‘Cyriel is een spits die altijd zal scoren als hij vertrouwen krijgt’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Cyriel Dessers geraakte waar hij altijd al had willen zijn, al liep de weg naar ‘zijn’ KRC Genk via flink wat omwegen. Reconstructie van een pad dat van Brussel over Vechmaal richting Nederland voerde.

Een uur nadat Cyriel Dessers in een oefenmatch in de Luminus Arena tegen de Nederlandse tweedeklasser Excelsior Rotterdam zijn allereerste goal voor Genk heeft gemaakt, lopen de spelers van zijn eerste clubje, veertig minuten rijden verderop, op zijn eerste trainingsveldje kilometers zonder bal. In het piepkleine Haspengouwse dorpje Vechmaal, op tien kilometer van Tongeren en pal op de taalgrens staan midden de glooiende velden een kerk, een café, een vakantiehoeve en wat huizen. Plus twee voetbalvelden, waar Cyriel Dessers zijn eerste voetbalstappen zette toen hij vijf en een half jaar oud was.

Het stadionnetje van FC De Zwaluw heet 'De Verschrikking', maar zo ziet het er nu niet meer uit. Een andere naam dringt zich op. Het Cyriel Dessers Stadion misschien?
Het stadionnetje van FC De Zwaluw heet ‘De Verschrikking’, maar zo ziet het er nu niet meer uit. Een andere naam dringt zich op. Het Cyriel Dessers Stadion misschien?© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Voor de kleine jongen was dat toen even wennen. Tot zijn vijfde woonde het gezin nog in de Anneessenswijk midden in de Brusselse vijfhoek en ging hij naar de Franstalige kleuterschool Ecole de la Clé, dicht bij de Dansaertstraat. Geen buurt waar je een jong kind vrij liet rondlopen met zo weinig groen, vond papa Herwig Dessers, die zelf afkomstig was uit Hasselt. In 2000 verhuisde het gezin, al was dat wel naar het andere uiterste. Tot de verhuis naar Tongeren in 2010 woonden ze in Vechmaal.

Het voetbalterreintje aan de Onze-Lieve-Vrouwstraat heeft een prachtig uitzicht op de velden van Zuid-Haspengouw en het kerkje van het dorp, maar heet wel ‘De Verschrikking’.

Geen grap, al is het nu wel de laatste naam waar je spontaan aan denkt als je er over de balustrades leunt. De accommodatie kreeg haar naam vanwege het belabberde terrein vroeger, maar is nu met zijn prima grasmat en nieuwe doelnetten dringend aan een andere benaming toe. Het Cyriel Dessers Stadion, bijvoorbeeld?

Laat matuur

Vandaag is FC De Zwaluw Vechmaal een degelijke derdeprovincialer, maar zes jaar geleden lag dit veld braak, nadat de club waar de Genkse spits zijn voetballend debuut maakte, failliet ging.

Indertijd ging de jonge Dessers gewoon te voet of met de fiets naar training. Ook thuis trapte hij vaak een bal tegen de muur. Eerst met zijn rechtervoet, maar op aangeven van zijn vader ook met links, waardoor hij zo goed als tweevoetig is.

Niets moest, benadrukte papa Dessers. Plezier stond centraal. De jonge spits was ook laat matuur, wegens geboren in december. Zulke spelers hebben meer tijd nodig. Op zijn zevende mag hij testen bij KRC Genk, zijn favoriete club, waar zijn idool speelt wiens truitje hij draagt: Wesley Sonck. Vervolgens haast hij zich elke dag van school naar huis, wachtend op het goeie nieuws, maar hij wordt niet weerhouden. Een jaar later levert een volgende test bij Standard evenmin iets op.

Aan Dessers’ recente transfer naar KRC Genk hield FC De Zwaluw uiteindelijk niets over. ‘Daarvoor zou hij hier eens de aftrap moeten geven, liefst wanneer er volk toegelaten is’, zegt huidig hoofdtrainer Gino Herman. Hij rekende uit dat Dessers één jaar te vroeg vertrok bij Vechmaal (op zijn elfde) om de clubkas te kunnen spijzen. Was hij nog een jaar langer gebleven, dan had de club voor die opleiding een percentage van de transfersom gekregen, waarmee men bijvoorbeeld een nieuwe kantine had kunnen optrekken.

