Bij RC Genk liet de nieuwe 28-jarige spits Sekou Cissé zich al meteen opmerken. De Ivoriaan, een oude bekende van Mario Been, kon bij Feyenoord nooit brengen wat van hem verwacht werd.

Cissé is een speler die zich helemaal vrij moet voelen in zijn hoofd. Elk klein pijntje werkt belemmerend. Ik neem de gok niet meer en stel alleen maar spelers op die honderd procent fit zijn.” Aan het woord is Mario Been een goeie vijf jaar geleden, toen hij Feyenoord coachte. Dat Been Cissé aan de kant moest laten, was een teleurstelling voor iedereen: club, trainer en de speler zelf. De verwachtingen rond de Ivoriaanse spits waren immers hooggespannen in De Kuip. Het financieel noodlijdende Feyenoord had met veel moeite 3,5 miljoen euro bij elkaar gebedeld om de transfer van Cissé, die in de zomer van 2009 van Roda JC overkwam, te kunnen bekostigen. Bovendien moest de Rotterdamse club een beroep doen op externe geldschieters om zijn salaris te betalen. Bedoeling was om de talentvolle aanvaller binnen afzienbare termijn met veel winst door te verkopen, maar kijk: op 3 januari van dit jaar ontbond Feyenoord het contract van Cissé, waarna RC Genk hem maar voor het oprapen had. Tegen KV Mechelen maakte Cissé zijn eerste Genkse goal. Wat liep er mis in Nederland?

Rake klappen

Mocht het leven van Sekou Cissé verfilmd worden, het begin zou geen kijker doorkomen zonder een doos Kleenex in de buurt. “Toen ik vijftien jaar was, overleden mijn ouders kort na elkaar. Ze werden ziek en in Ivoorkust heb je dan een probleem, want de medische hulp is er niet zo goed. Mijn vader was al 78 jaar, mijn moeder jonger. Opeens was ik wees. Mijn oudste broer nam de taken over van mijn vader en moeder. Hij wilde dat ik zou gaan studeren, voetballen was ten strengste verboden. Telkens als ik weer eens thuiskwam met een vieze broek van het voetballen op straat, kreeg ik klappen, maar toch kon ik het niet laten. Ik wilde helemaal niet studeren, ik wilde naar Europa om een groot voetballer te worden.”

Die droom hield hem overeind in Treichville, een levendige buitenwijk van Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust. Samen met Cheick Tioté, die ook zijn ouders verloor, kwam Cissé op tienjarige leeftijd terecht bij CF Bibo, een voetbalschool. “Daar leerden ze me wat discipline is. We speelden allemaal op blote voeten, want op die manier leerde je een bal echt controleren. Schieten deed je daardoor met de binnenkant van de voet of de wreef. Punteren was dom, dan brak je een teen.”

Een paar jaar later nodigt Jean-Marc Guillou Cissé uit voor een stage op zijn voetbalschool JMG Abidjan. Via die school zetten ook de gebroeders Kalou, Yaya Touré, Aruna Dindane en Emmanuel Eboué de stap naar Europa. “Na de stage mocht ik meteen blijven. Ik vroeg die mensen om met mijn familie te gaan praten. Uiteindelijk ging mijn broer overstag. Ik mocht mijn droom achterna, maar dan móést ik wel prof worden. Veel later, toen mijn broer mij op een keer in een hotel zag lopen tussen alle sterren van het nationale elftal, omhelsden we elkaar. De man die me vroeger rake klappen gaf als ik op straat had gevoetbald, zag dat ik het toch had gemaakt.”

Heilige oude mensen

Op zijn achttiende ging Cissé in Nederland bij Roda JC voetballen. De eerste maanden zijn “verschrikkelijk”. Cissé: “’s Avonds zat ik alleen in het hotel. Ik heb nachtenlang gehuild, verlangde terug naar Ivoorkust, maar ik wist ook dat ik moest blijven vechten.”

Hét grote voorbeeld van Cissé is Didier Drogba. Later, wanneer hij begint te sukkelen met een vervelende teenblessure, put hij moed uit diens biografie C’était pas gagné. “Die sla ik af en toe nog open. Drogba is de vader van alle Ivorianen in Europa. Hij heeft het ook moeilijk gehad. Als speler van Guingamp was hij vaak geblesseerd en dacht hij aan stoppen. Maar hij gaf niet op. Zijn verhaal inspireert me. Op de momenten dat ik het moeilijk heb, denk ik aan Drogba.”

Bij Roda JC verloopt de aanpassing aan de Nederlandse cultuur ondertussen met horten en stoten. Cissé geeft een voorbeeld: “In Afrika zijn oude mensen heilig. Als je met hen praat, kijk je hen niet aan. Doe je dat wél, dan is dat een vorm van agressie. Zo van: kom maar op, ik ben klaar voor je. Dus toen in Nederland de trainers met me spraken, staarde ik naar de grond. Raymond Atteveld (toenmalig assistent-trainer van Roda JC, nvdr) had daar moeite mee. ‘Waarom doe je zo?’, riep hij dan. Met mijn uitleg nam hij geen genoegen. Ik moest hem gewoon aankijken en niet zo gek doen.”

