Ondanks zijn extreme blessuregevoeligheid blijkt Anderlecht totaal niet berekend te zijn geweest op het uitvallen van Nicolás Frutos. Zowel tegen BATE als tegen Standard onderging het elftal grondige wijzigingen, maar een ploeg staat er nog niet. Zelfs geen veldbezetting.

Nadat thuis met 1-2 was verloren tegen BATE Borisov, maakte een lichte paniek zich meester van de Brusselse beleidsmakers. Binnen de kortste keren ging het bericht circuleren dat Nicolás Frutos zou worden opgelapt voor de return in Wit-Rusland. Het klonk als een kwakkel, want voor zover bekend zat Frutos fysiek en mentaal helemaal aan de grond. Het gerucht werd meteen krachtig de kop ingedrukt door manager Herman Van Holsbeeck.

Toch zou Philippe Collin, het Brusselse hoofd scouting, het oplapwerk hebben overwogen en intern aangekaart. Anderlechts Europese seizoen stond op het spel en door de onbeschikbaarheid van Frutos dreigden Kanu en Matías Suárez sneller dan voorzien in de strijd te worden gegooid. Bij de aanwerving van beide aanvallers, en zeker van Kanu, was een aanpassingsperiode in het vooruitzicht gesteld. Toekomstgerichte aankopen waren het, voor wie geregeld een speelbeurt zou zijn weggelegd, maar geen titularisstatuut. Thuis tegen BATE maakte Kanu noodgedwongen zijn grote debuut. Door het onverwachte verlies werd de return plots al een duel op leven en dood, met als risico dat bij een uitschakeling de Zuid-Amerikaanse transferpolitiek van Anderlecht in vraag zou worden gesteld. Dat gezichtsverlies wilde Collin zich het liefst besparen.

Zowel Kanu als nadien Suárez deed het echter niet onaardig. Allebei technisch vaardig, Kanu ook hard werkend, Suárez met klasseflitsen. Maar stand-ins voor Frutos? Nee, dat niet. Grote spitsen, diepe spitsen, moeten de scouts hebben gedacht. Fóút gedacht. Dat breekt de ploeg nu zuur op.

Geen diepe spitsen

Het cliché zegt: een ploeg bouw je van achter uit. Eerst een sterke verdediging, dan de rest. Een onwrikbare waarheid is het niet. In Anderlecht is de eerste naam op het papier steevast die van Frutos, de diepe spits. De veldbezetting staat helemaal in functie van hem. Gezien zijn profiel betekent dat: met flankaanvallers. En daaruit volgt: met een driehoek op het middenveld.

Toen Guillaume Gillet vorig seizoen na de winterstop door een gelukkig toeval debuteerde als middenvelder, hoewel hij door Anderlecht was aangeworven als rechtsback (wat hij niet is), viel het Brusselse middenveld helemaal in de plooi. Gillet kwam rechts vooraan in de driehoek te staan. Jan Polák stond links en Lucas Biglia in de achterwaartse punt voor de verdediging.

Met de komst van Hernán Losada moest de driehoek dit seizoen nog sterker worden. Polák zou als verdedigende middenvelder gaan spelen. Technisch is hij de evenknie van Biglia, maar hij is fysiek sterker en verleent offensieve impulsen aan het elftal. Zijn oude positie links voor in de driehoek was dan voor Losada, die ze met meer creativiteit kon invullen. Gillet bleef de infiltrerende loper aan de rechterkant.

Door het uitvallen van Frutos kwam dat allemaal op de helling te staan. Om de simpele reden dat Anderlecht niet over een tweede diepe spits blijkt te beschikken, die hem kan vervangen. Kanu speelde het twee keer tegen BATE, maar hij voetbalt te graag mee en zakt diep terug. Scoren deed hij niet, zelfs niet in scoringspositie komen. Hetzelfde geldt voor Suárez: ook hij is niet het type spits dat op vinkenslag ligt. Ook niet op training, waar hij naar verluidt evenmin veel scoort.

En dus kan trainer Ariël Jacobs niet anders dan zijn veldbezetting veranderen. Zaterdag in de supercup tegen Standard stapte hij af van 4-3-3 en ging 4-4-2 spelen. Suárez en Stanislav Vlcek vormden het onuitgegeven spitsenduo. In BATE was Vlcek al opnieuw in het elftal gekomen als rechtsbuiten, maar dat is zijn positie niet. Na een uur ging hij er al uit. Ook tegen Standard bleef hij onzichtbaar, mogelijk omdat ook hij een typische targetspits naast zich mist.

