‘Con amore, dat is de basis voor prestaties

© belgaimage

Op 31 mei werd Peter Croonen de nieuwe voorzitter van KRC Genk. Daarmee treedt hij in het spoor van zijn vader Louis, ooit nog bestuurder van KFC Winterslag en later zelf voorzitter van Genk. Een dubbelgesprek met veel herinneringen en een klein beetje goede raad.

Vanuit de flat waar Louis Croonen in Genk woont, zie je de mijnterril van Winterslag. Daar, in de Cité, aan de kerk, groeide Croonen op. Later verhuisde hij naar Waterschei, waar zijn vrouw vandaan kwam. Wanneer er beslissingen moesten genomen worden, stond Louis Croonen (83) vaak mee op de eerste rij, zowel in het economische leven en het mediagebeuren als in het voetbal, waar hij eerst beheerder was van KFC Winterslag en later voorzitter van KRC Genk. Vandaag laat zijn gezondheid geen eersteplansrol meer toe. Aan de muur hangt een foto van een jongetje met een zorrohoed. ‘Dat is onze Steven. Hij overleed op zijn achtste aan kanker. We zijn met hem nog naar Amerika geweest, maar het hielp niet meer. Maar we zijn hem nooit vergeten.’

Croonen heeft met Steven erbij vijf zonen. Eind mei trad de jongste, Peter Croonen (48), die ooit aan de hand van zijn vader meeliep naar Winterslag, ook op bestuursvlak in het spoor van Louis, toen hij gekozen werd tot voorzitter van KRC Genk.

‘Ik ben opgegroeid in Winterslag’, vertelt Louis. ‘Ik heb er gevoetbald bij de miniemen. Tot mijn vader me op internaat stuurde naar het Klein Seminarie in Sint-Truiden. Meteen het einde van mijn actieve voetbalcarrière. Winterslag was de eerste mijn waar in Limburg kolen werden bovengehaald, vanaf 1912. De rivaliteit tussen Winterslag en Waterschei was toen enorm. Niet alleen op het voetbalveld, ook onder de grond. Elk jaar werd een wedstrijd gehouden om zoveel mogelijk steenkool boven te halen voor 4 december, de feestdag van de Heilige Barbara, de patroonheilige van de mijnwerkers. De mijnen bepaalden alles in het verenigingsleven en in het voetbal. Tot de moeilijke tijden aanbraken en de clubs gestimuleerd werden om eigen middelen te zoeken. Zo ging ik vanaf de jaren 80 bij Winterslag op zoek naar sponsors en reclame. Op een dag vond ik via het ministerie van Landbouw een sponsor in de Boerenbond. ‘DRINK MELK’ stond toen op de truitjes. Om dat te vieren nodigden we de directeur van de Boerenbond uit op een wedstrijd en daar werd een mooie foto gemaakt. Dat zorgde voor een groot schandaal in Brussel, want op die foto dronk iedereen, de directeur van de Boerenbond inbegrepen, Cristal Alken en geen melk. Dat heeft me nog een paar dure etentjes gekost in chique restaurants in Brussel om dat bij te leggen. Begin jaren 60 haalde ik Ford een jaar als shirtsponsor binnen. U moet weten dat ik actief meegeholpen heb om de Fordfabriek naar Limburg te brengen. Toen men in Limburg aanvoelde dat de gouden periode van de steenkool voorbij was, had men een economische vervanger nodig. Toen stuurde de gouverneur me via de Amerikaanse ambassadeur naar Detroit om daar te gaan lobbyen opdat de nieuwe Fordfabriek naar ons zou komen. Dat is gelukt.’

De fusie

Peter, heeft uw vaders liefde voor het voetbal u aangestoken, of schrok dat u af?

PETER CROONEN: ‘Bij ons thuis aan tafel ging elk gesprek na vijf minuten over voetbal. Alleen mijn oudste broer, Marc, haakte af als het over voetbal ging, omdat hij er een degout van had gekregen. Soms waren er moeilijke situaties, maar die wogen niet op papa. Papa was een vechter, die uit strubbelingen energie kon halen. In het ondernemen gaat dat zo. Problemen zijn ook opportuniteiten. Dat schrikt mij ook niet af.’

Ging u mee kijken naar Winterslag?

PETER: ‘Ik ging, hoewel wij in Waterschei woonden, als tiener mee naar Winterslag, waar mijn broer Michel in de eerste ploeg voetbalde. Onze beste speler die ik daar ooit zag was Luc Nilis. Paul Theunis was de strateeg en Pierre Denier onze metronoom.

