Met de indiensttreding van Jo Van Biesbroeck breekt een nieuw tijdperk aan bij RSC Anderlecht. Voortaan is Herman Van Holsbeeck de sportief manager. De zakelijke leiding komt in handen van de man die van biergigant AB InBev mee een efficiënte machine maakte en dat nu bij Anderlecht gaat doen.
Op 28 mei 2015 kondigde RSC Anderlecht zijn eerste transfer voor het nieuwe seizoen al aan. ‘In het kader van de verdere professionalisering zal de heer Jo Van Biesbroeck vanaf 1 september 2015 het management van de club versterken’, aldus het persbericht. ‘De heren Van Holsbeeck en Van Biesbroeck zullen de club samen leiden. Herman Van Holsbeeck zal het sportief management voor zijn rekening nemen en Jo Van Biesbroeck wordt verantwoordelijk voor alle operationele aspecten. Herman Van Holsbeeck en Jo Van Biesbroeck zullen rapporteren aan de raad van bestuur van RSCA, waar ze onder leiding van voorzitter Roger Vanden Stock allebei lid van zijn.’
Het nieuws volgde amper vier dagen nadat Anderlecht het kampioenschap op een teleurstellende derde plaats had afgesloten. Na drie titels en evenveel Champions Leaguedeelnames wenkte een seizoen in de veel minder aantrekkelijke Europa League. Net nu het begon te wennen om weer tussen de grote jongens te staan. Vooral ook na hoopgevende prestaties tegen Dortmund, Arsenal en Galatasaray. Sportief was de Europese degradatie dus zeker een klap, maar vooral financieel was het een zware tegenvaller. Champions League of Europa League, het scheelt aan de inkomstenzijde algauw een miljoen of tien.
In zijn meest recente jaarrekening, die van december 2014, liet Anderlecht nog eens een bescheiden winst optekenen. Van enkele tienduizenden euro slechts, maar toch: winst. Na aftrek van de UEFA-gelden en de transferinkomsten echter tekende er zich een operationeel verlies van bijna 15 miljoen euro af. Met een seizoen zonder Champions League in het vooruitzicht werd het te verwachten tekort deze zomer opgevangen met de uitgaande transfers van Aleksandar Mitrovic en Chancel Mbemba. Netto brachten die samen 23 miljoen euro in het laatje, aldus Van Holsbeeck in een recent interview. Waarna hij de retorische vraag stelde of hij dan niet goed had gewerkt tijdens zijn vakantie? Misschien wel. Alleen: in de visie van Alexandre Van Damme dienen transferinkomsten om de club te laten groeien. Niet om rood zwart te laten kleuren.
PERSOONLIJK DRAMA
Sinds Anderlecht zich vijf jaar geleden omvormde in een nv, is de 53-jarige Van Damme er ontegensprekelijk de belangrijkste figuur. Achter de schermen weliswaar, want de gefortuneerde bestuurder van bierbrouwer AB InBev schuwt de openbaarheid. De kans dat hij ooit voorzitter wordt van Anderlecht is nihil. Op papier bezit hij ook slechts 2,5 procent van de aandelen in de club en formeel is hij zelfs geen bestuurder bij de controlerende vennootschap. Met Jo(han) Van Biesbroeck (59 in december) plaatst hij nu wel iemand uit zijn netwerk op een sleutelpositie. De geboren en getogen Leuvenaar begon zijn loopbaan bij brouwerij Artois in 1978 en legt nu, bijna veertig jaar later, zijn functie als Chief Strategy Officer bij AB InBev neer.
Een persoonlijk drama ligt aan de basis van Van Biesbroecks opvallende carrièrewending. In november 2011 overleed zijn echtgenote aan kanker. Voor het eerst in zijn leven werd de man voor wie tot dan geen berg te hoog was geweest, geconfronteerd met een probleem dat hij niet kon oplossen. Een ongekend gevoel overviel hem: dat van machteloosheid. ‘Dat moet je leren aanvaarden’, zei hij hierover twee maanden geleden aan journalisten van het zakenblad Trends. De laatste tien weken van haar leven bracht hij door met zijn vrouw. Na haar overlijden viel hij in een diep zwart gat. ‘Ik jaag graag dromen achterna. Maar dan kom je in een fase waar alle dromen verdwenen zijn. Waarom zou ik nog iets doen?’
Zijn twee zonen en de weinige echte vrienden hielden hem uit de neerwaartse spiraal. Zij vormden zijn vangnet. En het werk: als een bezetene bleef hij doorgaan. Dat hielp. Voor even toch. ‘Je leert ermee leven, maar verwerken doe je het niet. Het zal altijd blijven.’ Vragen over zin en onzin van waarmee hij bezig was, bleven spoken. Vliegtuig in, vliegtuig uit. Naar Amerika, Brazilië, China, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan – de wereld rond. ‘Gemiddeld ben ik twee tot drie weken per maand onderweg’, vertelde de strategisch directeur bij ’s werelds grootste brouwer ooit in een interview. Wilde hij dat nog wel?