Dessers vertrok niet naar het nabijgelegen Union FC Rutten omdat hij zijn oude club het geld niet gunde, maar omdat Vechmaal in het laatste jaar van het lagere onderwijs onvoldoende spelertjes had voor een volledig team, en omdat hij een jaar te jong was om met de U13 mee te spelen.

Tongeren

Na één jaar Rutten mag hij naar een ‘grote’ club, toenmalig vierdeklasser SK Tongeren. Zijn eerste trainer daar, Diederik Nys, moet vandaag gewoon het Stadionplein in Genk oversteken om Dessers opnieuw aan het werk te zien. Hij is intussen technisch coördinator van de onderbouw (zeg maar de jongsten) bij KRC Genk. Hij zag de spits voor het eerst toen die nog bij Vechmaal speelde en jaarlijks op voetbalkamp kwam bij Tongeren. Maar pas jaren later haalde die club hem binnen.

‘Cyriel was in zijn eerste voetbaljaren heel erg speels, hij lag meer op de grond dan hij rechtstond, maar hij had wel kwaliteiten: hij was snel, sterk en had een bovengemiddelde techniek. Cyriel was een aanval op zichzelf. Dat was ook zijn probleem. Hij had vooral oog voor zichzelf en het zelf maken van goals. Cyriel wilde niet dat iemand anders scoorde, hij wou altijd zelf scoren. Ook al riep iedereen de hele tijd: geef die bal af!’

Nys vervolgt: ‘Cyriel was geen gemakkelijke jongen. Hij was nooit tevreden, werd vaak ook niet begrepen. De hele jeugdopleiding kon het met hem twee kanten uit. Omdat hij heel intelligent was, geloofden we dat hij die klik nog kon maken. Dat is ook gelukt, maar het heeft hem wel afgeremd, daarom is hij zo laat doorgebroken.

‘Nu vraagt iedereen: hoe komt het eigenlijk dat zo’n jongen zijn opleiding niet kreeg bij de jeugd van een eliteclub? Zulke spelers noemen we ‘fluisterende talenten’. Echt opvallend in het oog springend talent is zeldzaam. Veel fluisterende talenten gaan verloren, maar Cyriel was zo sterk en zo intelligent dat hij het toch haalde.’

Dessers’ ouders valt niets te verwijten, beklemtoont Nys: ‘Fantastische, warme mensen. Nooit discussie mee gehad, hoewel Cyriel soms bijna woedend van het veld stapte. Ze legden geen enkele vorm van druk op hem. Kortom: droomouders voor een opleider.’

Een jaar na zijn komst bij SK Tongeren stapt Dessers in het project Magic Foot, dat meer inzet op individuele ontwikkeling dan op het wedstrijdelement. Vervolgens mag hij een jaar bij de U15 van STVV spelen, samen met Rob Schoofs, maar STVV houdt hem niet en hij keert terug naar Tongeren. Bij de Limburgse provinciale selectie wordt hij samen met Leandro Trossard opgemerkt door Ron Elsen, jeugdcoördinator van het Nederlandse MVV maar na een stage van drie maanden bij de Maastrichtse club gaat Dessers opnieuw terug naar Tongeren.

Van de hectiek van de Brusselse vijfhoek naar de rust van Vechmaal: het andere uiterste.
Van de hectiek van de Brusselse vijfhoek naar de rust van Vechmaal: het andere uiterste.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Erik Reul, zijn trainer en mentor bij de U17 en de U19 en de beloften, herinnert zich een spits met een goeie mentaliteit, die goed positie wist te kiezen voor doel. Hij omschrijft de Dessers van toen als ‘een type- Jelle Vossen die op zijn best is als hij iets achter een grote, balvaste spits speelt, die moet kunnen zwerven. Wat hij toen miste, was de echte afwerking. Koelbloedigheid voor doel was een werkpunt. Hij weende wel eens als hij weer niet gescoord had.’

