Met Juventus-AC Milan smaakt de finale van de Champions League vanavond Italiaans. ‘Maar er is niet één Italiaan die je zou missen als hij er niet bij liep.’ Johan Cruijff analyseert.

J ohanCruijff over Juventus-AC Milan : natúúrlijk had hij het liever anders gezien. “Als je de voorafgaande kwart- en halve finales een beetje analyseert, stel je vast dat AC Milan niet overtuigend heeft gewonnen van Ajax, Juventus niet van Barcelona en Inter ook niet van Valencia. Voor hetzelfde geld hadden de Italiaanse ploegen er alledrie uitgelegen. Dus er is geen enkele basis op grond waarvan je zou kunnen veronderstellen : volgend jaar staan ze er tot in de halve finales weer met z’n drieën. Ik denk dat het op korte termijn goed is voor het Italiaanse voetbal, maar ik weet niet of heel Europa daar nu dik tevreden mee is. Zeggen dat het Italiaanse voetbal zo sterk is, is overdreven. Ik zie het eerder als een uitzondering. Want er is niet één Italiaan geweest waarvan je zou zeggen : als ze er niet zouden staan, zou je ze missen. Maar ze staan er wel omdat ze ontegenzeglijk ook kwaliteiten hebben. Afstraffen van fouten, dat is natuurlijk ook een kwaliteit. Maar er één meer maken dan je binnen krijgt, is toch wel de mentaliteit waar ik meer van hou. Ik hou meer van goals maken dan van goals voorkomen.”

Wat, vraagt Cruijff zich in zijn analyses op de Nederlandse televisie af, wat is Juventus meer dan Buffon en Nedved en DelPiero, dan een goeie keeper en een sterke organisatie, dan drie man waar de rest wat omheen schuifelt, dan een zich goed op de tegenstander instellend elftal ? “Het plezier van voetballen is een stuk minder als je telkens zo je kwaliteiten in het teken stelt van het resultaat. Zo’n Trezeguet, bijvoorbeeld, is opgevoed in het Italiaanse voetbal en heeft daardoor veel afgeleerd van wat hij kan. Als je dat vergelijkt met Henry, dat is de Engelse mentaliteit, dat is leuk-zijn en het voetbal weegt zwaarder dan het Italiaanse : de bal moet er alleen maar in. Dus het milieu waarin je opgroeit, is belangrijk.”

Juventus werd na de halve finale in en tegen Madrid ook door de Spaanse pers zwaar op de korrel genomen voor het ultra defensieve catenaccio. DelPiero, vond de Spaanse pers, fungeerde meer als verdediger dan als aanvaller. Daarmee voorbijgaand aan het feit dat Pavel Nedved, die toen Zidane in de zomer van 2001 naar Real Madrid verhuisde, voor maar liefst 43 miljoen euro bij Lazio Roma werd weggekocht als diens opvolger, het offensief toch voortreffelijk doet als draaischijf. En onder leiding van MarcelloLippi – sinds 1995 drie keer landskampioen met Juve en sinds 2001 weer trainer – Juve voor de tweede keer op rij aan de titel hielp met acht punten voorsprong op Inter.

En wat, vraagt Cruijff zich af, doet ook het AC Milan van Carlo Ancelotti meer dan spelers opvoeden in een manier van voetballen waarin hij, Johan Cruijff, zich niet kan vinden en waardoor hij een spits als PipoInzaghi niet bij zijn persoonlijke favorieten heeft staan ? Een manier van voetballen waarin de grote Rivaldo op de bank verzeilt en de grootste ster een verdediger, Nesta, heet te zijn.

Net als Juventus bleef ook AC Milan in de wedstrijden vóór de finale niet van kritiek gespeend. Veel te egoïstisch, vond Gullit, speelden de beide spitsen, Shevtchenko en Inzaghi. Ging de bal naar voren, liepen beiden er gretig naartoe. Daarmee eens in balbezit het aantal afspeelmogelijkheden drastisch reducerend.

RenéVandereycken is het die de Italiaanse ploegen, en vooral AC Milan, meester in het afremmen van de kwaliteiten van de tegenstander, veel hoger in het vaandel draagt en Cruijff aanwrijft vaak verschrikkelijke dingen te vertellen. Balbezit, oordeelt Vandereycken, zegt uiteindelijk weinig. Waar het om gaat is, wat je dóet met de bal. Ter illustratie : DelBosque pakt bij Real vaak uit met twee verdedigende middenvelders omdat de spitsen niet goed verdedigen, terwijl de aanvallers van Inter en AC dat wel doen.