SOCIAAL BEWOGEN
Neen, luidde het antwoord. Volgens zakenkrant De Tijd verkocht Van Biesbroeck in januari 2015 een pakket aandelen ter waarde van 3 miljoen euro. Een week eerder had hij al een meerwaarde van bijna 8 miljoen euro geïncasseerd door opties te lichten en de daarmee verkregen aandelen meteen te verkopen. Geld lijkt evenwel niet zijn drijfveer te zijn. Als licentiaat economie aan de KU Leuven begeleidt Van Biesbroeck al zijn hele leven kinderen met een handicap of leerproblemen. Ook jongeren die de stap naar de universiteit willen zetten. ‘Ik maak daar tijd voor vrij, hoe schaars ze ook is. Omdat die kinderen de kans moeten krijgen om zich te ontplooien.’ Zijn sociale bewogenheid is groot. Hij investeert in kankeronderzoek en gaf een vijftal jaren catechese. ‘Niet omdat ik zelf zo gelovig ben, wel om bij te dragen tot een waardevol leven van kinderen’, zei hij hierover.
In zijn boek ‘De Belgische Bierbaronnen. Het verhaal achter Anheuser-Busch InBev‘ vat Trendsredacteur Wolfgang Riepl de nieuwe Anderlechttopman als volgt samen: ‘Over Jo Van Biesbroeck wordt eigenlijk niets negatiefs verteld. Enkel een vakbondsman haalt wat mopperend uit. In de jaren tachtig speelde Jo nog minivoetbal met de collega’s. Zijn werk slorpte steeds meer alle aandacht op. Het ondermijnde het wekelijkse sociale speelbalrendez-vous. Maar bij de brouwer maakte hij indruk. Een superintelligente kerel, die toch met beide voeten op de grond blijft. Hij vergaarde een uitstekende kennis in financiële controle en boekhouding. Jo was een volleerde technicus. Een echte vakman in cijfers.’
Hoe hoog in aanzien hij ook stond bij AB InBev: het was genoeg geweest. Van Biesbroeck besloot een nieuwe wending te geven aan zijn leven. Alexandre Van Damme hielp hem met zijn uitstapregeling, maar niet zonder al iets nieuws voor het strategische genie in gedachten te hebben. Als tegenprestatie vroeg de mysterieuze Luikenaar aan Van Biesbroeck om de operationele en financiële leiding van Anderlecht op zich te nemen. Gezien zijn profiel een veelzeggende zet. De man die boekhoudingen rechttrok bij AB InBev (of zijn voorlopers), die er strikte rapporteringssystemen introduceerde en kostenefficiëntie essentieel acht, gaat nu Anderlecht stroomlijnen. Verwacht wordt dat Van Biesbroeck onder meer gaat snijden in het waterhoofd dat de club lijkt te zijn geworden. Een rol in de schijnwerpers ambieert hij niet: net als Vandamme is hij een schaduwfiguur.
AAN- EN VERKOOP
Herman Van Holsbeeck, op boekhoudkundig vlak een selfmade man, net als zijn voorganger Michel Verschueren overigens, gaat zich nu vooral toeleggen op de aan- en verkoop van spelers. ‘Uiteindelijk is dat nog altijd de corebusiness van een voetbalclub’, zegt hij. ‘Ik heb de club gezegd dat ik hier geen enkel probleem mee heb. Zolang de zaken duidelijk afgebakend zijn en we allebei als doel hebben Anderlecht voor te bereiden op de toekomst. Ik heb Jo al ontmoet en ben overtuigd dat we goed met mekaar overweg zullen kunnen. Omdat we van dezelfde leeftijd zijn en omdat hij bijzonder rechtlijnig is. Zijn komst zal voor een cultuurshock zorgen, dat denk ik wel. Maar om dingen door te drukken, moet je wel macht hebben en die ligt nog altijd bij de familie. Ik heb Jo al gezegd: je kan twee dingen doen. Of je vliegt er als een bulldozer in en komt in conflictsituaties terecht, of je neemt je tijd. Maar Alexandre Van Damme is een goede strateeg. Het is goed bekeken van hem om geen Solvayjongen van een jaar of dertig binnen te halen, die eens even komt zeggen hoe het moet.’
DOOR JAN HAUSPIE – FOTO EMY ELLEBOOG
‘Ik jaag graag dromen achterna. Maar dan kom je in een fase waar alle dromen verdwenen zijn. Waarom zou ik nog iets doen?’ JO VAN BIESBROECK
‘Ik ben ervan overtuigd dat Jo en ik goed met elkaar overweg zullen kunnen.’ HERMAN VAN HOLSBEECK