LOUIS CROONEN: ‘Pierre Denier was een vondst van Robert Waseige, die hem bij Molenbeersel weghaalde. Pierre was de inspirator van de ploeg. Hij dribbelde als de beste, gaf veel assists en was vooral in de kleedkamer de vriend van iedereen. Alleen was hij te bescheiden, te dienstvaardig voor de top. Pierre denkt niet aan zichzelf. Ik weet wat hij voor zijn moeder deed, maar ik mocht dat niet verder vertellen toen. Op donderdag kwam Pierre niet trainen. Dan moest hij voor zijn moeder zorgen. De trainers wisten dat.’

Hebt u met Winterslag de Europese verplaatsingen nog meegemaakt?

LOUIS: (glundert) ‘Ha ja. We kwamen in Bryne, in Noorwegen, en stappen een café binnen om een pint te drinken. De voorzitter, Schoonbeecks, trakteerde, maar schrok heel erg. Een pint kostte daar vier keer zoveel als in Genk. De ontvangst door de club was daar wel koel. Een doosje pralines, dat was het. Van Arsenal herinner ik me de klasse waarmee die mensen ons ontvingen en de waardigheid die ze ook behielden toen we hen ginder in eigen huis uitschakelden.’

In 1988 fuseerden Winterslag en Waterschei. Was u voor de fusie, Louis?

LOUIS: ‘Ik was aanvankelijk geen voorstander. Wij, met Winterslag, hadden dat niet nodig. We hadden geen schulden, we zaten in eerste klasse. Het moest niet meteen voor ons, terwijl Waterschei naar derde klasse zou zakken. KS is tussenbeide gekomen en uiteindelijk ben ik bijgedraaid. Toen men mij vroeg of ik in het beheer wilde komen, heb ik onmiddellijk ja gezegd. Toen ik in het restaurant waar alles zou besproken worden aankwam, vroeg Remi Fagard me om de sponsoring en de commerciële activiteiten te doen.’

PETER: ‘Financieel was het oké voor Winterslag, maar ook niet meer. Op lange termijn was dat geen oplossing. Die fusie was heel logisch, het is ook een van de weinige fusies in het voetbal die gelukt zijn. Van in het begin was er een schare supporters die groter was dan van elk van de ploegen apart.’

Sef Vergoossen

U bent zelf ook nog voorzitter geweest van Genk, Louis?

LOUIS: ‘Op een zaterdagochtend in 2003 belt Leo Panis, advocaat en bestuurslid, mij op. Hij zegt: Louis, ’t is spoedvergadering om elf uur, er staat u iets te wachten. Toen ik binnenkwam, had de beheerraad beslist dat ik de leiding moest overpakken van Edgar Troonbeeckx.Na een halfuur praten zei men me: ga nu maar naar de perszaal, leg het ze maar uit.’

Wat was uw visie, toen?

LOUIS: ‘Dankzij de komst van financieel directeur Filip Aerden konden de administratie en de financiële reconstructie gebeuren. We zijn samen vanaf dag één begonnen. Hij kende de stiel, was eerlijk en we hadden vertrouwen in mekaar. De drie pijlers van het succes? Je moet een financiële organisatie hebben die correct is en opgevolgd wordt, een beheerraad die aaneen hangt en niet tegen elkaar strijdt. De derde pijler is een sterk sportief team. Op dat vlak denk ik met veel plezier terug aan Sef Vergoossen. Sef was niet alleen top als trainer, maar ook top als mens. Sef kon de boel goed samenhouden. Vaak vroeg hij me na de training mee een kop koffie te komen drinken, met de spelers. Daar werden veel problemen opgelost.’

PETER: ‘Onlangs was ik op de barbecue van de Blue Army on Wheels, de andersvalidensupportersvereniging. Daar zei men mij: ’t is de eerste keer in al die jaren dat Sef Vergoossen niet kon komen. Ook dat tekent die man.’

Aimé Anthuenis is ook een naam die vaak genoemd wordt als men het heeft over het succes van Genk.

LOUIS: ‘Aimé kon de mensen rond hem verenigen. Hij was een voetbalkenner en kon een groep begeesteren. Vooral artiesten als Oulare.’

Wat was het kantelmoment voor Genk?

PETER: ‘Op korte termijn hadden we veel sportieve successen. Tegelijk zijn hier investeringen gebeurd in het stadion die we ons op dat moment eigenlijk niet konden permitteren. Dat is onder leiding van mijn vader mee rechtgetrokken, maar daardoor hadden we wel jarenlang het mooiste stadion van België. De derde reden is dat we op een moeilijk moment, toen we er niet echt het geld voor hadden, toch beslist hebben zwaar te investeren in de eigen jeugd. Toen was dat nog niet evident, omdat je middelen naar de jeugd doorschoof die op dat moment niet naar de A-kern konden gaan. Dat laatste is zeker de verdienste van Jos Vaessen.’

Voor welke Genkse speler hadden jullie een boontje?

