De Belgische onderzoeker Ben Van Rompuy schopt met een rapport over weddenschappen en matchfixing tegen heilige huisjes aan. ‘Er wordt veel nonsens verkocht’, zegt hij en doet een verrassende vaststelling: ‘Tachtig procent van de verdachte wedstrijden komt uit de eerste klasse. ‘

Het rapport van Ben Van Rompuy draagt als titel: The Odds of Match Fixing – Facts & figures on the integrity risks of certain sports bets. Van Rompuy onderzocht of bepaalde weddenschappen het risico op gefikste wedstrijden verhogen. Hij deed dat op basis van cijfers van Sportradar (zie kaderstuk). Vooral dat laatste maakt zijn onderzoek naar eigen zeggen uniek: “Over heel wat aspecten van matchfixing is er absoluut een gebrek aan empirie. Er wordt veel nonsens verkocht. Meningen worden geponeerd als feiten zonder onderbouwing door betrouwbare cijfers. Ik zou iedereen willen aanmoedigen om daar toch naar op zoek te gaan. Sportradar was de meest logische deur om aan te kloppen. Verrassend genoeg was ik de eerste.”

Eerder publiceerde ook het International Centre for Sports Security (ICSS) een risicoanalyse van sportweddenschappen. Met voormalig FIFA-corruptiebestrijder Chris Eaton aan het hoofd en onbeperkte financiering vanuit Qatar probeert het ICSS een voortrekkersrol op te nemen in de strijd tegen corruptie in de sport. “Door een gebrek aan beschikbare cijfers moesten zelfs zij zich beperken tot een louter theoretische analyse”, aldus Van Rompuy. “Dat heeft zijn waarde, maar ik wilde een stap verder gaan.”

Dus trok hij er zelf op uit. Aangespoord ook door een op til zijnde Europese conventie die het verbod op sommige ‘gevaarlijke’ weddenschappen aanbeveelt. “Ik heb de noodzaak van zo’n verbod empirisch in vraag willen stellen. Klopt het wel dat side bets, live betting en het gokken op wedstrijden in de lagere afdelingen een probleem vormen? Indien niet, dan is het zinloos om ze te verbieden. Het voetbal wordt er niet veiliger van en bovendien is het contraproductief omdat je het gereguleerde aanbod minder aantrekkelijk maakt. Ik heb een statement willen maken: focus op de criminele activiteit gerelateerd aan matchfixing in plaats van op zaken in de marge.”

Doelpuntenverschil

Ten eerste, de side bets. Specifieke stukjes van een wedstrijd waarop kan worden gegokt. Bijvoorbeeld in welke minuut de eerste gele kaart of de eerste hoekschop valt. Als een speler of scheidsrechter zich hiertoe heeft laten omkopen, is er sprake van spot fixing. “Spot fixing is eigenlijk een non-issue”, concludeert Van Rompuy op basis van zijn onderzoek. “Het is veel te riskant om daar als goksyndicaat op te focussen. Het volume op zulke weddenschappen is vrijwel nihil zodat grote inzetten, voor zover die al mogelijk zijn, meteen argwaan opwekken. Bovendien is de winstmarge te klein. Dat maakt het totaal oninteressant. Rond side bets worden dan ook uiterst zelden verdachte gokpatronen gedetecteerd.”

Live betting dan: het gokken tijdens een wedstrijd. Volgens Van Rompuy houdt dit geen groter risico in. Logisch ook: fixers weten van te voren al dat er iets staat te gebeuren. Het is denkbaar dat ze tijdens een wedstrijd meer inzetten als het gewenste scenario zich ook voltrekt, maar in de meeste gevallen kan je al voor de wedstrijd verdachte gokpatronen zien. Vrijwel altijd worden die vastgesteld op de populairste markten, zijnde de traditionele 1X2, het totale aantal doelpunten en de Asian Handicap. Dat laatste is een weddenschap waarbij het favoriete team een handicap krijgt, uitgedrukt in doelpunten. Als die handicap bijvoorbeeld -2,5 is, moet de favoriet met minstens drie goals verschil winnen om de weddenschap succesvol te maken. “Veruit de grootste volumes worden ingezet op eindstand gecombineerd met doelpuntenverschil”, aldus Van Rompuy. “Het is dan ook geen toeval dat de goksyndicaten vooral daar hun winsten proberen te halen. Wegens de grote volumes valt het daar het minst op én de winsten zijn er het grootst.”