Na de komst van Huub Stevens in 2005 naar Roda JC krijgt Cissé meer zelfvertrouwen. “Hij is voor mij een heel belangrijke trainer geweest. Hij zorgde dat ik mentaal sterker werd en maakte me beter als voetballer. In 2006 wilde Louis van Gaal me naar AZ halen, maar Stevens overtuigde me dat het beter was bij Roda te blijven. We trainden keihard onder Huub en zijn assistent Atteveld. Ze dwongen je tot het uiterste te gaan. En ik deed het allemaal, al was het verschrikkelijk zwaar. Ik geloof ook dat karakter belangrijker is dan talent. Ook de persoonlijke duels in wedstrijden worden beslist op mentaliteit.”

De Teen

Daarna gaat het hard voor Cissé. Na het seizoen 2008/09 – het voorlopige hoogtepunt uit zijn carrière – bij Roda JC, waarin hij elf doelpunten maakt, dingen FC Twente, Ajax en Feyenoord naar zijn hand. Het wordt de club uit Rotterdam, waar Mario Been net aangesteld is als coach. Nol Hendriks, geldschieter bij Roda JC en een van de ontdekkers van Cissé, over die transfer: “Persoonlijk had ik hem liever naar FC Twente zien vertrekken. Die club past beter bij hem. Zijn redding bij Feyenoord heet Mario Been, omdat hij een trainer is die spelers vertrouwen kan geven. Dat heeft Sekou echt nodig. Die jongen is ontzettend lief, bijna onderdanig en enorm verlegen. Je moet per dag tien keer tegen hem zeggen hoe goed hij is, zodat hij het zelf ook gaat geloven. Want goed ís hij. Puur, puur, puur talent. Als hij wat zelfverzekerder was geweest, had hij al lang bij een echt grote club gespeeld.”

Bij Feyenoord verdwijnt Cissé langzaam in de anonimiteit. Het begint allemaal met… een zere teen na een thuiswedstrijd tegen FC Twente eind augustus 2009. “Een jaar lang heb ik pijn gehad aan die teen bij elke stap die ik deed. Ook als ik voetbalde, had ik pijn. De noppen van mijn voetbalschoen drukten precies op de pijnlijke plek. Ik voelde dat het helemaal mis was met mijn teen, maar de medische staf van Feyenoord kon niks vinden. De dokter zei dat er niks kapot was in mijn voet en ik vertrouwde hem. En dus bleef ik voetballen.”

Naar aanleiding van De Teen doken allerlei verhalen op in de pers over de vermeende kleinzerigheid van de Ivoriaanse spits. Onder anderen Harm van Veldhoven, zijn ex-trainer bij Roda JC, liet het volgende optekenen: “Sekou kan slecht tegen pijn. Mentale kwestie. Het zit vaak tussen zijn oren en dat is een drempel die hij over moet. Aan de top spelen ze ook wel eens met een pijntje, maar zijn spelers bereid hun grenzen te verleggen. Sekou moet dat ook leren, wil hij zich als speler verder ontwikkelen.”

Hoewel ook Been af en toe kritisch was voor zijn spits, heeft Cissé nooit een kwaad woord over hem gezegd. “Mario heeft me altijd gesteund. Hij bleef met me praten en wilde me helpen. Ik begrijp dat hij moe werd van mijn blessure, dat was ik zelf ook.”

Telefoontje van Didier

Na maanden met pijn gaat Cissé op raadpleging bij een specialist in Frankrijk. Toen hij het resultaat vernam, was hij verbijsterd. “Ik bleek al meer dan een half jaar met een gebroken teenbotje te voetballen. De specialist had eerst, net als Feyenoord, een echo en een MRI-scan van mijn linkervoet gemaakt. Daarop kon ook hij niks vinden. Maar waar Feyenoord stopte, ging hij verder. Hij maakte een andere, grondige scan en toen pas zag hij twee breuken vlak onder de teen. Waarom hadden ze bij Feyenoord die scan niet gemaakt?”

Een paar weken later liet hij zich opereren in de hoop zich opnieuw te kunnen lanceren in Rotterdam. “Een dag na de operatie kreeg ik een telefoontje van Didier Drogba. Hij zei tegen mij: ‘Sekou, je moet nu rusten en dat is moeilijk, ik weet er alles van. Ik ben zelf ook vaak geblesseerd geweest in mijn carrière. Iedereen wacht op je, maar leg jezelf niet te veel druk op. Blijf rustig en dan komt alles goed.'”

Maar ook Didier Drogba kan zich soms vergissen, zo blijkt. Na het vertrek van Been komt Cissé niet meer in de plannen voor van diens opvolger Ronald Koeman. Afgelopen zomer probeerde Feyenoord de Ivoriaan nog te slijten op de transfermarkt, maar dat lukte niet. Na vier en een half jaar Feyenoord bood Genk na een geslaagde winterstage de Ivoriaan een contract aan. Cissé kan Genk goed gebruiken en omgekeerd. ?

DOOR MARTIJN KRABBENDAM & GEERT-JAN JAKOBS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content