Moet hij naar de privé of komt er nog een kans in het voetbal ? Niet zonder hartzeer overweegt Jos Daerden dezer dagen waar zijn toekomst ligt.

Begin april ging SefVergoossen vrijwillig weg bij Genk en moest JosDaerden volgen. Gedwongen. Maar zo eerbiedwaardig als de trainer uitgeleide werd gedaan, zo stil was de trom waarmee zijn assistent uit het Fenixstadion schreed. En dat was nu ook wel weer wat weinig aandacht voor de man die had gehoopt er technisch directeur te kunnen worden. Welaan dan.

Walter Meeuws verbaasde zich er vorige week over dat hij ondanks zijn aanwezigheid in de media nog geen enkele aanbieding van een club had gekregen. Hoe groot was de belangstelling voor jou ?

Jos Daerden : “Ik heb één aanbieding gekregen uit het voetbal in eerste klasse, van La Louvière. Daar ben ik een paar weken geleden op verzoek van StéphanePauwels, de manager, een gesprek gaan voeren met de voorzitter erbij. Meer dan drie uur hebben we gesproken. Ik hield daar een goed gevoel aan over, ook al hadden ze mij eerlijk gezegd dat er nog een kandidaat was. Die man stond daar ook klaar toen ik langskwam ( lacht). Nadien hebben we nog een contact gehad. Ik ging daarnaartoe om te tekenen, maar het bleek een gesprek zonder de voorzitter en ik voelde dat het niks zou worden. Ik vind het alleen spijtig dat ze mij uit beleefdheid nadien geen telefoontje gegeven hebben om te zeggen dat ze voor een ander kozen. We hadden tenslotte toch een gesprek van een paar uur gevoerd, ook de kern besproken, want ik had mij voorbereid. Maar verder heb ik daar geen problemen mee. ’t Is hun keuze.”

Was jij ook verrast dat er zo weinig andere concrete aanbiedingen kwamen ?

“Neen.”

Waarom niet ?

“Anders leef je niet in de realiteit van dit moment en neem je je wensen voor werkelijkheid. Het kan een rol gespeeld hebben dat ik me de laatste jaren eigenlijk niet meer heb geprofileerd als hoofdtrainer. Dat dat een afgesloten hoofdstuk zou kunnen worden, dat had ik voor mezelf uitgemaakt toen ik bij Genk begon. Op basis van wat we voor ogen hadden bij Genk. In interviews profileerde ik me alleen nog als man die de langetermijnvisie ging bewaken. Als dan de hoofdtrainer wordt ontslagen en je moet mee, hang je er maar aan voor de buitenwereld. Dat heeft misschien ook meegespeeld. Er zijn ook veel ploegen die denken : die is toch veel te duur. Terwijl ze het gewoon niet weten. Maar ik heb vorige week gewoon een gesprek gehad met Turnhout, want ik ga, uit beleefdheid en omdat je mensen leert kennen, altijd luisteren. Zij moeten binnen de lijnen van hun budget dan maar uitmaken hoeveel ik hen waard ben.”

Nu wordt hard geroepen dat trainers zich beter moeten organiseren. Jij hebt daar in het verleden tevergeefs inspanningen voor gedaan, waarom lukt dat in België maar niet ?

Opstand in de trainerswereld, klinkt het nu. Maar het is toch niet omdat ik en een aantal anderen niet in eerste klasse aan de slag kunnen dat… Dat is toch niet nieuw ? Op het moment dat je er zelf naast valt, moet je niet alles in het negatieve gaan trekken. Maar ik heb er samen met René ( Vandereycken, nvdr) voor geijverd, alleen bleken de trainers die op dat moment de mensen waren, de kar niet te willen helpen trekken. Terwijl net de top het eerst mee zou moeten in die dingen. RegiVanAcker heeft zich redelijk geëngageerd, MarcGrosjean, PaulLambrichts, maar voor de rest was het : doe maar. Dus toen hoefde het voor René en mij na een tijdje ook niet meer. We hadden nochtans al akkoorden met sponsors, een eigen bankrekening, lidgeld dat ik iedereen heb teruggestort.”

Hoe hoog legt iemand die met Genk Champions League heeft meegemaakt de lat sportief ?

“Ik besef goed dat het veranderd is sinds die periode. Je moet je nergens te groot voor voelen. Wat andere mensen daarvan denken, interesseert me niet. Waarom zou ik niet met een derde- of tweedeklasser in zee gaan ? Maar het is ook niet zeker dat ik in de voetballerij blijf. Dat is waar ik op dit moment mee worstel. Ik heb een serieuze pr-aanbieding van de grootste makelaar binnen de Benelux in Spanje : GZS Properties. Alles zit in Spanje, alleen het logistieke gebeurt van hieruit. Door mij heeft hij in Genk ook al anderhalf jaar een loge. Toen hij vernam dat ik eruit gestuurd werd, heeft hij mij gecontacteerd. Zijn aanbieding loopt tot 1 juli. Eens ik dat doe, is de kans om terug te keren naar het voetbal wel klein.”

Wat doet je twijfelen ?

“Kijk, ik ben en blijf in de eerste plaats natuurlijk een voetbalmens, maar een aantal zaken in het voetbal begint mij een beetje tegen te steken. Niet dat ik hier nu als gefrustreerde man zit, maar als je een en ander op een rij zet, twijfel je gewoon. Mijn vrouw cijfert zich al dertig jaar weg voor mij en het voetbal en daarom doet vooral wat gebeurd is bij Genk enorm pijn. Ook bij haar. Ik had voor mijzelf naar de toekomst toe iets uitgestippeld waardoor ik niet meer afhankelijk zou zijn van het resultaat. Want om alleen maar als assistent te fungeren, was ik nooit naar Genk gegaan. Kijk, als ik in dat andere project stap, zal ik ook moeten presteren, maar dan zal het van míj afhangen. Wil je verder afhankelijk blijven van andere mensen, van een aantal dingen die je zelf niet in de hand hebt ? Daar worstel ik mee. Want ik dacht dat ik daar voor een deel vanaf zou zijn. Mijn inschatting was dat ik op lange termijn deel zou gaan uitmaken van een organisatie in de bovenste regionen van de competitie. Die keuze had ik gemaakt omdat ik dan een vaster bestaan had dan als hoofdtrainer, maar die hebben anderen voor mij teruggedraaid.”

Aad de Mos noemde je in een ver verleden nog de kroonprins van het Belgisch trainersgild en nu ben je op het punt dat je overweegt eruit te stappen.

“Ach ja, maar waar zijn zulke uitspraken uiteindelijk op gestoeld ? Ik vind niet dat ik verkeerde keuzes heb gemaakt. Maar ik herhaal het : alleen bij Genk dacht ik op termijn de juiste keuze gemaakt te hebben, maar blijkbaar niet dus.”

Vaak hoorde je wel zeggen : als hoofdtrainer is Daerden te veel twijfelaar en te weinig stressbestendig.

“Wat voor mij het belangrijkste is, is dat ik voldoening kan halen uit wat ik doe en dat kon ik in Eindhoven, bij Lommel, bij…”

Maar je wil dus meer rust.

“Met wat ik in Genk voor ogen had wel, ja. Dat was goed kunnen inschatten hoe de markt gaat evolueren. Je hebt Anderlecht, Standard, Club Brugge, Genk : dat blijft. Voor de andere clubs, niks ten kwade daarover, wordt het almaar moeilijker. Dus ik dacht : als ik op lange termijn kan gaan werken, wil ik afstand doen van iets wat ik nog altijd graag doe en dat is trainer zijn. Want als ze hadden gewild, was ik gewoon bij La Louvière aan de slag gegaan omdat ik ervan overtuigd blijf dat ik er de kwaliteiten voor heb. Bovendien heb ik door in de sportieve commissie te zetelen op het bestuurlijke vlak kunnen zien hoe zaken moeten en zeker niét moeten. Communicatie is bij heel veel clubs een drama. Elders komen voorzitters nooit in de pers, maar in België altijd. Terwijl zij beleid moeten voeren en zich, vind ik, niet uitlaten over dagelijkse sportieve zaken. Want er zijn soms interne aangelegenheden die binnen vierentwintig uur in de pers komen. ‘Die journalisten roepen maar wat’, zeggen ze dan. Terwijl het wel vaak dingen zijn die kloppen. Dat is extra bagage die zorgt dat je minder snel in paniek zal raken, dat je weet hoe lijnen lopen in een club.”

