AA Gent begint straks als favoriet aan de bekerfinale tegen Cercle Brugge. Dankzij een sterk seizoen.’Een echte Buffalo heeft in zijn leven nog niet zo veel gewonnen, dat moet dit jaar anders.’

3 Marko Suler

Je speelde en verloor in je carrière al drie bekerfinales – twee in Slovenië en één in Gent. Waarom zou je deze vierde wel kunnen winnen?

Marko Suler: “Omdat het tijd is. ( lacht) De ploeg is nu twee jaar samen kunnen blijven en we zijn meer ervaren, dat is nieuw voor Gent. Het groepsaspect is sterker dan voorheen. De bekerfinale is één wedstrijd en dat kan vaak tot verrassingen leiden. Je mag op niets rekenen. Beseffen waarvoor we spelen wordt het belangrijkste: dat is een bron van motivatie. Er wordt nu al zolang over die finale gesproken dat iedereen meer dan gemotiveerd zal zijn. Dit is het soort wedstrijd waar je als prof op zit te wachten, want je komt die niet zo vaak tegen. Ik heb er nooit veel aandacht aan besteed, maar ik merkte onlangs dat ik van in de jeugd al overal trofeeën heb gewonnen, dus ik hoop dat het hier nu ook lukt.”

4 Roy Myrie

Je idool Bob Marley zingt No woman no cry, maar ga jij wenen als je de bekerfinale verliest?

Roy Myrie: “Goh, dat zal afhangen van het moment, maar ik denk het wel, hoor. Als je je zo veel inspanningen getroost hebt om in die finale te raken en er dan net naast grijpt, zouden bij mij de traantjes wel eens kunnen komen. Ook omdat de beker een prijs is die ik hoog inschat en ik er zo naar verlang. Of ik ook ga wenen als we winnen? ( lacht) Nee, dat denk ik niet. Dat zal een heel ander gevoel zijn: dan gaan we met de hele groep genieten en feesten.”

5 Erlend Hanstveit

Welke herinnering hou je over aan je bekerwinst met SK Brann Bergen en kan de ervaring die je daar hebt opgedaan je helpen om de druk te weerstaan in de bekerfinale met Gent?

Erlend Hanstveit: “Het was voor Brann Bergen een beetje dezelfde situatie als voor Gent nu: we werden derde in de competitie en waren enkele plaatsen hoger geëindigd dan onze tegenstander. En vooral: het was voor Brann ook heel lang geleden dat ze nog eens een prijs hadden gepakt, dus was de ontlading enorm. De bekerfinale nu is een heel nieuwe match, maar opnieuw meemaken wat ik toen meemaakte, zou super zijn.”

6 Stef Wils

Bij Lierse zei Emilio Ferrera ooit: ‘Ik heb in mijn kern een speler die niet half beseft hoe goed hij kan worden: Stef Wils.’ Hoe bepalend was die opmerking voor jou en waar sta je nu in je ontwikkeling?

Stef Wils: ” Emilio heeft het vuur in mij aangestoken. Het jaar daarvoor had ik al een match of zestien gespeeld onder Regi Van Acker. Ik dacht dat aantal te verbeteren, maar plots stuurde Ferrera me een paar weken naar de B-kern. Toen hij me terughaalde, nam hij me apart en overtuigde me dat ik meer persoonlijkheid moest tonen op het veld. Als achttienjarige vond ik het niet makkelijk om meer ervaren spelers te coachen, ik wilde vooral naar hen luisteren en van hen leren.

“Achteraf bekeken moet ik Ferrera dankbaar zijn. Aan mijn plafond zit ik niet, ik moet me nog verder ontwikkelen. Dit seizoen kan ik tevreden zijn over zo’n zestig procent van mijn matchen. Misschien ben ik te zelfkritisch. Maar dat heeft te maken met mijn opvoeding. Bij de jeugd had mijn vader, hoe goed ik ook gespeeld had, altijd wel iets aan te merken op mijn prestatie. Dan ga je jezelf automatisch ook zelfkritisch opstellen. Soms hoor ik na een match wel opmerkingen in die zin: ‘Ach, Stef, dat zijn maar details’, of ‘Je moet daar niet mee inzitten’. Maar het is mijn aard. Misschien heeft me dat ook gebracht waar ik nu ben.”

