Vit Valenta moet de komende vier jaar het middenveld van Cercle Brugge doen bruisen. Vorig seizoen voetbalde de ex-speler van Lommel nog bij een Nederlandse zondagamateurclub en woonde hij in een bouwvallige bungalow.

De weg naar de top is lang en gaat niet altijd over rozen. Vit Valenta (22) kan er- over meespreken. In 2001 liet hij zijn vaderland Tsjechië achter om in Nederland zijn jongensdroom na te jagen : profvoetballer worden bij een grote West-Europese club. Het bleek het begin van een reeks omzwervingen die hem nu tot bij Cercle Brugge hebben gebracht.

Valenta is een rustige jongen, bijna schuchter. Hij neemt plaats in de sofa en schenkt een glas water in. Voorzichtig plaatst hij het op een rond viltje waarop een voetbal staat afgebeeld. “Voetballen zit in onze familie. Mijn opa heeft het vroeger gedaan en mijn vader was doelman. Toen ik op mijn zesde wilde sporten, kreeg ik van mijn ouders de keuze tussen ijshockey en voetbal. Voor het ijshockey moest ik naar een ander dorp, terwijl op 500 meter van ons huis een voetbalveld lag.”

Toen Valenta achttien was, ging de bal echt aan het rollen. Hij speelde in de hoogste Tsjechische klasse bij FC Synot, het huidige FC Slovacko. Met zijn ploeg werkte Valenta Intertoto-wedstrijden af tegen Stade Rennes en Universitatea Craiova. In die matchen kwamen scouts van PSV onder de indruk van de kwaliteiten van de Tsjech. “Via mijn Nederlandse begeleider Henk Van Neck vernam ik dat PSV me uitnodigde voor een stage van zes maanden. Toen FC Synot me een contract voor vijf jaar onder de neus schoof, weigerde ik te tekenen. Ik zat met mijn gedachten al in Nederland. Ik liet mijn studie elektromechanica voor wat ze was en vertrok richting Eindhoven. Ik had PSV wel eens op televisie gezien, maar eigenlijk kende ik de club niet. Ik wist niet waar ik aan begon, maar ik beschouwde het als een echte uitdaging om naar het buitenland te trekken.”

De ogen van de Tsjech fonkelen nog steeds als hij terugdenkt aan dat halve jaar in Eindhoven. “De stage verliep heel goed. Ik heb er regelmatig kunnen scoren. Ik werd er prima opgevangen en zat in een fijne omgeving. Nederland is ideaal voor jonge spelers. Er is een fantastische accommodatie, de trainingen zijn er goed en de stadia lopen vol voor de wedstrijden. Ik wou er doodgraag blijven.”

De Nederlandse wetgever gooide echter roet in het eten. Tsjechië behoorde in 2001 nog niet tot de Europese Unie. De regelgeving bij onze noorderburen gebiedt dat spelers uit niet-EU landen er jaarlijks ongeveer 400.000 euro moeten verdienen. Dat had noch PSV noch een andere Nederlandse club over voor Valenta. “Toen ik dat hoorde, zat ik in de put. Ik vroeg me af waar ik aan begonnen was. Ik had er zoveel meer van verwacht.”

In België geldt die financiële drempel niet. Onmiddellijk na zijn stage mocht Valenta een week op proef gaan bij Lommel. De Limburgers waren tevreden over de Tsjech en boden hem een contract van vierenhalf jaar aan. Valenta ging in januari 2002 akkoord. “Als je weet dat ik PSV maar vaag kende toen ik uit Tsjechië vertrok, zal het niet verbazen dat ik van Lommel nog nooit had gehoord. Ik had weer geen idee waar ik aan begon. Dat we met Lommel eerder in de onderste regionen van het klassement vertoefden, vond ik niet zo erg. Het belangrijkste voor mij was dat ik in het buitenland in eerste klasse kon voetballen.”

Valenta speelde 27 wedstrijden met groen-wit en keilde de bal zes keer tegen de netten. “Het ging heel goed. In het begin was ik uiteraard nieuw voor iedereen bij Lommel. Ik begreep nog niet alles, want mijn Nederlands was nog niet veel soeps. Maar de spelers deden hun best om mij op te vangen. Na enkele wedstrijden bij de reserves plaatste trainer Harm van Veldhoven me in de basis. Ik ben hem daarvoor nog altijd dankbaar. Die kans heb ik met beide handen gegrepen.” Na anderhalf jaar was het geluk van de jonge Tsjech echter alweer op. Lommel ging financieel onderuit. “Dat was weer nieuw voor mij. Ik had dat totaal niet verwacht en was alles kwijt.”

