Met wedstrijden tegen Manchester City en Heusden-Zolder staan Lokeren en Paul Put voor beslissende opdrachten, te beginnen vanavond. Aan de supporters zal het niet gelegen hebben : zij geven massaal present.

“Hopelijk”, zei Davy De Beule vóór de heenwedstrijd tegen Manchester City, “kunnen we door een goede prestatie het tij keren.” Een goede prestatie werd het, zelfs de uitslag was uitstekend, maar een kerend tij, dat kwam er niet van.

Niets sindsdien dat doet vermoeden dat Lokeren de perspectiefvolle 3-2-nederlaag van twee weken geleden kan omzetten in een kwalificatie voor de tweede ronde van de Uefabeker. Dus of we vanavond getuige zullen zijn van het begin van de ommekeer ? Afwachten, al zal het zeker niet aan de supporters hebben gelegen. Zij zullen massaal opdagen voor de confrontatie met het sterrengeheel van Kevin Keegan. Lokeren deed een extra inspanning, trok een tijdelijke tribune op en daardoor kunnen 10.000 mensen worden ontvangen. Lang geleden dat ze dit nog hebben meegemaakt op Daknam.

Of het écht een hoogdag wordt, zal echter vooral van het resultaat afhangen. En van de resultaten die nadien zullen worden behaald in de competitie tegen Heusden-Zolder en Cercle Brugge, de twee nieuwkomers in de eerste klasse dit seizoen. Lokeren en trainer Paul Put staan dus voor de dagen van de waarheid.

Over hoe het zover is kunnen komen, is al veel gezegd en geschreven. Gebrek aan vertrouwen, moeilijk zelf het spel kunnen maken, moeilijk scoren, geen balvastheid en kopkracht hebben voorin, verdedigende blunders, een mentaal broze selectie : het zijn allemaal elementen die zijn aangereikt om de malaise te verklaren. Feit is dat Paul Put na het vorige, succesvol verlopen seizoen om versterking in elke linie smeekte. Met de centrale verdedigers Tjörven De Brul en Carl Hoefkens, middenvelder Bart Willemsen en diepe spits Gunter Thiebaut had hij zelfs concrete namen op papier gezet. Maar voorzitter Roger Lambrecht en spelersmakelaar/sportief manager Willy Verhoost, die met hun onbehouwen stijl eventuele nieuwkomers afschrikten bij de onderhandelingen, lachten het verzoek van hun trainer om meer Belgische inbreng weg. Te duur of onvoldoende ambitieus, luidde hun vernietigende oordeel vaak.

Bovendien, zo klonk het, zouden directeur Afrika Willy Reynders en kenner Verhoost de bestaande problemen op de beproefde manier aanpakken : onbekende Afrikanen halen, die ze naderhand te gelde konden maken. Nu blijkt echter dat het reservoir talentrijke Ivoriaanse, Kongolese of Guinese voetballers niet onuitputtelijk is.

Hans Eric Ekounga, Mohama Zanzan Atte-Oudeyi, Mamadou Alimou Diallo, Francis Ambane Moubourou en eerder ook Aboubacar Fofana werden nog wel met de nodige superlatieven binnengehaald, maar tot-nogtoe konden ze om uiteenlopende redenen hun reputatie helemaal niet waarmaken. In bestuurskringen worden de verantwoordelijken voor de transferpolitiek stilaan nadrukkelijker met de vinger gewezen. Dat Tjörven De Brul niet werd aangeworven, een oud-speler van de club en een streekjongen, wordt door velen als een grote inschattingsfout beschouwd.

Ook worden er vraagtekens geplaatst achter de wenselijkheid om met een volledig Afrikaanse verdediging te spelen. Het is een cliché, maar een gebrek aan concentratie in dit compartiment kostte de ploeg al dure punten. Probleem echter is dat ze in Lokeren constant op twee gedachten hinken : jonge Afrikanen opleiden en tactisch scholen, maar ook in de eerste vijf willen eindigen. Misschien legt de clubleiding zich er beter bij neer dat de derde plaats van vorig seizoen een uitschieter is geweest.

Dat Put in elke linie van zijn elftal nog altijd om bijkomende versterking vraagt, is opmerkelijk. Hij kan immers terugvallen op exact hetzelfde team als vorig seizoen, min Sambegou Bangoura en joker Papy Kimoto. Valt nog mee, denk je dan, maar het beproefde tactische recept bleek niet meer te werken en alles wat de trainer nadien probeerde evenmin. Het lijkt een manco aan het vakmanschap van Put te zijn, dat hij er niet in geslaagd is een oplossing te vinden voor een op het eerste gezicht toch beheersbaar probleem. Bovendien is zijn gezeur om versterking niet bevorderlijk gebleken voor de gemoedstoestand van de spelers. Hun vertrouwen ebde weg en de laatste weken neigde het zelfs naar moedeloosheid. Gehaaide randfiguren zagen hun kans schoon en prezen prompt versleten voetballers als Souleymane Oulare en Branko Strupar aan.

Eerder dan emotioneel uit zijn krammen te schieten probeert Roger Lambrecht nu sereen naar andere oplossingen te zoeken. Vroeger wees hij vaak de trainer aan als eerste schuldige (Willy Reynders kan ervan meespreken) en ontsloeg hem, nu kiest hij ervoor naar spelers met een meerwaarde op zoek te gaan. Dat belooft geen gemakkelijke zoektocht te worden, want zelfs in de Scandinavische landen – waar de competities binnenkort allemaal aflopen – vallen nog weinig koopjes te doen. En een nieuwe miskoop – na Marel Baldvinsson en voor hem Audun Helgason – mag hem niet meer overkomen. Baldvinsson blinkt vooral uit door zijn slechte balaanname, onhandig positiespel voor doel en een gebrek aan timing bij kopbalduels. Zijn acties deden al vaker hoongelach dan gejuich opstijgen vanop de tribunes.

Opvallend is dat ook de overige IJslanders, Arnar Gretarsson, Runar Kristinsson en Arnar Vidarsson – samen met de Davy De Beule de architecten van de hoogconjunctuur vorig seizoen -, de volle lading krijgen. Nochtans verklaren ingewijden dat zij heel loyale jongens zijn, die er alles aan doen om het tij te doen keren. Tijdens de te- rugronde van vorig seizoen kregen ze nog een riante contractverlenging voor bewezen diensten. Tegelijk werd er hen versterking voor de ploeg in het vooruitzicht gesteld, beloofd zelfs. Niet verwonderlijk dat zij zich nu wat in de steek gelaten voelen. Logisch ook dat dit soms af te lezen is aan hun spel.

Maar er is meer. De terugval van Gretarsson, bijvoorbeeld, heeft vooral een andere verklaring. Al maandenlang sukkelt hij met een blessure aan de adductoren. Eigenlijk zou hij rust moeten nemen of een operatie ondergaan, maar in het belang van de ploeg blijft hij spelen, zij het dus met minder scherpte. Aanvoerder Vidarsson doet zijn stinkende best. Hij loopt voorop in de strijd, maar kan ook in zijn eentje de ploeg niet op sleeptouw nemen. Vooral de nukkigheid van de in- troverte Kris- tinsson valt op. In het veld vertaalt zich dat in een geïrriteerde houding te- genover de scheidsrechter wanneer overtredingen op hem niet worden gefloten. Ook wordt hij vaak uitgespeeld als tweede spits, terwijl hij het best tot zijn recht komt als foerier of aanvallende middenvelder. Als de ploeg niet in zijn dienst voetbalt, zo is meer dan eens al gebleken, speelt Lokeren met tien tegen elf.

Lokeren heeft geen keus. Een stunt vanavond tegen Manchester City zou geen kwaad kunnen.

door Frédéric Vanheule

Gehaaide randfiguren zagen hun kans schoon en prezen versleten voetballers als Oulare en Strupar aan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content