7 Tim Smolders

Hoeveel verder sta je in je ontwikkeling sinds je overstap van Charleroi naar Gent?

Tim Smolders: “Ik ben naar Gent gekomen omdat het een club met ambitie was. Op dat vlak zijn mijn verwachtingen zeker ingelost. Wat mij persoonlijk betreft: vorig jaar speelde ik alles, dit jaar met het rotatiesysteem een match of 25, waarvan een aantal keren op een positie die niet de mijne was, waar ik depanneerde. Ik had meer continuïteit in mijn spel willen stoppen, maar het was even aanpassen qua spelsysteem. De trainer verwacht dat ik nog meer ga meedenken, dat ik infiltreer, simpel speel en de verbinding maak tussen aanval en verdediging. Bernd Thijs doet dat ook, hij speelt iets meer controlerend, terwijl ik meer naar voren neig. Eigenlijk zouden we best samen kunnen spelen, ideaal is een middenveld waarbij de tegenstander nooit van tevoren weet wie komt en wie gaat, omdat alle middenvelders dezelfde kwaliteiten hebben. Dat zou een goed ontwikkelingspunt zijn voor volgend seizoen, tegen ploegen die vanuit een verdedigende organisatie tegen ons spelen.”

8 Bernd Thijs

Waarom ben je nu sportief en mentaal de leider en onder Sollied niet?

Bernd Thijs: “Ik heb daar niet echt een idee van. Het is nu eenmaal gewoon zo dat ik een andere rol kreeg, ook al speel ik op dezelfde positie in het elftal. Maar onder Michel Preud’homme werd alles helemaal anders, ik fungeer meer als zijn verlengstuk op het veld. Trond Sollied is geen echte communicator, maar als er iets gemeld moest worden, dan zei hij het ook wel tegen me. Preud’homme heeft dan weer een heel eigen manier van meeleven en een grotere beleving. Als aanvoerder en door mijn ervaring op het hoogste niveau is het mijn taak om de rest van de ploeg te sturen en te coachen. Het doel blijft hetzelfde: het team beter laten worden en wedstrijden winnen.

“Ik voel me gewoon heel goed in deze rol. Iedereen weet ondertussen dat er veel gebeurde met enkele personen binnen de club. Maar ik ben uit die kwestie veel sterker gekomen, ook en natuurlijk door de steun van de coach. Ik werkte hard en werd daarvoor beloond, zo eenvoudig ligt het.

“Dat ik na de winterstop een kleine terugval kende, is volkomen logisch na een vol jaar van inactiviteit. Je merkt het nu ook aan Steven Defour bij Standard. Vooral op fysiek vlak kende ik de nodige ongemakjes, wat zich uitte in een aantal verrekkingen. Maar ook daar is het ergste leed nu achter de rug.”

9 Mbaye Leye

Je mocht eindelijk centraal spelen omdat je daar bij Preud’homme op aandrong en het kwam je prestaties ten goede. Zal je desgevraagd nog een seizoen op de flank willen spelen of ga je dan liever elders naartoe?

Mbaye Leye: “Dat is de vraag die ik me vandaag ook stel, maar waarop ik het antwoord pas zal kennen na de bekerfinale. Op het einde van het seizoen zal ik de balans opmaken. Collectief ben ik meer dan tevreden over mijn rendement voor de ploeg. Ik behoor immers tot de spelers met de meeste speelminuten. Alleen individueel kan ik niet tevreden zijn. Een aanvaller wordt immers altijd beoordeeld op zijn doelpunten. Daar wringt het schoentje. Als ik top ben, dan moet ik altijd goed zijn voor een gemiddelde van veertien tot zestien treffers per seizoen. Dat is mijn normale niveau, maar dat haalde ik nu – door omstandigheden – niet.

“Ik weet dat ik de Belgische top aankan. De bewijzen zijn er: tegen Anderlecht, Standard en Club Brugge speelde ik goede wedstrijden en scoorde ik ook. Maar ik moet me nog iets meer kunnen manifesteren. Ik sprak daarover één keer met de trainer. Dat volstond. Ik luisterde naar zijn argumenten en weet ook dat ik me moet aanpassen aan zijn eisen. De komende weken heb ik de tijd om alles eens te laten bezinken.”