Voor Valenta brak de donkerste periode uit zijn carrière aan. Hij keerde terug naar Nederland en werkte er stages af bij Emmen, NEC en Groningen. Over geen van die stages krijgt Valenta een slecht woord over zijn lippen. “Het ging allemaal opperbest. Op voetbalgebied was er geen probleem, maar die wetgeving zat me in de weg.”

Het seizoen 2003/2004 moest de jonge Tsjech zonder club doorbrengen. Hij leefde van de hoop. Op 1 mei 2004 zou Tsjechië toetreden tot de EU. Valenta ging ervan uit dat hij als nieuwe EU-burger spoedig niet meer onder de regel zou vallen die hem zo tartte. “Ik koos ervoor om in augustus 2004 aan de slag te gaan bij HSC ’21, een Nederlandse zondagamateurclub in Haaksbergen. Ik zag het als een tussenstation. Ik zou er wachten tot de wet voor mij niet meer gold om dan een contract te versieren bij een Nederlandse club. HSC ’21 speelt in de hoogste klasse van de amateurs en regelmatig staan er scouts langs de lijnen. Ik kon proberen om me een beetje in de kijker te spelen.”

Het verging Valenta goed tussen de amateurs. “Ik werd er uitgeroepen tot ‘beste amateurvoetballer van Nederland’. Dat was wel leuk.” Valenta kreeg er het gezelschap van zijn landgenoot Dominik Khrut. Die was net als Valenta op zoek naar een profcontract in het Nederlandse voetbal. Samen versterkten ze HSC ’21. “Het niveau was vergelijkbaar met dat bij Lommel”, zegt Valenta. “Het grootste verschil was dat we bij HSC ’21 maar drie keer per week trainden en bij Lommel elke dag. Dat losten ik en Dominik op door individueel bij te trainen. We wilden vermijden dat ons niveau te sterk zou achteruitgaan.”

In de periode dat de twee Tsjechen voor HSC ’21 speelden, werden ze ondergebracht in een schamele bungalow in een beukenbos, dicht bij het veld van HSC ’21. Eigenlijk was het niet meer dan een groen geverfde hut. Over het nederige stulpje dat hij toen moest bewonen, maakt Valenta geen problemen. “Ach, eigenlijk ging het nog best goed in die bungalow. Het was er klein. We hadden een woonkamer van drie bij vier meter, inclusief keuken. Ook over de slaapkamers en het toilet kon je bezwaarlijk zeggen dat ze ruim waren. Maar we hebben er veel plezier gemaakt. Er was een goede sfeer. Bovendien beschouwden we het als een tijdelijke oplossing. Het volgende seizoen zouden we bij een grotere club spelen, dachten we.” Maar de regel bleef gelden voor de Tsjechen, zelfs na de toetreding van hun land tot de EU. Het betekende een ferme streep door de rekening van Valenta. “Ik vind het pure discriminatie.”

Blijkbaar was alles beter dan een retourticket naar Praag kopen. “De competitie daar is niet zo goed. Er komen weinig mensen naar de wedstrijden kijken en de accommodatie laat er te wensen over”, motiveert Valenta zijn beslissing om in Nederland te blijven. Vorig jaar had de Tsjech in een interview met het Nederlandse weekblad Voetbal International ook het woord ‘maffia’ laten vallen bij zijn redenen om niet terug te keren. Daarnaar gevraagd, slaakt hij een heel diepe zucht. Het blijft even stil. “Kijk, in voetbal moet de sport op de eerste plaats komen. En dan de business. Dat is mijn mening. In Tsjechië staan die twee wel eens in de verkeerde volgorde.”