Reul herinnert zich een wedstrijd op Seraing, waar Dessers vier of vijf keer alleen voor de doelman kwam, maar de bal niet in de netten kreeg. ‘Ik heb hem getroost: ‘Belangrijk is dat je telkens op de goeie plek geraakt. Dat scoren, dat komt vanzelf.’ Hij was enorm gedreven. Als de gewestelijke ploeg een speler te kort kwam, en men vroeg wie er mee wilde doen, een niveau lager dus, was hij altijd kandidaat. Cyriel voetbalde gewoon heel graag.’

Met Reul klikt het, met anderen niet altijd. ‘Cyriel was erg kritisch voor zichzelf, maar ook kritisch naar anderen. Dat botste wel eens. Maar ik vind: spelers die op die leeftijd al willen meedenken, moet je laten meedenken.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘In die wedstrijd tegen Seraing waarin hij niet scoorde, speelde de Luikse club elke keer op buitenspel. Ik legde uit hoe hij die val kon omzeilen, en hij pikte dat na de rust meteen op.’

De jonge Dessers krijgt in die tijd ook te maken met een ander probleem. ‘Op een dag kwam hij na een wedstrijd huilend de kleedkamer binnen. Iemand van de tegenstander had hem voor ‘bruine’ uitgemaakt. Ik ben toen naar die trainer gestapt, en naar hun kapitein, en heb hen gezegd: dat kan niet, die jongen moet zich komen excuseren. Die bewuste speler is zich toen effectief komen excuseren bij ons in de kleedkamer.’

OH Leuven (in twee stappen)

In de zomer van 2009 speelt Dessers met Tongeren een oefenwedstrijd tegen de elite van OH Leuven. Het is een van de kantelmomenten in zijn loopbaan, al weet niemand nog precies of Tongeren met 8-0 dan wel met 11-0 op zijn doos kreeg. Reul: ‘Cyriel had maar twee of drie ballen geraakt, maar na die match kwam de jeugdcoördinator van OH Leuven naar mij en vroeg: mogen we met die jongen eens praten? Die mag naar ons komen. Op die paar momenten hadden ze genoeg gezien, hoe hij positie koos, hoewel hij twee jaar jonger was dan de meeste spelers uit die ploeg.’

Alleen is de transferperiode op dat moment al afgelopen, en Dessers blijft opnieuw bij Tongeren.

Halfweg het seizoen 2010/11 komt het volgende belangrijke moment in Dessers’ ontwikkeling. Raphaël Quaranta, een monument bij Club Luik maar ook voetballer bij Antwerp en Standard, merkt hem op bij de beloften van SK Tongeren en haalt hem bij de kern. ‘Toen ik Tongeren in 2010/11 samen met Jef Byloos trainde, had de club het financieel niet breed. Daarom werkten we met veel jonge spelers. Maar toen ik tegen Jef zei dat we Dessers gingen lanceren in het eerste, was iedereen verbaasd. Ik zag zijn explosiviteit als spits, zijn enthousiasme en mentaliteit. Cyriel luisterde, hij wilde beter worden. Als je een talent treft met een luisterend oor, kan je die ver brengen. Want Cyriel stond toen niet bekend als hét grote talent bij Tongeren, maar er stond een goeie kop op. Hij liet zich niet doen, het was een persoonlijkheid, maar ik vond dat niet erg. Als je altijd op de achtergrond blijft, ga je niet vooruit. Toen we hem lieten debuteren op zijn zestiende heb ik hem gezegd: ‘Jij kan in eerste klasse geraken, maar als je je droom wil waarmaken, heb je geen alternatief, behalve werken, werken en nog eens werken.’