10 Randall Azofeifa

Bryan Ruiz speelde de vorige seizoenen de pannen van het dak bij AA Gent, Roberto Rosales wordt in verband gebracht met een aantal clubs, en Roy Myrie is al eens ‘de beste rechtsachter in België’ genoemd. Voel je je niet een beetje de vergeten latino van AA Gent?

Randall Azofeifa: “Nee, helemaal niet. De pers heeft me ook al ‘de beste vrijschopspecialist van België’ genoemd, hoor. Soms word je de hemel in geprezen, en soms word je van je sokkel gehaald. Dat is nu eenmaal jullie job, daar heb ik begrip voor. Soms ga ik niet akkoord met wat jullie schrijven, maar zolang er respect is, heb ik daar geen problemen mee. Maak je geen zorgen: ik voel me niet vergeten.” ( lacht)

11 Yassine El Ghanassy

Waarom scoort Yassine El Ghanassy zo weinig?

Karel Fraeye, zijn vroegere trainer bij de beloften: “Ik denk dat het toeval is, want op training gaan ze wel binnen en daar worden dan veel grappen over gemaakt. Hij heeft, denk ik, ook een keer of vijf, zes op de paal getrapt: dat is echt pech. Ik denk dat hij in wedstrijden te veel focust op scoren, de wil is te groot en daardoor schiet hij te onbesuisd op doel. Hij blijft niet rustig genoeg. Er zijn twee strekkingen over hem: een is dat hij het nooit zal leren, maar ik denk dat hij over twee jaar meer maturiteit zal hebben. Hij is nog maar 19, die rust krijgen is een deel van zijn groeiproces. Ruiz was in het begin ook geen scoremachine, al had hij wel iets meer torinstinct. Als Yassine 22 of 23 jaar zal zijn en dezelfde kansen krijgt als nu, moet hij er ook acht of tien kunnen maken. Wat Michel Preud’homme er vooral in wil krijgen, is de functionele dribbel: dat hij iemand voor doel kan zetten en niet alleen voor zichzelf doelgevaar creëert. Yassine kan gemakkelijker leren om de bal af te leggen dan een ander kan leren dribbelen. Hij heeft een actie die er in België maar weinig hebben. Er zijn mindere voetballers die uit een halve kans scoren, maar hij zal die rust uiteindelijk wel krijgen.”

12 Kenny Thompson

Je speelde al eens een seizoen op uitleenbasis bij Lierse. Zou je daar niet liever veel Egyptisch geld verdienen en een vaste waarde worden in plaats van op de bank te moeten zitten bij Gent?

Kenny Thompson: “In principe zou bijna elke voetballer zeggen: als je geld kan verdienen en elke week kan spelen, waarom dan ook niet? Op de bank zitten is voor een speler zeker niet leuk, maar als je een korte periode minder matchen mag spelen, zijn drastische maatregelen niet aan de orde. Ik heb veel mooie momenten meegemaakt bij deze club, en wil mijn contract hier graag uitdoen. Het kan rap keren in het voetbal, maar naar een andere club gaan betekent niet dat je daar dan zeker bent van je plaats.”

13 Adriano Duarte

Je bent niet zo veel aan spelen toe gekomen. Voel je je nog betrokken?

Adriano Duarte: “Absoluut. Ik zie mijzelf als een speler voor de as, maar op die plaats heb ik niet veel kunnen spelen: ik ben vaak uitgespeeld als verdedigende middenvelder en rechtsachter. Dat zijn opofferingen die ik voor de ploeg heb gedaan. Ik heb behalve in de competitie ook in een aantal matchen in de beker mee kunnen spelen, maar ik ben lang geblesseerd geweest door een pubisontsteking. Maar ja, dat is voetbal. Nu voel ik mij fysiek weer honderd procent. Dus ik ben hier nog altijd tevreden.”

14 Adnan Custovic

Wedden voor een Mars en een Snickers dat je niet scoort in de bekerfinale?