Waarmee de vraag zich opdringt of voetbal eigenlijk wel aanvallend móet zijn om mooi te zijn ? Cruijff : “Ik denk zelf dat als we ons afvragen welke de beste voetballers zijn, we daar altijd een offensieve speler bij zetten. Dus als we Raul, Figo, noem ze allemaal maar op, zo goed vinden, is het niet omdat ze zo hard lopen of goed verdedigen, maar omdat ze een fijne techniek hebben, íets artistieks doen met een bal. Ik onderschat verdedigen niet, hoor, helemaal niet, maar er zijn nu eenmaal soorten van verdedigen. Ik vind het veel mooier als een club zo kan verdedigen dat een keeper weinig te doen krijgt. Dan denk ik dat je het heel goed doet. Want hoe je het ook draait of keert, voetbal blijft een spel van fouten. Al ben je de beste ploeg en is het zestig/veertig wat betreft balbezit, de veertig procent van de tijd dat je de bal niet hebt, moet je hem terugkrijgen. Goed verdedigen betekent dan voor mij : wáár kan je hem veroveren ? Hoe zorg je dat je zo snel mogelijk weer in balbezit komt en weer een aanval krijgt ? Want je kan alleen maar goed aanvallen als je een hele goeie verdediging hebt.

“Maar het is voor mij ook niet alleen degene die de bal erin schiet, het is veel meer. Verdedigen doet het hele elftal, maar ook aanvallen is een zaak van het hele elftal. De gecompliceerdheid van de aanval is natuurlijk ook iets wat je in je manier van denken en je opstelling doet. Want een rechtsbuiten in een bepaald elftal kan op dezelfde plaats staan als de rechtsback in een ander elftal. Als de ene rechtsback achterin staat met twintig man voor z’n neus, of de rechtsvoor van de andere partij staat met een vrij veld voor zich, tja, dan is de hele samenstelling van je groep totaal anders. Naar Madrid keek ik uit, maar met Inter, bijvoorbeeld, had ik meer moeite. Ofschoon Inter-AC natuurlijk een enorme derby was. Een spectaculair iets.”

Liever had Cruijff dus Real Madrid de finale zien spelen tegen AC Milan. Niet tegen het door de Italianen uitgeschakelde Ajax, merkwaardig genoeg. “Real Madrid-AC Milan hoopte je toch als finale. Ik vind niet dat ze allebei evenveel kwaliteiten hebben : Madrid heeft laten zien dat ze er eigenlijk horen en Milan is op geluk doorgekomen. Maar voor Ajax is het zelfs beter dat ze eruit lagen. Kijk, dit zou je misschien volgend jaar nog kunnen evenaren. Maar was je nú doorgekomen, dan wordt het natuurlijk enorm moeilijk om de weg door te laten gaan. Nu heb je wat stapjes tussen. Plus : als ze nu nog moesten spelen, zouden ze in de competitie wedstrijden verloren hebben en om volgend jaar weer Champions League te kunnen spelen zal je je toch eerst moeten kwalificeren. Op dat moment was dat nog niet zeker.”

Maar net als Ajax liep ook Real zich dood op een Italiaanse, c.q. Turijnse, muur. Daar kon ook Ronaldo niks aan veranderen. Want het nadeel voor Madrid met Ronaldo, vindt Cruijff, is dat hij wel een doelpunt kan maken, maar de ploeg niet beter laat voetballen omdat hij zelf te veel ballen verliest. En omdat de verdediging van Real op topniveau nu eenmaal niet de meest solide is gebleken.

“Nou, en als ze op de dagen dat het niet goed functioneert, de boel niet goed in de hand kunnen houden en de wedstrijd niet kunnen controleren, zie je dat ze doorgaan op een manier die hen enorm veel punten en wedstrijden kost. Je weet natuurlijk waaraan het ligt, maar stel dat je dat oplost, doe je ze dan ook niet tekort in dat hele mooie voetbal ? Want dat kan natuurlijk net zo makkelijk. Het is natuurlijk een soort weegschaaleffect. Maar het is een enorme tekortkoming dat als je vier voorste spelers niet perfect functioneren, je zomaar vier goals om je oren krijgt.

“Maar aanvallend geniet je er natuurlijk wel van. Zo’n Raul gebruikt alles wat hij heeft. Het is niet iemand die fysiek een superman is, helemaal niet. Het is iemand die z’n verstand gebruikt, z’n techniek, z’n inzicht. Hij anticipeert. Allemaal dingen waarvan je zegt : dat is extreme kwaliteit. Hij maakt ze links, hij maakt ze rechts, hij maakt ze met z’n hoofd, hij komt eerste paal, hij schiet van buiten het strafschopgebied. Maar je kan niet zeggen : het is de beste die kopt, hij heeft het hardste schot en het is de snelste… Eigenlijk is ie in niks de beste, maar in z’n totaliteit is hij waarschijnlijk de beste. Dat is het leuke. Hij gebruikt alle instincten die een mens kan hebben en dat is mooi om te zien. Als er zó’n grote verdediger voor ‘em staat, kopt hij ‘em er toch in.