Van de hectiek van de Brusselse vijfhoek naar de rust van Vechmaal: het andere uiterste.
Van de hectiek van de Brusselse vijfhoek naar de rust van Vechmaal: het andere uiterste.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Toen hij naar OH Leuven overstapte, stuurde hij me een dankberichtje, later bij zijn transfer naar Lokeren, deed hij dat opnieuw. Hadden we hem toen niet bij het eerste elftal genomen, was hij misschien nooit doorgebroken. Op je zestiende nog in vierde klasse spelen en dan toch de sprong maken naar eerste klasse, dat is zeldzaam.’

Na dat halve jaar in Tongerens eerste elftal verhuist Dessers toch naar OH Leuven. Hij gaat ook in Leuven wonen, maakt daar zijn middelbaar af in het Heilig Hartcollege en gaat na dat eerste jaar rechten studeren aan de KUL. Aan het einde van zijn derde seizoen bij OH Leuven laat Ivan Leko hem op 16 maart 2014 in eerste klasse debuteren met een invalbeurt van een kwartier uit bij RAEC Mons. In de eindronde met de tweedeklassers speelt hij eind mei nog een kwartier mee tegen KAS Eupen, maar vader Herwig en OH Leuven geraken er niet uit over een nieuw contract.

Lokeren

Toenmalig technisch directeur van Sporting Lokeren Willy Reynders weet nog hoe en waar hij Dessers opmerkte, samen met toenmalig trainer Peter Maes: ‘In een beloftenwedstrijd tegen OH Leuven waarin hij drie of vier keer scoorde. Een jonge, Belgische spits met scorend vermogen die bovendien ook nog vrij is, daar moet je voor gaan. Al vond ik het achteraf bekeken wel raar dat iemand met zo’n profiel en zulke kwaliteiten geen contract had.’

Dessers verhuist naar Sint-Niklaas en wordt prof bij Lokeren. Met zijn studies is het afgelopen. Cyriel, die in het tweede jaar rechten zit, probeert nog zijn examens in tweede zit af te leggen, maar dat zit er niet meer in. Wie vanuit de jeugd plots een voorbereiding met Peter Maes afwerkt, is ’s avonds uitgewrongen.

Op 8 augustus 2014 maakt Dessers zijn eerste speelminuten vol bij Lokeren, met een invalbeurt tegen KRC Genk. Het duurt tot de voorlaatste speeldag eer hij eens aan de aftrap komt, tegen Anderlecht. Een echt succes was zijn verblijf bij de intussen failliet gegane tricolores niet. Willy Reynders: ‘Hij had wel scorend vermogen, maar was ook nogal eigenwijs. En Peter was als trainer erg veeleisend voor zijn spitsen, met name betreffende de stap die Cyriel moest leren zetten bij balverlies. Hij was toen het type spits dat je soms 20 minuten niet zag, en die er dan plots stond.’

Had Reynders het gevoel dat Dessers verder had gestaan indien hij eerder zijn jeugdopleiding had gekregen bij een eersteklasser of een topclub? ‘Dat nu ook weer niet. Je verzamelt beter speelminuten in het eerste elftal van een club uit derde of vierde klasse dan dat je te lang in de beloften blijft hangen.’

NAC

Hans Smulders, die vandaag voor het managementkantoor (Stirr Associates) werkt dat de belangen van Dessers behartigt, is de man die de spits uit België weghaalde. Smulders was van 2015 tot 2018 actief als technisch directeur bij NAC maar volgde voordien al namens zijn vorige club, FC Eindhoven, veel wedstrijden in België, zowel van eerste als tweede elftallen. Zo merkte hij ook de jonge spits op bij Lokeren. ‘Cyriel speelde meestal een kwartier met de basisploeg en dan nog eens een match met de beloften. In Nederland is men meer gewend om jonge spelers jong te laten starten en ze dan ook wat te laten staan, om ze vertrouwen te geven. In België is het meteen presteren, meteen ja of neen. Het grote verschil met Lokeren was dat hij bij ons vertrouwen kreeg, ook als hij een mindere wedstrijd speelde.’

