Op het WK 2006 wist hij veel supporters voor zich te winnen, maar de 38-jarige Jens Lehmann draagt nog steeds het etiket van arrogante boeman die lak heeft aan alles en iedereen.

In de aanloop naar dit EK kondigde Jens Lehmann aan dat hij Arsenal verlaat en voor één jaar tekent bij VfB Stuttgart. De doelman, erg overtuigd van zijn eigen kwaliteiten – zelfs de Duitsers vinden hem arrogant -, stak zijn verbolgenheid over zijn rol als doublure van Manuel Almunia bij de Londense club al een poosje niet meer onder stoelen of banken. Lehmann staat er genoegzaam om bekend graag zijn ontevredenheid te spuien in de pers. Bovendien is hij een eenzaat die altijd zijn eigen weg gaat. Almunia over zijn ex-collega: “Ik had geen enkele relatie met hem, hij deed eigenlijk of ik niet bestond.”

Het is daarom nog maar de vraag of de supporters van Stuttgart onverdeeld gelukkig zijn met de terugkeer van de controversiële keeper naar de heimat. Zeker is dat zijn passage niet onopgemerkt voorbij zal gaan. Bij zijn transfer van AC Milan naar Borussia Dortmund in 1999 liet hij zich meteen van zijn beste kant zien door doodleuk te verklaren dat hij in zijn hart altijd een Schalkesupporter zou blijven. Weliswaar een erg eerlijke uitspraak maar, gezien de rivaliteit op leven en dood tussen de twee clubs, niet de meest politiek correcte.

Met Schalke 04, waar hij tien jaar keepte, pakte hij overigens in 1997 zijn eerste grote prijs door in de finale van de UEFA Cup Inter te kloppen (1-0, een doelpunt van Marc Wilmots). Ook in 2006 stond hij, toen met Arsenal, in een Europese finale, die van de Champions League nog wel. Waar hij in de halve finale tegen Villarreal nog een penalty van Riquelme stopte en zo de Gunners van een plaats in de finale verzekerde, ging hij in de achttiende minuut van die finale tegen Barcelona compleet de mist in: hij haalde Samuel Eto’o onbesuisd onderuit en mocht gaan douchen. Met tien tegen elf ging Arsenal uiteindelijk met 2-1 ten onder. Van held werd Lehmann de antiheld. “Dit zal mij blijven achtervolgen tot in mijn graf”, wist hij meteen.

Boeman

Bij de Mannschaft had Jens Lehmann de pech een generatiegenoot te zijn van Oliver ‘Dzjengis’ Kahn, die de onbetwistbare nummer een was op de EK’s van 2000 en 2004 en het WK van 2002. Van pech zou Lehmann zelf echter nooit spreken, hij was er zeker van dat hij de dupe was van de machtige Bayern Münchenlobby in de nationale ploeg. De immens populaire Kahn lag ook veel beter bij de supporters. Lehmann deed echter nooit enige inspanning om zich populair te maken, integendeel. Toen Bayern München – met Kahn – vriendschappelijk tegen de Duitse nationale ploeg – met Lehmann – aantrad om zijn nieuwe Allianz Arena in te huldigen, duwde Lehmann voor het oog van duizenden Bayernsupporters Bastian Schweinsteiger over een reclamebord. Het leverde hem tijdens de hele match boegeroep op. De Duitse media vroegen zich na de match luidop af of Lehmann wel een plaats in de nationale ploeg verdiende.

Lehmann lijkt een patent te hebben op dubieuze acties. In zijn Schalkeperiode vertrok hij ooit na een vervanging meteen naar huis. Toen hij bij Dortmund tussen de palen stond, spurtte hij eens 35 meter zijn doel uit om – nota bene – zijn eigen ploegmaat Marcio Amoroso de nek om te wringen. Hij kreeg prompt een rode kaart. En dan waren er in andere Bundesligawedstrijden nog aanvaringen met Soumaila Coulibaly (Freiburg, natrappen), Ulf Kirsten (Leverkusen, tik op de neus), Giovane Elber (Bayern München, kopstoot) en Victor Agali (Schalke 04, handgemeen). Zijn slechte reputatie leverde hem in Duitsland de bijnaam Buhmann op. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn ploegmaat bij Arsenal Emmanuel Eboué, nochtans zelf geen doetje, ooit verklaarde: “Slechts één man boezemt me angst in en dat is onze doelman Jens Lehmann. Als ik in de fout ga, durf ik niet achterom te kijken. Dan bliksemt hij me dood.”

Spiekbriefje

Net voor het WK 2006 in Duitsland keerde het tij voor de eeuwige nummer twee in de nationale ploeg. Bondscoach Jürgen Klinsmann maakte bekend dat Lehmann, en niet Kahn, in de basis zou staan op het toernooi. Lehmann kreeg zelfs gedaan dat keeperstrainer Sepp Maier uit de omkadering van de nationale ploeg werd geknikkerd omdat hij te openlijk partij koos voor Kahn. Bayernmonument Maier reageerde: “Lehmann dankt zijn plaats aan zijn vrouw, die een goede vriendin is van de vrouw van Klinsmann.”

In een poule met Costa Rica, Polen en Ecuador presteerde Lehmann sterk. Hij moest zich alleen in de met 4-2 gewonnen openingswedstrijd twee keer omdraaien na doelpunten van de in Costa Rica bijna heilig verklaarde Paulo Wanchope. Ook in de achtste finale tegen Zweden hield Lehmann zijn netten ongeschonden: 2-0. In de halve finale wachtte het Argentinië van Riquelme, Mascherano, Crespo en Tévez. Na verlengingen stond het 1-1, een penaltyreeks moest de halvefinalist aanduiden. Terwijl het hele stadion zinderde van de spanning, haalde Lehmann doodgemoedereerd een spiekbriefje van onder zijn rechterkous. Daarop stond genoteerd wat de favoriete hoeken waren van de Argentijnse penaltynemers. Even later stopte Lehmann de penalty’s van Roberto Ayala en Esteban Cambiasso. Duitsland was geplaatst voor de halve finale: de Duitsers schreeuwden het uit van jolijt. Je zou denken dat de reactie van een jarenlang gefrustreerde doelman die eindelijk zijn gram haalt, er eentje zou zijn van extatische blijdschap, maar niets van dat alles: Lehmann schudde stoïcijns even met zijn wijsvinger en wandelde als een van de eersten de catacomben in.

In de halve finale was Italië te sterk voor de Mannschaft: het werd 2-0, twee doelpunten in de laatste minuten van de verlengingen. Daarvoor had Lehmann de Duitsers met een paar wereldsaves in de match gehouden. Voor de ‘kleine finale’ stond de eerste doelman verrassend grootmoedig zijn plaats af aan Oliver Kahn, die zo op een waardige manier afscheid kon nemen van de nationale ploeg.

door steve van herpe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content