LOUIS: ‘Oulare vond ik een van de besten. Op de meest onverwachte momenten kon die uit de hoek komen, nog een versnelling extra maken, en hij bezat ook de kalmte om het af te maken.’

PETER: ‘Ik was een fan van Branko Strupar. Die kwam hier als een houten klaas, maar ontpopte zich tot een klassespeler. Josip Skoko vond ik een wereldvoetballer, en ook Carmel Bussutil was een hele fijne speler. Het verhaal van Benteke is ook mooi. Een jongen die het moeilijk had bij Standard, rond wie ook hier in het begin veel twijfel bestond, maar die door veel vertrouwen te krijgen toch via ons aan de top geraakte.

‘Maar helemaal bovenaan zet ik toch Thibaut Courtois en Kevin De Bruyne. Wereldtoppers die ons en passant op hun achttiende aan de titel hielpen, en die ook nog eens uit onze eigen moestuin kwamen. Courtois en De Bruyne, dat waren transfers van een grootteorde die Genk voordien nooit meegemaakt had. Grensverleggende transfers, die onze clubnaam op de wereldkaart hebben gezet. Dat is ook de boodschap die wij onze spelers meegeven: wij willen voor hen een sportief ambitieuze tussenstap zijn naar zo hoog mogelijk.’

FC Limburg

Wat is de verdienste van KRC Genk voor de regio?

LOUIS: ‘Dat het goed ging in het voetbal, is voor de supporter die op zoek moest naar een nieuwe job na de sluiting van de mijnen, een signaal geweest dat het kon, succesvol zijn in Limburg. Ford zorgde met die nieuwe jobs dat de supporters weer geld hadden om naar het voetbal te komen. KRC Genk heeft Limburg mee vertrouwen gegeven. We geven nooit op. Ik ook niet. Wij doen door. Met een man als Peter aan de leiding zal dat niet anders zijn. Daar heb ik het volste vertrouwen in. Wegens zijn karakter.’

Wat beoogt u als voorzitter, wat zijn uw ambities?

PETER: ‘Ik wil een verschil maken. Als er één ding is wat we nodig hebben, is het sportieve stabiliteit. Structureel aanleunen bij de top drie.’

In het verleden waren jullie daar een aantal keer bij, bij die top drie. Waarom is dat toen niet bestendigd?

PETER: ‘Het is ons zelden gelukt financieel en sportief succes te combineren. Meestal was onze goeie financiële situatie het gevolg van uitgaande transfers na de verkoop van de betere spelers waardoor het sportief weer minder ging. Belangrijkste factoren voor succes zijn individueel talent en collectieve kracht, maar een collectief krijg je maar als je langer je spelers samenhoudt. Dat vereist voorinvesteren: dat je van tevoren bepaalt wie tijdens de volgende mercato zal gaan en al een vervanger in de kern hebt.’

Wat is het grootste gevaar dat voor Genk om de hoek loert? Een buitenlandse overnemer?

PETER: ‘Een vzw is zowat het moeilijkste wat je kunt overnemen. De langetermijnuitdaging voor ons is om de achterban te mobiliseren. Zelfs als we putten uit heel de provincie, gaat dat nog maar om 800.000 mensen. Alleen al in Brussel en de regio rond Antwerpen wonen er meer.’

U hebt als club, zei u, meer geld geweigerd met transfers die u had kunnen doen, dan dat u geld binnengekregen heeft. Hoe boos was uw financieel directeur toen, en wat vond iemand als Pozuelo dat hij niet weg mag?

PETER: ‘Financieel zaten we in een luxueuze situatie dit jaar. Normaal is Genk een transferafhankelijke club, maar op dit moment zijn we dat niet, omdat we al voor zoveel geld verkocht hadden. Dat vereist wel dat je je spelers sportief gemotiveerd kunt houden, dat kan alleen als de technische staf een voldoende sterk verhaal heeft om spelers die weg konden te overtuigen. Pozuelo en Trossard hebben ons ook laten verstaan dat zij gebleven zijn om een prijs te halen. Dat gevoel leeft heel sterk in deze groep.’

Geen kandidaat

Wanneer bent u bij Genk gestopt, Louis?

LOUIS: ‘De dag waarop Peter in de algemene vergadering kwam, in 2009. De statuten van Genk bepaalden dat er geen twee mensen van één familie in de algemene vergadering kunnen zitten.’

Heeft u Peter aangeraden om voorzitter te worden?

LOUIS: ‘Hij weet wat ik daarover dacht.’

