Peruaan. Geboren op 8 januari 1988 in Callao. 1,76 meter –

75 kilo. Profiel: de stille.

D aniel Chávez: “Vorig jaar was de hel. Mijn rechterknie speelde me voortdurend parten. Samen met Antolin ( Alcaraz, nvdr), die ook geblesseerd was, heb ik geprobeerd om me er zo goed mogelijk door te slaan. Ik zat voortdurend met twijfels, zelfs voor mijn carrière. Of het allemaal nog goed zou komen. Maar nu lijkt alles achter de rug. Mijn voornemen voor dit seizoen is me veel meer dan vorig jaar proberen op te dringen aan de trainer.

“Hoe ik hier woon? De club heeft me een huis ter beschikking gesteld en op dit moment wonen mijn ouders bij mij. Voor een maand of drie. Mijn vriendin is er ook. Zij is van Ecuador, maar woont al acht jaar in België. Ik ben haar ongeveer twee jaar geleden tegen het lijf gelopen. Zij helpt me als ik taalproblemen heb. Thuis hebben we satelliet, op die manier kan ik naar Spaanse televisiekanalen kijken. Eigenlijk heb ik dus amper integratieproblemen.

“Het enige wat nog aan mijn geluk ontbreekt, zijn prestaties. En daarvoor moet ik spelen. Waar maakt me niet uit. Ik heb de indruk dat de trainer me op verscheidene posities aan het uitproberen is. Ik ben een tijdje de derde spits geweest: ik heb vrijwel altijd mogen invallen.

“Ik ben al veel completer dan pakweg een jaar geleden, maar de regelmaat ontbreekt. Dat besef ik. Misschien moet ik uitkijken, als het hier niet lukt, naar wat anders, hetzij voor zes maanden, hetzij definitief.

“Een mooi moment dit najaar was de galawedstrijd in Marokko. Een jongensdroom. Een wedstrijd tegen de honger en de armoede, met spelers als Ronaldo en Zidane. Een droom. Vorig jaar speelden we een gelijkaardige wedstrijd in Málaga. Voor ons is het ontspanning, maar de boodschap die we ermee uitdragen, is belangrijk. Veel mensen hebben er nood aan dat hun verhaal bekend wordt gemaakt. Dat die armoede wordt aangepakt.

“Mijn vrije tijd breng ik door met te doen wat jongeren allemaal doen. Via het internet contact houden met de familie en de vrienden van vroeger, en verder heel veel op de PlayStation spelen. Boeken? Amper, ik ben het type niet. Of naar muziek luisteren. Veel Latijns-Amerikaans, vaak salsa. Een van mijn favorieten is Gilberto Santa Rosa. Mijn broer is nog gekker van salsa, die heeft samen met wat andere Peruanen, een paar uit de familie, een eigen groepje. Eigenlijk zit dat dansen er in de familie al van kindsbeen af in. Bachata, reggaetón, merengue, … Ik speel geen instrument, maar eigenlijk zou ik het wel graag kunnen. Niet de gitaar, neen. Trompet!

“Zuid-Amerikanen helpen mekaar veel. Als wij mekaar op straat tegenkomen, zullen we altijd even halt houden en vragen hoe het de ander gaat. Dat valt me wel op, dat mensen hier een beetje meer op zichzelf zijn. Gesloten. Ze blijven thuis, lopen weinig bij elkaar langs. Bij ons is dat toch heel anders. Mijn ouders vonden dat ook vreemd, toen ze hier voor het eerst waren. Dat er niemand op straat te zien was. En dat er buiten niemand speelde.

“Waar Antolin en ik het helemaal over eens zijn, is dat jullie boetes zo hoog oplopen. Mens, moet dat écht zo duur? En zo snel! Vijf minuten fout geparkeerd en hop, er zit zo’n briefje onder je ruitenwisser. Als er in Zuid-Amerika toch eens een agent je tegenhoudt, regel je dat onderling. Je stopt de man wat geld toe en hij laat je gaan. Naar verluidt moet je dat hier niet proberen … Of toch?” S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content