Langetermijninvestering

Behalve dat zijn bevindingen de impact van de side bets en de live betting nuanceren, zetten ze nog een derde aanname op de helling: dat vooral wedstrijden in lagere afdelingen, en steeds vaker ook oefenduels en jeugdwedstrijden (omdat er minder camera’s op staan gericht), het doelwit zijn van de fixers. Van Rompuy: “Dat blijkt niet uit de cijfers. Het is veelzeggend dat tachtig procent van de door Sportradar als verdacht aangestipte voetbalwedstrijden uit de eerste klasse komt, niet uit tweede of lager. Ik kan dat alleen maar verklaren doordat de gokbazen op zoek blijven gaan naar wedstrijden waarop sowieso een hoog volume wordt gegokt. Anderzijds blijf ik voorzichtig: Sportradar monitort voor de meeste landen niet lager dan de tweede klasse. Ik beweer dus niet dat daar niets gebeurt. Maar als we willen dat ook alle amateur- en oefenwedstrijden worden gemonitord, rijst de vraag: wie gaat dat betalen?”

De topdivisie dus. Besluit hier echter vooral niet uit dat de Premier League en de Bundesliga tot de meest kwetsbare competities behoren. “Die spelers verdienen zó veel. Uit de Europese clubcompetities komt ook heel weinig verdachts naar voren en die worden wél grondig gemonitord. Het speelt dus veel minder bij de topsalarissen. Waarschijnlijk ook niet in de laagste regionen, want daar wordt te weinig op gegokt. Fixers lijken vooral op de brede middenmoot in de nationale competities te mikken. Eerste klasse Armenië of Cyprus, zeg maar. Oefenwedstrijden zijn mooi meegenomen, maar niet meer dan dat.”

Zijn onderzoek biedt inzicht in de strategie van de fixers, zegt Van Rompuy: “Die is duidelijk gericht op de eindstand en het doelpuntenverschil. Dan weet je dat het niet gaat om één omgekochte speler, maar om méér spelers. Dan weet je ook dat het vaak zal mislukken. In Nederland zijn er momenteel onthullingen over gefikste wedstrijden van Willem II enkele jaren geleden. Tegen Feyenoord zou het beoogde resultaat toen niet zijn bereikt. Daaruit is in de media besloten dat de fixers vervolgens weggetrokken zouden zijn. Dat lijkt mij zeer vreemd. Volgens Sportradar lukt naar schatting slechts één van de vijf pogingen tot fixen. Met andere woorden: vier op vijf mislukt! Daaruit kan je afleiden dat het een langetermijninvestering is van de fixers. Infiltreren en vertrouwen winnen. Niet de quick win en ervandoor gaan. Wie op doelpuntenverschil werkt, heeft ingecalculeerd dat het soms mislukt. Maar hij doet het toch omdat de winst enorm groot is wanneer het wél lukt. Dat is ook gebleken uit de zaak-Ye.”

Kleine pakkans

Er zit een schaduwzijde aan zijn onderzoek. De resultaten zullen met genoegen worden onthaald door de sceptici die matchfixing een overtrokken probleem vinden. Van Rompuy: “Je kan niet ontkennen dat er een hele commerciële industrie is ontstaan rond de bestrijding ervan. Maar zelfs als het probleem overroepen zou zijn, is het met het oog op bewustwording geen slechte zaak dat er veel poeha rond wordt gemaakt. De statistieken van Sportradar geven aan dat 1 procent van de wedstrijden die zij monitoren naar alle waarschijnlijkheid gefikst is. Wedstrijden waarvan zij sterke indicaties hebben. Meer dan driehonderd per jaar: dat is niet weinig. Ik wil het probleem dus zeker niet minimaliseren.”

In België is de aandacht inmiddels weggeëbd, maar in Nederland ziet Van Rompuy veel paranoia rond matchfixing. “Een beetje té, maar misschien is dat toch beter. België en Nederland zijn zeker niet immuun voor het probleem, dat is al gebleken, maar het stelt zich hier wel minder scherp dan elders in de wereld. In Zuid- en Oost-Europa is corruptie in clubs een veel groter probleem. Gek genoeg is er daar amper bewustwording.”

Zegt de onderzoeker die tegelijk geen groot believer van preventie is. “Preventie is belangrijk, maar alleen als het samengaat met opsporen en sanctioneren. Er zijn heel veel parallellen tussen matchfixing en andere vormen van corruptie, zoals witwassen en omkoping in andere sectoren. Uit onderzoek daar blijkt dat preventie alleen niet werkt. Ook de hoogte van de straffen blijkt geen groot afschrikkend effect te hebben. Wat mensen het meest beïnvloedt om twee keer na te denken, is de gepercipieerde pakkans. En die blijft gigantisch klein bij matchfixing.”