In dat artikel werd ook beschreven hoe Valenta en Khrut de pannen van het dak speelden bij hun amateurclub. Het interview trok de aandacht van Harm van Veldhoven, intussen trainer bij Cercle Brugge. Van Veldhoven stuurde iemand naar HSC ’21 om Valenta te scouten. “Vit heeft een goede mentaliteit en een sterk loopvermogen”, weet Van Veldhoven. “Het is een moderne nummer 10. Hij heeft een luisterend oor als je hem opmerkingen geeft. Dat is de juiste instelling. Gezien zijn leeftijd vonden we het een aardige investering met het oog op de toekomst.”

In juni zette Valenta zijn handtekening onder een vierjarig contract bij groen-zwart. Hij lijkt het op te vatten als een troostprijs : “Ik ben blij dat ik terug in eerste klasse kan voetballen, maar eigenlijk wou ik het liefst in het Nederlandse profvoetbal spelen. Alles is daar net dat tikkeltje beter ; de sportinfrastructuur, het aantal toeschouwers voor de wedstrijden, het niveau. Maar door de wetgeving bleek het onmogelijk. Dan maar België. Dit contract biedt voor mij eindelijk weer een beetje zekerheid. Cercle Brugge was opnieuw een sprong in het duister. Zij zaten nog in tweede klasse toen ik bij Lommel speelde. Dieter Dekelver is wel een oude bekende. En Harm Van Veldhoven natuurlijk.” Valenta ziet Cercle Brugge als de zoveelste tussenstop op zijn weg naar de top. Het blijft zijn ultieme droom om te schitteren in de Engelse Premier League. “De Engelse competitie is de beste ter wereld.”

De middenvelder wordt nadrukkelijk genoemd als de opvolger van Harold Meyssen. “Dat hadden we eigenlijk ook eerst in het achterhoofd toen we Vit binnenhaalden”, zegt Van Veldhoven. “Maar als Cercle op termijn nog wat sterker kan worden, kunnen Valenta en Meyssen ook perfect samenspelen. Valenta is van nature een loper. Meyssen is de spelmaker.” Valenta vindt het allemaal best. “Ik wil zoveel mogelijk spelen. Meyssen is een heel goed speler en een heel goed mens. Hij is heel belangrijk voor het team. Ik denk dat ik in de ploeg hetzelfde kan doen als hij, maar ik kan ook samenspelen met Harold. De trainer beslist. Daar leg ik mij bij neer.”

De Cercle-coach heeft een helder zicht op de mate waarin de prestaties van de Tsjech hebben geleden onder zijn jaar inactiviteit en zijn jaar tussen de amateurs. “Er was natuurlijk wat achteruitgang. Daar kan je niet omheen. Dat gaat dan vooral over de snelheid van uitvoering. Als je terugkomt op een hoger niveau, moet je eraan wennen dat de interventies weer sneller moeten. Anders lijd je balverlies. Maar ik vind dat Vit die achterstand in zes à zeven weken toch goed heeft ingehaald. Conditioneel is er geen probleem. Op het veld is Vit enorm enthousiast. Hij zal in een wedstrijd veeleer een kilometer te veel lopen dan één te weinig. Ik overdrijf niet, integendeel. Het is bijna lopen om te lopen. Die inzet is uiteraard fijn, maar je moet natuurlijk ook wat kunnen doseren.”

Zijn schamel kampeerhuisje heeft Valenta intussen ingeruild voor een knus appartement in de Brugse binnenstad. Hij woont er samen met zijn Tsjechische vriendin. “Ze blijft nog anderhalve maand vooraleer terug te keren naar huis. Ze moet na dit jaar nog één jaar studeren, maar zal me toch zoveel mogelijk gezelschap komen houden. Na haar studies komt ze hier definitief wonen.”

Zelf is Valenta ook weer met zijn neus in de boeken gekropen. Toen hij op zijn achttiende Tsjechië achterliet, had hij geen diploma op zak. “Ik zat toen in mijn voorlaatste jaar elektromechanica. Het laatste jaar ben ik nu aan het afmaken. Mijn familie en vrienden houden me telefonisch en via internet op de hoogte van wat ik moet weten. In de winterstop en na het seizoen ga ik naar Tsjechië om mijn examens af te leggen. Ik reken erop dat ik kan voetballen tot ik 35 ben. Daarna moet ik ook nog leven.”

Kristof De Ryck

‘Ik kan ook samenspelen met Harold Meyssen.’

‘Valenta is een moderne nummer tien. (Harm van Veldhoven)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier