Stock vrijdagmiddag bij de presentatie van Mbo Mpenza, “maar dat is niet gebeurd. Ze zijn gebleven. Met Mbo erbij is Anderlecht vast van plan een groots seizoen te maken op de internationale scène. Ik denk dat we daarvan mogen dromen. Hoewel, nu ook weer niet te veel.”

Dat Mpenza Excelsior Moeskroen zou inruilen voor Anderlecht, lag in de lijn der verwachtingen. In januari was de Brusselse club samen met Club Brugge al in de running geweest om de aanvaller tussentijds aan te trekken. De twee miljoen euro die Moeskroen toen vroeg, plus het half miljoen dat daarbovenop kwam voor Galatasaray (de Turkse club waarvoor Mpenza uiteindelijk nooit speelde, had recht op 25 procent van de transferprijs), plus het contract van de speler betekende een te zware uitgave voor Anderlecht. Het haakte af, net als Brugge, waarna ze in Brussel dachten rustig zijn komst in juni te kunnen voorbereiden. Tot de voorlaatste dag van de transferperiode Standard op het toneel verscheen. Spoorslags reed er een Anderlechtdelegatie naar Moeskroen om er een bod op Mpenza uit te brengen. Het bod was te laag, maar kostbare tijd gewonnen en de Luikse aanval afgeslagen.

Ondertussen hadden Mpenza en Anderlecht een mondelinge afspraak met elkaar gemaakt. Als hij in België zou blijven, had de speler toegezegd, was het om voor Anderlecht te voetballen. Van de Brusselse club kreeg hij de belofte dat ze hem in juni zeker zouden komen halen. Er werd, zegt Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck, geen enkel papier getekend, “maar Mbo heeft zijn belofte gerespecteerd en wij de onze.” Vorige vrijdag, na een uitgebreid medisch onderzoek van de speler, werden officieel de handtekeningen gezet onder een vierjarig contract. “Ons voordeel nu was”, zegt Van Holsbeeck, “dat Club Brugge ondertussen zijn inkopen heeft gedaan en dat Standard mijns inziens een beetje moet opletten. Dus, hebben we gezegd, nu moeten we snel handelen voor er een buitenlandse club zich meldt.”

Anderlecht kwam weg met de helft (1,25 miljoen euro, inclusief het aandeel van Galatasaray) van wat Mpenza een half jaar eerder moest kosten. In de krant werd 700.000 euro genoemd als het brutoloon van de speler bij de landskampioen. “Het is minder”, zegt Van Holsbeeck. Maar dat Mpenza, die vanwege zijn domicilie in Frankrijk van een gunstig fiscaal regime geniet, bij de betere verdieners behoort in Brussel (550.000 à 600.000 euro bruto), lijdt geen twijfel.

Vorige week maakte Deloitte and Touche de financiële cijfers van de Engelse Premier League jaargang 2002/03 bekend. Daaruit blijkt dat de spelerslonen in vergelijking met het seizoen daarvoor met ‘slechts’ 8 procent stegen. Dat is de laagste groei sinds het ontstaan van de Premier League in 1992. In de voorgaande tien jaar nam de totale loonmassa van de clubs toe met gemiddeld 25 procent. Van het budget gaat nog 61 procent naar de lonen. Volgens Deloitte and Touche zijn de nieuwe cijfers het bewijs dat de Engelse clubs zich steeds minder in financiële avonturen storten. Een gevolg daarvan is dat de brede middenmoot, waartoe ook Mbo Mpenza en Nenad Jestrovic behoren, de clubs niet langer zomaar voor het uitkiezen heeft. Wellicht koos Mpenza eieren voor zijn geld door in België te blijven.

Bij Anderlecht, zegt Van Holsbeeck, gaat 50 à 55 procent van het budget weer buiten aan lonen. Sinds februari waakt een nieuw aangeworven financieel directeur over de koerswijziging van de club. Geblesseerde en niet-geselecteerde spelers trekken niet langer ook alle premies. “Wij willen af van toestanden zoals met Gilles De Bilde“, aldus Van Holsbeeck. “Als er gepresteerd wordt en punten gepakt, verdienen spelers goed hun boterham op Anderlecht. Draait de ploeg niet, dan verdienen ze minder. Dat hebben wij Mbo ook gezegd. Hij heeft dat aanvaard, maar niet zonder slag of stoot. Mbo, zoals alle andere spelers, wilde een bepaalde garantie. Maar deze club heeft een nieuwe visie en makelaars kunnen dat maar beter weten.”

Over het sportieve functioneren van Mpenza wordt van clubzijde vooral zijn polyvalentie (diepe spits, schaduwspits, rechtermiddenvelder) benadrukt. Hugo Broos hoort dat niet graag. “Het is duidelijk,” zegt hij vanop het vakantie-eiland Kreta, “Mpenza komt als spits naar Anderlecht. We weten dat hij ook op een paar andere plaatsen kan spelen, maar ik ga hem niet van hot naar her sturen. Voor mij begint hij als spits, al moet hij eerst nog bewijzen dat hij beter is dan wie er al zijn. Natuurlijk zou het wel eens kunnen dat we hem, voor een Europabekerwedstrijd bijvoorbeeld, toch op een andere positie zetten. Dat is met andere spelers ook al gebeurd. Maar het is niet zo dat ik hem naar Anderlecht wilde halen wegens zijn polyvalentie.”

In het seizoen 1996/97, dat van de doorbraak en zijn eerste in eerste klasse, maakte Mbo twaalf doelpunten. Dat record heeft hij nadien niet meer overtroffen. Vorig seizoen kwam hij met elf goals in de buurt. Is dat genoeg voor een spits ?

“Ik denk dat Mbo nu in een beter elftal terechtkomt, dat ook meer aan het doel van de tegenstander speelt. En hij hééft bewezen dat hij doelpunten kan maken. Ik maak me dus geen zorgen. Ik denk dat Mbo bij ons meer dan elf of twaalf doelpunten zal maken.”

Als hij het seizoen afsluit met tien goals…

“… dan zijn we niet tevreden. Ik denk dat Mbo bij ons aan vijftien doelpunten moet komen.”

Is hij wel complementair met Aruna ? Beide spelers zijn snel, explosief en zoeken eerder één-tegen-één-situaties op dan de combinatie.

“Ik denk dat je met Mbo ook kan combineren. Dat heb ik ervaren in de zes maanden dat ik hem als speler had bij Moeskroen. Ik weet dat hij altijd anders is uitgespeeld : lekker afwachten en dan op de tegenaanval gaan – zo is hij natuurlijk het gevaarlijkst. Maar hij kan ook een bal bijhouden. Dat heeft hij bewezen in de interland tegen Nederland, waar hij vaak in de voet is aangespeeld en zelden een bal verloor. Als je, zoals Anderlecht, veel aan het doel van de tegenstander komt, is het belangrijk dat je iemand in de voet kan aanspelen. Hij is sterk genoeg om die bal dan bij te houden. In de combinatie vind ik hem beter dan Aruna, die toch meer gefocust is op bal krijgen en actie maken. Mbo is een collectievere speler.”

Door Jan Hauspie

‘Mbo moet bij ons aan vijftien doelpunten komen. Anders zijn we niet tevreden. ‘ (Hugo Broos)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content