In de finale van de play-off betreden Roeselare en Maaseik vanavond voor de derde keer de arena. De stand is 1-1. Naast Iván Contreras vormt Benjamin Hardy een tweede, zij het anoniemere, hoeksteen.

Pas op zijn veertiende kwam Benjamin Hardy in contact met volleybal. In Sydney, tijdens de lessen licha- melijke opvoeding. De microbe liet hem niet meer los. “Ik haalde direct een bepaald succes,” vertelt hij, “wat altijd motiveert.”

De job van zijn vader, bij de zeemacht, noopte regelmatig tot een verhuis naar een ander stukje van Australië. Toen hij in Canberra belandde, trok Hardy naar de toegangsproeven voor het volleyteam van zijn nieuwe school. ” A funny story. Na die try-outs ging ik zorgeloos naar de eerste training. Ik realiseerde me niet dat ik niet op de lijst stond. Dankzij het niveau dat ik haalde, verdacht ook niemand mij ervan dat ik daar eigenlijk niet hoorde te zijn.”

Vanuit dat ploegje bokste Hardy zich een weg naar boven, tot bij de nationale ploeg. Daarmee speelde hij een kwalificatietoernooi in Duitsland, waar hij werd opgemerkt door Düren. Bij die club begon hij zijn profcarrière. De inmiddels 33-jarige receptie-hoekspeler spendeerde twee jaar in Duitsland, zes in Italië en zit nu aan zijn vierde jaar bij Roeselare. De confrontaties met Maaseik zijn dan ook niet nieuw voor hem. Midden in de finale vuren we veertien vragen af op het nummer veertien van de titelverdediger.

Merkbaar sneller

Verbaasde de sterkte van de Limburgers je dit seizoen?

Benjamin Hardy: “Ik zou Maaseik liever niet zo goed zien spelen. Formuleer het zo. Maar om nu te stellen dat mijn mond is opengevallen …

“Als je naar individuen kijkt, kun je hun libero ( Bert Derkoningen, nvdr) wel als een verrassing bestempelen. Knap dat die zich kon optillen naar dit niveau.”

Veranderde hun manier van spelen tegenover vorig jaar?

“Ze volleyballen merkbaar sneller als de bal perfect komt. Als je dat tempo kan koppelen aan doeltreffendheid, is het mogelijk doorslaggevend.”

Ze zetten jullie in jullie hemd in de bekerfinale: 3-0. Speelt dat nu nog mee?

“Dat zit nog ergens vanachter in ons hoofd. Het kan helpen om te blijven doorduwen.”

Dominique Baeyens toonde jullie na die finale uitvoerig de beelden van de vierende Maaseikspelers. Heeft dat jullie opgepept?

“Voor een team dat een finale wint, is euforie natuurlijk. Ik putte daar geen motivatie uit, wél uit óns gevoel toen. Kijken naar de teleurstelling van mijn ploegmaats doet me meer pijn dan Maaseik te zien vieren.”

Relaxed en geconcentreerd

Stoort het jou dat jij altijd een beetje in de schaduw van Iván loopt?

“Ik zit daar niet zo mee. We hebben verschillende rollen en mensen zoomen altijd in op de meest dynamische. Hij is een offensieve machine, de voornaamste aanvaller, terwijl ik consistent moet zijn in de receptie. De bal goed naar de spelverdeler brengen is mijn primaire taak. Ik ben ook vaak bezig met kleine dingen die de mensen niet zien.”

En het knaagt niet dat pas als Iván er niet is, opvalt hoe goed jij bent?

“Zo is het nu eenmaal. Als hij een slechte dag kent – wat gelukkig niet vaak voorkomt -, dan moet ik opstaan en meer hooi op mijn vork nemen in de aanval. Ik heb vrede met mijn positie.”

Wat is het geheim van een goede receptie?

“Focus. Je echt concentreren, een smal gezichtsveld behouden, alle aandacht toespitsen op vragen als: waar komt die bal, hoe vliegt hij door de lucht, …? De rest hoor je buiten je hoofd te houden. Je moet relaxed en geconcentreerd tegelijk zijn.”