Was het niet wat goedgelovig om je wens om op termijn technisch directeur te worden te stoelen op mondelinge beloftes in plaats van schriftelijke garanties ?

“Neen. Voor mij niet. Van het moment dat je met mensen een engagement aangaat, hoeft dat voor mij niet. Ach, als er iets op papier had gestaan, had er misschien een vergoeding tegenover gestaan als het was verbroken, maar dat is voor mij niet belangrijk. Het vertrouwen in mensen dat geschonden is, daar heb ik het veel moeilijker mee. ( De telefoon rinkelt en de stem aan de andere kant krijgt te horen later terug te bellen.) Iemand van Club Luik, uit een heel ver verleden. Tja, dan weet ik ook weer waar het over gaat ( lacht). ( Na het interview zal Daerden ook gesprekken voeren met Tongeren, nvdr.) Maar wat Genk betreft : ze hebben naar buiten uit verkondigd dat Vergoossen en ik een twee-eenheid vormden en ik daardoor niet bij de club kon blijven, maar het enige dat we gemeenschappelijk hadden, was de datum van indiensttreding. Ik zou er andere taken bij krijgen, was de afspraak. Waar, op Anderlecht na, wordt de assistent-trainer anders na een paar maanden al opgenomen in de sportieve commissie ? Op een gegeven moment zou ik bepaalde dagen niet meer mee buiten trainen, maar andere taken opnemen. Dat vonden ze op de club dan niet kunnen zolang Vergoossen trainer was, omdat de sportief manager boven de trainer moest kunnen staan. Nogmaals, ik vind de manier waarop het allemaal gebeurd is niet correct. Dat ik zou gezegd hebben dat wij als technische staf Takayuki Suzuki nooit gewild hebben, is bij een aantal mensen blijven meespelen. Op het moment dat ze dan kunnen, word je gepakt en mee geslachtofferd. In mijn ogen was dat nochtans uitgesproken. Dacht ik. Terwijl je als club gewoon zelf goed je huiswerk moet doen : als je sponsor een Japans bedrijf is en je wil daar een speler, moet je al voor het WK iemand naar ginder sturen en niet je trainersstaf nadien in achtenveertig uur en op basis van twee videocassettes laten beslissen.”

Is er in al die jaren dat je in het voetbal zit iets veranderd ?

“Neen. Veel clubs hebben het nog altijd moeilijk een beleid uit te stippelen. Neem nu de samenwerking tussen Genk en Tongeren, waar ik zelf nog aan meegewerkt heb. Die wordt nu teruggeschroefd ( Ronny Van Geneugden zou geen trainer van Tongeren worden maar onder andere meer bij de A-ploeg betrokken worden, nvdr). Dan vraag ik mij af : wat is er in twee maanden veranderd waardoor die samenwerking ineens bijgesteld moet worden ? We zochten een mogelijkheid om onze jongeren beter op te leiden. Mijn mening was : beginnen met ze fysiek sterker te maken. Dus we dreven de trainingsintensiteit op, voerden dezelfde manier van werken door bij de jeugd. Alleen vonden we het element competitie nergens terug, waardoor we ze bij Tongeren in derde klasse zouden laten voetballen. Voor de rest, qua trainingen, zou alles hetzelfde blijven. Daar zijn vergaderingen over geweest, zelfs de dag dat we moesten opstappen, zijn we daar in Tongeren ’s avonds nog over gaan praten, en nu wordt dat ineens afgebouwd onder het mom van : onze jongeren zijn te goed. Dat kan ik niet volgen. Als club heb je een lijn uitgetekend en die mag behalve andere accenten geen schokkende veranderingen ondergaan als er andere mensen komen.”

