Colombiaan, geboren op 9 mei 1981 in Cali. 1,75 meter – 71 kg. Profiel: de vriendelijke.

Daniel Cruz: “Ik voel me hier heel goed, dat is ook de reden waarom ik net voor drie seizoenen bijtekende. De club, de stad, het is hier fantastisch. Mijn vrouw is hier ook heel graag. Elf maanden geleden ben ik getrouwd en zij is hier heel gelukkig. Ik zie België een beetje als mijn tweede vaderland. Daarom heb ik ook de naturalisatie aangevraagd, noem het gerust alle deuren openhouden. Na het voetbal zou ik graag in België blijven.

“Mijn spel … Ik probeer steeds bij te leren, beter te worden, nog meer rendement te halen uit mijn voetbal. Voor ik bijtekende, had ik een lang gesprek met de voorzitter. Ik hou graag een bal bij en als dat niet lukt, of als ik niet in de match zit, val ik graag diep terug. Als je dan beslissend wil zijn, is het een heel eind tot aan de box. Ik ben geen speler die veel scoort, misschien mis je dat in mijn spel. Daarom hebben ze me gevraagd om te proberen iets dieper te spelen. Dat probeer ik nu. Meer scoren, meer in de box te komen.

“Het spel van Beerschot is de voorbije jaren iets meer in mijn richting geëvolueerd. Met jongens als Colman en Losada hebben we heel technische voetballers gekregen. Dan vergeet ik nog Ederson. De Belgen in de ploeg zijn heel belangrijk voor de stabiliteit achterin. Onze doelman ontwikkelt zich heel goed en de defensie toont zich, we pakken weinig doelpunten. De rest is wat Latijnser, wat speelser, wat creatiever. Ik vind dat de ploeg op dit moment over een heel goeie mix beschikt.

“Inmiddels is Beerschot mijn ploeg in België geworden. Ik ben al een keer vertrokken naar Lierse, maar dat werd geen succes. Als je me op mijn achtste de vraag had gesteld ‘waar wil je spelen?’ dan was het antwoord zeker geweest: in een grote ploeg. Nu vind ik: ik blijf bij Beerschot, ik blijf in Antwerpen, ik ben hier tevreden en het belangrijkste is kunnen voetballen. Ik héb bij een grote ploeg gezeten, bij Ajax, maar door de vele blessures ben ik andere dromen gaan koesteren.

“Ik woon op een tiental minuutjes wandelen van het stadscentrum. Wat ik zo fijn vind aan Antwerpen, zijn de mensen. Vriendelijk en met een speciaal soort humor. Eric Verhoeven, de manager, is de grappenmaker van de club. Zijn zoon Vincenzo heeft er ook wat van, maar Eric nog meer.

“De bekerfinale zou voor ons de climax van een mooi seizoen moeten worden. Losada zullen we missen, hopelijk kunnen we Colman tegen dan recupereren. Ik vond dat we in Anderlecht heel goed hebben gespeeld, alleen konden we daar niet scoren. Hopelijk lukt dat met de steun van het publiek thuis wél. In de competitie wonnen we op het Kiel met 2-0 van Anderlecht, het kan dus. Ik ben het ook niet eens met de mensen die zeggen dat we Europees voetbal via de competitie moeten vergeten. Ook daar moeten we er nog voor gaan, Club en Cercle zullen heus niet alles meer winnen.

“Wat scheidt Beerschot van de absolute top? Het probleem dit seizoen waren de talrijke blessures. De twee Argentijnen en ik, we zijn alle drie geopereerd. De jongens uit Ivoorkust hebben amper of niet gespeeld. Ik zou hier graag eens voor de titel spelen. De kern is daar bijna sterk genoeg voor, als je die nog op een paar plaatsen zou kunnen versterken. Alleen snap ik ook dat de ploeg moeilijk mensen die in de belangstelling staan van grotere ploegen kan houden. Zie vorig seizoen Sterchele. Misschien dat het ooit wél kan, als er een nieuw stadion komt. Daar droom ik van, alleen hebben ze me al gezegd dat zoiets ten vroegste over vijf, zes jaar kan gebeuren. (lacht) Voetbal ik dan nog? Maar als Beerschot écht een topclub wil zijn, moet het, zoiets kan niet in dit stadion.” S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content