Bij welke Maaseikspeler vloek jij wel eens als hij gaat serveren?

“De ballen van Kay van Dijk spinnen niet juist en zijn dus bijna per definitie onvoorspelbaar. Dat maakt het bijzonder lastig om ze te controleren. Het ligt aan zijn techniek. He’sflathanding the ball. Sommige spelers ‘duwen’ de bal met de palm van hun hand, maken minder een beweging met hun pols. Kay serveert soms ook met een ongelooflijke snelheid, wat de verdediging ook bemoeilijkt. Ik denk dat hij meer dan 110 km/u haalt, terwijl de bal hooguit zestien meter overbrugt. Dan blijft er niet veel tijd over ( lacht).”

Moeilijke balans

Kunnen receptiespelers, die weten wat moeilijk verdedigbaar is, zelf ook lastige ballen serveren?

“Enigszins. Je past wel eens iets kleins aan. En ik doe het wel eens zoals Van Dijk. Maar die jongen is 2,14 m en ik maar 1,96 m. Zijn ballen vertrekken van een andere hoogte, een wezenlijk verschil.

Wat geeft jou het meeste voldoening, een perfecte receptie of een loeiharde treffer?

“Een aardig punt maken, dat blijft nog altijd meer genietbaar.

“Het zijn twee verschillende dingen. De bal slaan is een actief agressieve handeling, terwijl de receptie verzorgen een passief agressieve vaardigheid is. Een moeilijke balans, want als je bijvoorbeeld te passief bent, breng je de bal niet genoeg in de richting van het net.

“Je moet als receptie-hoekspeler ook telkens de overgang maken van het ene naar het andere. Met het probleem dat daar vaak bij hoort; je kan niet elke keer de ideale aanloop nemen om de bal te benaderen, omdat je nog uit je andere positie komt. Een opposite heeft als enige voorbereidende taak ervoor te zorgen dat hij zo goed mogelijk staat om zo efficiënt mogelijk te slaan. Ik moet altijd eerst corrigeren.”

Wat is je favoriete spelonderdeel?

“Een echt goed blok. Vooral omdat je zo het moraal van de tegenstander enorm negatief kan beïnvloeden. En tegelijk geeft het jezelf en je team een boost.”

Babybadje

Je contract loopt af bij Roeselare. Nood aan een nieuwe uitdaging?

“Het draait nu niet louter meer om mij. Ik ben getrouwd, heb twee kinderen. De oudste gaat naar school, de tweede binnenkort ook. Mijn vrouw is hier gelukkig, heeft sociale contacten, omdat iedereen hier het Engels min of meer machtig is. Ik wil graag blijven.”

Zowat elke speler droomt van Italië, jij bent er al geweest. Is het verschil met België groot?

“Op de dag dat we in Roeselare aankwamen, stond er voor de jongste een babybadje klaar, een stoeltje voor in de auto, eentje voor aan tafel … Allemaal geregeld door de club. Dat zijn dingen die ik ginder zelf moest doen. Alles is hier zo goed georganiseerd.

“In Italië is het fijn als je single bent en tijd hebt om op de meest belachelijke uren te socializen. Daar kruip je bijvoorbeeld voor tien uur ’s avonds niet aan tafel om te eten, en vóór één uur raak je niet weg. Die vrijheid is aangenaam, maar in mijn situatie nu is de discipline hier handiger.”

Is Italië nu effectief het paradijs in volleyland?

“( smaalt) Ze houden er ginder wel van om dat te denken. Het klopt natuurlijk dat je er echt goede teams hebt. En toen ik jonger was, wilde ik er ook graag naartoe. Maar misschien is die drang niet 100 procent gerechtvaardigd. Het kan ook oké zijn om in België te spelen.

“We trainen hier trouwens vaker, met meer stimuli op training. Plus: als je het niveau hier in Europees perspectief plaatst … Maaseik eindigde tweede in de CEV Cup. Dat zegt veel.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content