Vastgelegd script

“Geen enkele vorm van corruptie kan volledig worden uitgeroeid”, is Van Rompuy overtuigd. “Ik geloof ook niet dat matchfixing het voetbal kapot zal maken. In sommige Aziatische competities is het gebeurd, maar zo erg is het hier lang niet. Wij zullen niet snel het punt bereiken dat bijna elke wedstrijd volgens een vooraf vastgelegd script verloopt. Ik zie de stadions in Europa dus niet meteen leeglopen. Doping heeft het wielrennen ook niet kapot gekregen. Maar het blijft een ernstig probleem, dus moet je aan dammage control doen. Ik ben veel meer bekommerd om spelers in de Balkan die hun loon niet krijgen en geen andere uitweg zien dan het geld van de fixers aan te nemen – wij zouden het in hun situatie misschien óók doen. We mogen nooit vergeten dat spelers enorm kwetsbaar zijn en vaak zelf het slachtoffer zijn.”

Volgens Van Rompuy wordt er te veel nadruk gelegd op strafrechtelijke vervolging. “Voetbalbonden steken zich veel te makkelijk weg achter het excuus dat zij geen politie zijn en de middelen niet hebben om te onderzoeken. Het is betreurenswaardig hoe weinig mensen er nog maar zijn vervolgd, zie maar naar de zaak-Ye. In de meeste gevallen is disciplinair optreden de meest haalbare optie. Natuurlijk stoot je op beperkingen: je hebt alleen de rapporten die Sportradar of een ander monitoringsysteem je stuurt als ze iets verdachts hebben gezien, en je kan spelers en hun entourage ondervragen. Maar ik vraag me af in welke mate dát al serieus gebeurt. Zo’n onderzoek is niet altijd in het belang van een federatie: hun brand wordt beschadigd hé. Maar de boodschap naar de spelers zou wel zijn: ‘Pas op, we kijken er wel ernstig naar.’ Dat is minstens even belangrijker als veel geld uitgeven aan preventieprogramma’s.”

Clementieregeling

Zijn stokpaardje is het invoeren van een clementieregeling. “Een regeling voor klokkenluiders of spijtoptanten hélpt. Nu heb je hotlines, maar niemand belt die. Waarom zou je ook? De internationale spelersvakbond FIFPro heeft een app gelanceerd: spelers kunnen op een rode knop duwen om in contact te komen met een hotline. Allemaal leuk voor de bewustwording, maar spelers in de greep van een criminele organisatie zal je er niet mee overtuigen. Je moet mensen aanmoedigen om te getuigen. Leg zo’n getuigenis naast het rapport van een monitoringbedrijf als Sportradar en je hebt genoeg om iemand disciplinair te sanctioneren. Alleen daardoor krijg je een afschrikwekkend effect. Doe verder aan preventie, maar zorg er absoluut voor dat de pakkans vergroot.”

Strafrechtelijk heeft zo’n Sportradarrapport dan weer geen waarde, erkent Van Rompuy. “En natuurlijk pak je zelfs met een clementieregeling de echte bad guys niet aan. Dat is ook niet realistisch. Maar een reële kans dat iemand uit de biecht klapt, is veel afschrikwekkender dan een brochure of het zelfmoordverhaal van een omgekochte speler. Matchfixing heeft ook niet altijd een criminele component, wel altijd een disciplinaire component. Als je het aanbod van spelers die bereid zijn dit te doen terug kan dringen door de pakkans te verhogen, dan wordt het moeilijker voor de fixers. Dus ja, de speler is de zwakste schakel en vaak is hij er tegen zijn wil in gesukkeld, maar je kan bijna alleen via hem iets beginnen. De kans dat je bij zo’n Ye uitkomt en hem achter de tralies krijgt, is immers erg klein.”

De kennisverwerving over matchfixing gebeurt nog veel te anekdotisch, stelt Van Rompuy vast. “Ik zie veel rapporten en conferenties, maar hoeveel feitelijke kennis is er eigenlijk gecumuleerd? Dat is wat de Conventie van Europa nu beoogt: er moet per land een nationaal platform worden gecreëerd waar alle kennis wordt gebundeld. Bij de Kansspelcommissie, bijvoorbeeld. Zo’n platform kan optreden als spelverdeler en zelfs de KBVB of een andere bond een schop onder de kont geven wanneer hij verzuimt op te treden als er een onregelmatigheid wordt gemeld. Door een netwerk te creëren tussen al die nationale platforms, moet er internationaal een grotere uitwisseling van kennis ontstaan. Maar eer het zover is, zijn we weer vijf of tien jaar verder.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Preventie alleen werkt niet. Een grotere pakkans wél.”

“Vier op de vijf pogingen om een wedstrijd te fiksen mislukken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content