Van de hectiek van de Brusselse vijfhoek naar de rust van Vechmaal: het andere uiterste.
Van de hectiek van de Brusselse vijfhoek naar de rust van Vechmaal: het andere uiterste.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Wat viel hem toen bij de jonge spits op? ‘Cyriel is een spits die altijd zal scoren als hij vertrouwen krijgt. Het is een intelligente jongen, een Belg met Nederlandse trekjes. Iemand die zich goed uitdrukt en zich in groep durft te manifesteren. Vanaf dag één toonde hij zich een persoonlijkheid. Dat viel op, omdat veel jonge Belgen aanvankelijk timide zijn. Misschien kijkt men in België wat raar op wanneer zo’n jonge speler extravert is, wij vinden dat net goed, want dat extraverte, dat is de flair die je nodig hebt om een topcarrière te maken.’

Van Lokeren naar NAC bleek voor de spits een juiste zet, al had Smulders Dessers graag nog een jaar langer in Breda gezien, dus ook na de promotie. ‘Maar ook de overstap naar Utrecht is voor hem goed uit gedraaid. Hij zette bij ons een stap terug om er weer twee vooruit te zetten. In zijn ontwikkeling ging het toen hij bij ons kwam in eerste instantie vooral om scoren. Maar als je er het maximale uit wil halen, moet je ook voortdurend heel hard werken en verbeteren. Cyriel vond dat hij toen al hard werkte, maar hij leerde om nog harder te werken en nog meer prof en completer te worden.’

De aanwezigheid van Stijn Vreven hielp hem daar bij, al voelde de speler dat aanvankelijk niet zo aan. Smulders: ‘Stijn, dat is altijd zalven en zwepen, en spelers tactisch beter maken. Cyriel had toen iemand als Stijn nodig, die kort op hem zat maar hem vervolgens ook beloonde.’

Via NAC, FC Utrecht en Heracles Almelo belandde Dessers waar hij altijd al had willen: bij zijn KRC Genk.

Rest dé vraag: gaat Dessers het maken bij KRC Genk?

Erik Reul is overtuigd van wel: ‘Cyriel is buiten en in de groep een topkerel. Hij kreeg altijd kansen, goed of niet. Altijd schakelde hij op het juiste moment om; zijn positiespel om zich vrij te spelen was erg goed. Ze kochten ook iemand met een mentaliteit. Die gaat altijd zijn truitje nat maken, altijd werken. ‘Daar val je nooit vuil mee’, zoals ze hier in Limburg zeggen. Dat kan nooit een miskoop zijn.’

‘Dat hij prof zou worden, had niemand niet verwacht, tenzij Cyriel zelf’

Het parcours van Cyriel Dessers heeft een aantal mensen die hem onderweg begeleidden verbaasd. Willy Reynders: ‘Ik dacht dat hij in Nederland zou blijven. Omdat die manier van voetballen hem beter lag, maar ook omdat het iemand was die graag zijn zegje deed. In België ligt dat nog wel eens moeilijk, als een speler mondig is.’

Diederik Nys geeft toe: ‘Dat hij prof zou worden, had ik niet verwacht. Niemand, denk ik. Tenzij Cyriel zelf. Hij was toen heel moeilijk coachbaar, met veel trainers botste hij, maar hij had ook zo veel vertrouwen in zichzelf en liep zo makkelijk over het veld.’

Wat hij uit de ervaring met Dessers leerde? ‘Dat ook fluisterende talenten met uitzonderlijke kwaliteiten – bij Cyriel zijn dat zijn volharding en zijn atletisch vermogen – het tot profvoetballer kunnen schoppen. Daarom is het zo belangrijk dat er aan de basis met alle spelertjes goed gewerkt wordt. Laat ze experimenteren, dribbelen, fouten maken. Laat ze meester worden over de bal. Dat kan ook op een heel speelse manier, want jeugdvoetbal is geen volwassenensport. Cyriels carrière bewijst dat: hij experimenteerde, maakte fouten, maar gaf niet op.’

Op zijn zestiende zat Cyriel Dessers nog bij vierdeklasser Tongeren, nu zit hij bij KRC Genk.
Op zijn zestiende zat Cyriel Dessers nog bij vierdeklasser Tongeren, nu zit hij bij KRC Genk.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content