“Als je die wedstrijd tegen Manchester neemt, geniet je natuurlijk ook van Manchester. Het is te vergelijken met het elftal waarmee ik in Barcelona de Champions League won, ja, een beetje wel, ja. Omdat wij altijd geprobeerd hebben niet alleen te voetballen om te winnen, maar ook om het leuk te vinden, goals te maken en dus de mensen een plezierige dag te geven. De leukste wedstrijden in deze Champions League waren dus van Real Madrid, zeker gezien de situatie : stonden goed in Spanje, hebben grote namen, spelen goed voetbal en ze hebben toch voor ze de halve finale haalden drie keer op het randje gestaan om eraf te vallen ( lacht). Je ziet dus dat er iets gebeurt in zo’n elftal en het gebeurt toch niet, weet je wel. Dát is natuurlijk mooi om te zien. Op het randje en er weer bij, dat is ook een kwaliteit.”

Een kwaliteit die blijkbaar maar weinig andere ploegen dan Manchester United, Spaanse of Italiaanse gegeven is. Alleen Ajax wist als team uit een kleiner voetballand door te stoten tot de kwartfinales. Is er volgens Cruijff in de gigantische geldmachine die de Champions League is eigenlijk nog ruimte voor verrassingen door ploegen uit de traditioneel kleinere voetballanden als België ? “Waarom niet ? Wat is het verschil tussen België en Italië dertig jaar geleden ? Het is elf tegen elf. Het is alleen dat we ons in een bepaalde situatie hebben laten dringen. En natúúrlijk hebben wij altijd problemen gehad, want als je België zegt, praat je over één of twee ploegen ; zeg je Italië, praat je over vijf, zes ploegen. Natúúrlijk zit er verschil in. Maar tóen heb Anderlecht uitstekend gepresteerd, heb Ajax uitstekend gepresteerd. Waarom zou dat nu niet kunnen ? Wat is er nou veranderd ? Zoveel is er niet veranderd.”

Al kan Cruijff natuurlijk ook niet om de vaststelling heen dat de kleinere landen door de economische situatie nu eenmaal geen elftal met evenveel kwaliteiten tussen de lijnen krijgen. “Oké, maar dan moet je dus naar je eigen opleiding kijken. Dat heeft niet met de tegenpartij te maken, dat heeft met jezelf te maken. Zélf zou je de dingen kunnen doen zoals je zelf zou willen. Als je teruggaat naar je eigen roots, je eigen denkwijze. Natuurlijk heb je als klein land minder zekerheid om lang mee te doen, je aantal spelers is natuurlijk veel minder, maar dat hoeft niet te betekenen dat ze slechter zijn. Het gaat om de goeie mix. Kijk, als ik er één wil kopen, maar hun hebben meer geld en hun kopen ‘em, oké, dat is omdat ze meer geld hebben. Maar dat wil niet zeggen dat je een betere verhouding, een betere opstelling of een beter elftal heb. Zeker niet.”

De dag, een door Hyundai georganiseerde familiegebeurtenis waarop Johan Cruijff op verzoek van de sponsor onder andere een paar journalisten te woord stond, is zwaar geweest. Er volgen nog een paar trainingen van de jeugd die de immer strak in het pak zittende Amsterdammer met dezelfde welwillendheid zal opwaarderen als die waarmee hij de pers zopas van schrijfstof heeft voorzien. Al kan de voormalige sterspeler ook wel eens in cryptische en weinig zeggende fraseringen vervallen. Het in Nederland gerenommeerde duo Barend & VanDorp was het dat ooit na alweer een typisch Cruijffiaanse uitspraak besloot het de Meester dan maar voor de voeten te werpen : of hij eigenlijk zelf wel wist waar hij het over had ? Waarop Cruijff zonder verpinken het volgende antwoordde : “Dat is het probleem. Als ik thuiskom, dan zegt mijn vrouw : wat heb je gezegd ? En dan zeg ik : al sla je me dood, ik weet het niet meer. Ik weet het echt niet meer. Maar het is een beeldschoon verhaal, ik lieg er geen woord van. En het vult tijd.”

Op naar de finale dan maar !

door Raoul De Groote

‘Zien dat er iets gebeurt wat dan toch niét gebeurt : dát is mooi.’

‘Zo’n Trezeguet heeft in het Italiaans voetbal veel afgeleerd van wat hij kan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content