Veel jongeren hebben in Genk hun kans gekregen, maar het niet waargemaakt.

“De lat moet veel hoger. Was je een jaar belofte bij Genk, kwam je automatisch in de A-kern terecht. Dat was een verworven recht en daar moet je vanaf, want voor een aantal was de druk van de ketel eens ze die stap gezet hadden. Plus een kwaliteit van een club is ook : realistische doelstellingen kunnen formuleren. Want je krijgt te maken met andere verwachtingspatronen. Sta je bij Genk binnen twintig minuten niet 2-0 voor, dan is het niet goed. Dat is een status die je zelf afgedwongen hebt. Maar die omslag moeten een aantal spelers en ook de club nog maken. De vraag is altijd : hoe ontwikkelt zich iemand ? Kevin Vandenbergh zal zijn kwaliteiten altijd blijven behouden, maar komt er nog iets bij ? Als je wacht tot hij of iemand anders er dertig in schiet, is hij niet meer betaalbaar. Dus haal je hem eerder en hoop je dat hij groeit, maar dat kan je op voorhand niet inschatten.”

Zo hoopt iedereen ook al langer tevergeefs dat Bernd Thijs de patron wordt.

“Ik heb hem nu bij Standard en Genk gehad : het zal nooit een leider worden. Tenzij door zijn prestaties. Het probleem van Bernd is dat alles zo makkelijk lijkt dat de buitenwereld een vertekend beeld krijgt van hem. Het ziet er allemaal flegmatiek uit en als hij zich dan wil manifesteren, doet hij dat op een verkeerde manier. Dat krijg je als mensen in een rol gedwongen worden. Overacting. Je zag op dat vlak heel goed het verschil tussen hem en Josip Skoko, die perfect een scheidsrechter kon bespelen. Bernd is voor een aantal jongens te slim om mee te voetballen. Handelingssnelheid. Waarom klikte het zo goed met Wesley Sonck en Moumouni Dagano ? Omdat die perfect inspeelden op wat Bernd nodig heeft. Want als hij te lang aan de bal moet blijven, wordt hij kwetsbaar. Dus wat doet hij het liefst ? Aannemen, spelen, wegdraaien, openen. Daarin kent hij zijn betere niet.”

Is een creatieve middenvelder dan wel de sleutel om de ploeg aan het voetballen te krijgen ?

“Neen, dat is iets te makkelijk geredeneerd. Want wat is een creatieve middenvelder ? Wie is dat bij Anderlecht ? Walter Baseggio is pas Baseggio van het moment dat Ivica Mornar of Aruna Dindane zich voorin aanbieden. Wat is Almani Moreira bij Standard ? Op momenten hun sterkte, maar in veel wedstrijden ook hun zwakte. Brugge heeft iets gehaald met Jonathan Blondel, die bij ons ook ter sprake kwam, maar ik zag hem niet fungeren in een 4-4-2 zoals wij die speelden. Daarin verliest hij te veel van zijn mogelijkheden. Wij hadden gewoon het geluk dat we met Sonck en Dagano voor Belgisch niveau over twee toppers beschikten. Zoals gezegd, nu is het afwachten hoe mensen zich ontwikkelen.”

Tot slot : wordt het niet moeilijk om straks zonder job als trainer of analist naar het EK te moeten zitten kijken ?

“Neen, ik ben zeker niet afgeknapt op het voetbal, dat zou een verkeerd beeld zijn, ik probeer alleen dingen op een rij te zetten. Kijk, je weet zo dat er in september, oktober weer kansen komen, maar voor mezelf heb ik het gevoel dat ik die tijd gehad heb. Niet dat ik me te groot voel om te wachten, anders was ik niet met Turnhout gaan praten, maar ik heb het gewoon heel moeilijk om een keuze te maken.”

door Raoul De Groote

‘Ik had een keuze gemaakt, maar anderen hebben die teruggedraaid.’

‘Wie nu veel aanbiedingen wil, neemt zijn wensen voor werkelijkheid.’

‘Een aantal spelers en ook de club moeten nog een omslag maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content