Na de rust kwam Kanu Vlcek vervangen. Waardoor plots Anderlechts Zuid-Amerikaanse wissels op de toekomst samen het volle gewicht van de aanval droegen. Dat was nooit de bedoeling geweest. Dat Kanu er nog niet klaar voor is, blijkt ook uit de terugval die hij nu al doormaakt na zijn vele speelbeurten. Suárez kwam pas laat in de voorbereiding in België aan. Het risico op terugval of blessures voor beiden is reëel. Als er iets met hen gebeurt, is Anderlecht voorin helemaal ontwapend.

Er zijn er al die heimwee krijgen naar Luigi Pieroni of Mbo Mpenza, maar beide ex-internationals schoten vorig seizoen schromelijk tekort. Het is onwaarschijnlijk dat dit nu anders zou zijn geweest. Ook Cyril Théréau kon nog niet weerleggen dat Anderlecht zich heeft vergist door hem te laten vertrekken.

Op lemen voeten

Ook voor het middenveld heeft een tweespitsensysteem ingrijpende gevolgen. Want wat zet je dan op de zijkanten, aanvallers of middenvelders? Met andere woorden: Mbark Boussoufa of Bart Goor? Thomas Chatelle of Losada? Is Jonathan Legear een middenvelder of een aanvaller? Hoe dan ook: in een 4-4-2 vallen er slachtoffers onder de ‘namen’ – Boussoufa, Losada, Biglia. Goor is de meest constante speler gebleken in de voorbereiding, maar met Jelle Van Damme weer fit, moet hij vrezen voor zijn linksbackpositie. In 4-4-2 komt hij wel weer in beeld op de flank. Boussoufa kan dan centraal achter de spitsen. Losada is alleszins hopeloos uit vorm, zoals ook Chatelle.

Gillet lijkt nog het zekerst te zijn van zijn plaats, al is het dan op de door hemzelf verfoeide rechtsachter. Zo verbolgen was Ariël Jacobs over de uitsluiting van Nemanja Rnic in Wit-Rusland, dat hij hem tegen Standard direct week op de bank zette. Anderen vinden dat de Servische verdediger te snel is veroordeeld en houden vol dat hij technisch “véél beter” is dan Marcin Wasilewski, de door een blessure uitgeschakelde Pool.

Waarmee we bij de verdediging zijn aanbeland. Ook in dat compartiment staan de meeste spelers op lemen voeten te voetballen. Roland Juhász mist Nicolás Pareja, waardoor de organisatorische last van de defensie op zijn schouders rust en dat is een te zware last voor de Hongaar. Bij het eerste doelpunt van BATE liet hij zich aftroeven in een luchtduel en tegen Standard leidde hij een doelrijpe kans voor de thuisploeg zelf in. Ook Olivier Deschacht, weer in de ploeg ten koste van Arnold Kruiswijk, straalt weinig vertrouwen uit.

Op de koop toe was ook Daniel Zitka niet overtuigend bij beide Wit-Russische doelpunten. Tegen Standard zat hij op de bank.

Managerspraat

Of er spelers het Vanden Stockstadion zullen verlaten voor het einde van de transfermaand augustus is lang niet zeker. Niemand haalt op dit moment een niveau waarmee hij een fatsoenlijke club kan charmeren. Boussoufa lijkt weer tegen zijn plafond aan te botsen, Biglia is mentaal niet zo sterk als gedacht. De vermeende Spaanse (Biglia) en Engelse belangstelling (Boussoufa) voor hen kan worden geklasseerd onder de noemer ‘managerspraat’. Voor Silvio Proto was er alleen interesse van Metz en Murcia, een Franse en een Spaanse tweedeklasser. En als clubs à la Dender zich melden, zoals voor Roland Lamah, wordt er gepast, want op prestige en loon levert niemand graag in.

Eén zaak staat vast: een financiële klapper, zoals een jaar geleden met Mémé Tchité (voor 7,5 miljoen euro naar Santander), mag Anderlecht vergeten. Jan Polák kan hen wellicht nog het meest opbrengen, mocht de club erop uit zijn door een uitgaande transfer iets goed te maken van de gemiste Europese inkomsten. Maar de Tsjechische EK-international gaf meteen na de Europese uitschakeling al te kennen dat hij wil blijven. Meer dan 3 à 4 miljoen zal hij ook nooit opleveren.

Of Anderlecht zijn offensieve probleem nog aanpakt met een inkomende transfer, blijft een onbeantwoorde vraag. Sommigen menen te weten dat het zijn zinnen nog steeds op Tom De Sutter heeft gezet. Zeker is alleszins dat het hem intensief heeft gescout. En dat de rapporten positief waren. S

door jan hauspie en bruno govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content