PETER: ‘In het verleden had hij me al een paar keer aangeraden om voorzitter te worden. Ik had me voorgenomen om mezelf geen kandidaat te stellen. Ik wilde geen tijd stoppen in het campagne voeren. Ik wou het alleen doen als men me vroeg en als er een expliciet draagvlak voor was binnen de club. Het was niet mijn persoonlijke ambitie om ooit voorzitter te worden. Maar toen we na de algemene vergadering met drie overbleven die twee derde van de stemmen haalden en Herbert Houben me zei dat hij wilde stoppen, wist ik dat ik het zou doen.’

Was u trots als papa, Louis, toen u hoorde dat Peter voorzitter was?

LOUIS: ‘Zo trots dat alle knopjes van mijn hemd opensprongen. Ik had tevoren in mijn omgeving al links en rechts opgevangen dat men Peter wel wilde, maar naar buiten uit en tegenover hem heb ik daar natuurlijk over gezwegen.’

Waarom wordt Peter een goeie voorzitter?

LOUIS: ‘In de eerste plaats is hij een man die recht door zee gaat. Hij weet precies waar hij naartoe wil en gaat daarheen met een overtuiging die de zijne is. Een grote kwaliteit is dat zijn omgeving ook goed aanvoelt waar hij het wil hebben. Daarnaast is hij in zijn optreden super eerlijk en dat weten de mensen rondom hem ook. Zijn derde kwaliteit is dat hij ook zeer menselijk kan zijn. Ten slotte is hij ook een goede familieman, op zijn typische Petermanier.’

Wat is dat, zijn typische Petermanier?

LOUIS: ‘Hij kan luisteren. Beter dan ik. (grijnst) Hij kan ook vrij snel een diagnose stellen. En ten derde kan hij dan vrij to the point overgaan tot het uitvoeren van die conclusies.’

Peter, wat is de grootste les die u van uw vader geleerd hebt?

PETER: ‘Dat je verantwoordelijkheid moet nemen en dat je, als je dat doet, ook consequent moet uitvoeren. En nooit opgeven. Zelfs niet nu, nu het moeilijk wordt voor hem.’

Fan van play-offs

Welk type voorzitter wil u graag zijn? Een Roger Vanden Stock, Ivan De Witte of Marc Coucke?

PETER: ‘Ik wil graag een mix zijn van drie Genkse voorgangers. Een mix van papa, Jos Vaessen en Herbert Houben. Jos is een voetbaldier, heeft een emotionele en creatieve kant. Herbert is de slimme, besluitvaardige ondernemer die de zaken heel rustig benadert. Van papa neem ik graag de daadkracht en het organisatievermogen over, gekoppeld aan de sterke band die hij toch had met de mensen met wie hij samenwerkte. De balans tussen vertrouwen en professioneel handelen moet goed zitten. Con amore, zoals hij dat zelf omschrijft, is de basis voor prestaties.’

In interviews gaf u aan dat Ivan De Witte veel gedaan heeft voor de vooruitgang van het Belgische voetbal door de invoering van de play-offs. Niet iedereen is het daarmee eens.

PETER: ‘Ik ben absoluut fan, al vond ik het verbazend hoe Ivan dat er samen met Roger Vanden Stock toen heeft doorgekregen. Je creëert verschillen die niet zo evident te aanvaarden zijn als je niet bij die zes ploegen in PO1 zit. Knap vind ik wel dat je in PO2 nog altijd voor Europees voetbal kampt, dat de grote clubs vrijwillig een Europees ticket afgestaan hebben. Ik ben overtuigd dat de PO-formule bijgedragen heeft aan de kwaliteit van het Belgisch voetbal op het veld, maar ook financieel. Vroeger was het seizoen voor zes van de achttien ploegen afgelopen in februari, dat was nog saaier dan PO2. ‘

Louis, welke raad geeft u mee aan uw zoon?

LOUIS: ‘Op je eigen gezondheid letten, je genoeg ontspannen. Geen stommiteiten doen zoals ik: eet niet te veel zoetigheden. En zorg goed voor je familie. En in het voetbal: zorg dat de mensen van het dagelijks bestuur, met wie je moet werken, blij zijn als ze je zien: con amore, dat helpt. Maar ik weet dat het goed zal gaan.’

Twijfelt u daar niet aan?

LOUIS: ‘Neen. Omdat ik weet dat hij is wie hij is. Het bloed kruipt waar het niet kan gaan, de appel valt niet ver van de boom. Het is gewoon zo.’

door geert foutre – foto’s belgaimage

‘Wij geven nooit op. Ik ook niet. Met een man als Peter aan de leiding zal dat niet anders zijn.’ Louis Croonen

‘Papa had me in het verleden al een paar keer aangeraden om voorzitter te worden.’ Peter Croonen

‘KRC Genk heeft Limburg na de mijnsluitingen mee vertrouwen gegeven.’ Louis Croonen

‘Mijn ambitie als voorzitter? Ik wil een verschil maken. Structureel aanleunen bij de top drie.’ Peter Croonen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content