De competitie gaat haar beslissende fase in. Doelstellingen zullen al dan niet gehaald worden. Indien wel, dan overheerst euforie en tevredenheid en kan de zittende trainer op een contractverlenging rekenen. Indien niet is de kans groot dat er afscheid genomen wordt van de man die voor de groep staat en begint de club alvast met het opstellen van een profiel van de geschikte man om hem op te volgen. In de 22 jaar dat ik zelf deel uitmaakte van zo’n spelersgroep heb ik de meest uiteenlopende karakters en persoonlijkheden de revue zien passeren. Toch hadden ze allen één ding gemeen: hun houdbaarheidsdatum. Want hoe je het ook draait of keert: een brave, strenge, veeleisende, losse, excentrieke coach … allen nemen ze niet veel later afscheid.

Eentje heb ik zelfs afscheid weten nemen op twee speeldagen voor het einde van de competitie, en dan nog op eigen initiatief: Co Adriaanse. Hij kon volgens mij niet leven met de gedachte dat zijn team, Willem II, ergens in de middenmoot zou eindigen. Door vroegtijdig op te stappen eindigden wij – en niet langer hij – op een negende plaats in de Eredivisie.

Het was de slechte apotheose van een turbulent seizoen. Al in de voorbereiding liet Co van zich spreken. Dankzij een tweede plaats in de vorige competitie zou er immers voor het eerst in de geschiedenis CL-voetbal te zien zijn in het stadion van Willem II. Dat er tijdens een zomerse oefenpot met 6-1 verloren werd van AA Gent vond Co niet passen bij de nieuw verworven status van de club. De spelers zouden het geweten hebben. Na een ochtendlijke nabespreking op de club werd iedereen aangemaand zich met de auto te begeven naar een plek op meer dan 13 kilometer van het stadion. Eenmaal op de afgesproken plaats aangekomen bleek het de bedoeling te zijn om in kleine groepjes al lopend de weg terug af te leggen richting Tilburg. Na de middaglunch op de club mocht iedereen huiswaarts. Nadat je eerst al lopend terug aan je auto raakte natuurlijk … Stikkapot slaagde iedereen daar ook in. Voor velen leek het een fysieke test, maar Co wist wel beter. De manier waarop elk op zijn manier met deze beproeving omging, leerde hem veel over de mentale capaciteiten van zijn spelers.

Een tweede soortgelijke test volgde tijdens de winterstage in Marokko. Onder een aangenaam zonnetje werkten we ons elke dag keihard in het zweet. Elke dag gingen we dieper en dieper, maar toch was de coach schijnbaar niet tevreden. Ook hier voelde je weer dat er iets op komst was. Op de vierde dag barstte de bom. Hij liet zijn ongenoegen blijken over wat er volgens hem op training misliep en zocht openlijk het conflict met onze toenmalige aanvoerder Tomás Galásek. “Zoek het verder zelf maar uit”, bleek de beste samenvatting te zijn van zijn gedachten. Al tijdens het daaropvolgende avondmaal bekommerde hij zich alleen om zijn technische en medische staf, de spelersgroep liet hij volledig links liggen. De volgende dag stond er een wedstrijd tegen het nationale elftal van Marokko op het programma. Buiten een briefje met elf namen erop was er geen coach te bespeuren. We konden inderdaad zelf gaan uitzoeken hoe we het zouden klaarspelen. Aanvallend of verdedigend, hoekschoppen, vrije trappen, hoog of laag druk zetten … alles lag in handen van de spelers. Ondertussen zocht Co een plekje aan de rand van het veld om alles en iedereen gade te slaan. Het bleek weer zijn aparte manier om zijn groep door te lichten, de trainer-psycholoog was in zijn nopjes.

Een aparte man, die Co. Het conflictmodel zou de rode draad blijken in zijn verdere trainerscarrière, met vaak een voortijdig beëindigen van de samenwerking tot gevolg. Spontaan denk ik ineens aan Christoph Daum. Is hij iets van plan?

DOOR GEERT DE VLIEGER

“Trainers hebben één ding gemeen: hun houdbaar- heidsdatum.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content