Adnan Custovic: “Ik zal er niet bij zijn in de finale door mijn dubbele gele kaart in de terugwedstrijd van de halve finale tegen KV Mechelen. Het was scheidsrechter Gumienny die mijn droom afpakte. Iets meer menselijkheid had gemogen. Ik blijf erbij dat de twee kaarten heel licht werden getrokken. Vier jaar geleden speelde en scoorde ik voor Moeskroen tegen Zulte Waregem, maar verloren we met 2-1. Nu wilde ik graag iets rechtzetten, mijn palmares opsmukken met een echte prijs.”

16 Elimane Coulibaly

Is Elimane Coulibaly geëvolueerd bij AA Gent?

Hein Vanhaezebrouck: “Hij bevestigt wat hij vorig seizoen liet zien. AA Gent voetbalt wel iets anders, maar hij bewijst dat hij dat ook kan. Bij Kortrijk werd hij heel vaak in het spel betrokken, hij mocht tussen de linies de ruimte gaan zoeken en dat deed hij vrij goed. Bij Gent wordt meer verwacht dat hij diep blijft en daar wordt aangespeeld. In het begin kende hij daar wat problemen mee, maar daarna pikte hij het wel op. Eli voetbalt graag mee, haakt graag af en wordt graag in de combinatie betrokken en een van zijn werkpunten vorig seizoen was: dan meteen omschakelen en zorgen dat je mee in de zestien meter bent. Dat doet hij nu iets meer, ook omdat het eigen is aan het spel van Gent: er wordt gehamerd op presence in de zestien meter. Hij is de best aanspeelbare spits van Gent, ook onder druk van een of twee centrale verdedigers blijft hij overeind, kan hij uitdraaien en iemand anders aanspelen. Je zet Coulibaly niet zo maar van de bal, niemand in België. Gent speelt vrij direct en als het zo snel mogelijk de diepe spits wil zoeken, is hij daar veel beter geschikt voor dan de andere diepe spitsen die ze proberen te gebruiken. Aan de bal kan Eli fantastische dingen doen, hij ziet soms dingen die een ander niet ziet en vindt soms een opening die een ander niet vindt. De regelmaat is er nog niet altijd, soms zit er nog wat afval in zijn spel, maar van wie niet? Hij is dertig, maar eigenlijk nog vrij jong. Dit is pas zijn tweede seizoen op het hoogste niveau en hij zal nog beter worden. Stilvallen is zijn aard niet. Er zit heel veel in en er zal alleen nog maar meer uitkomen, want Eli is een strever. Hij wil slagen ten koste van alles.”

17 Roberto Rosales

Wat verkies je: een nacht met miss Venezuela of een nacht met de Belgische beker in je armen?

Roberto Rosales: “Dat is een moeilijke. Ik denk dan toch: de Belgische beker. Die kan ik misschien maar één keer winnen, terwijl er veel vrouwen in Venezuela zijn. Voor de ploeg en voor mij is die beker nu het allerbelangrijkste … Dat wil trouwens niet zeggen dat ik niet van vrouwen houd.”

19 Stijn De Smet

Onderschatte je de overstap van Cercle Brugge naar AA Gent op fysiek vlak?

Stijn De Smet: “Neen, ik verwachtte wel dat ik wat zou afzien, want Foley vertelde mij vorig seizoen dat de trainingen in Gent enorm zwaar zijn en Frank Boeckx, die ik al langer ken, bevestigde dat. Blijkbaar werd het op fysiek vlak inderdaad een aanpassing aan een ander ritme, want dat ik vaak met spierblessures kampte, is wellicht het gevolg van overbelasting en misschien ook van te snel weer te beginnen. Van Van Veldhoven naar De Boeck was qua trainingsintensiteit al een enorme stap, maar bij Preud’ homme wordt er precies nóg iets zwaarder getraind. In het begin kreeg ik de indruk dat ik meer moe was en meer rust nodig had dan bij Cercle. Onder De Boeck ben ik begonnen met oefeningen te doen voor de training en aan mijn lichaam te werken en ook bij Gent doe ik er enorm veel voor, maar ik denk dat ik met die blessures gewoon wat tegenslag kende. Ik hoop nu dat we de beker naar Gent zullen halen en dat ik daar nog kan toe bijdragen.”

21 Luigi Pieroni

Voor het Luigi Pieroni kon strikken, greep Gent een paar keer naast hem. Zijn jullie tevreden met wat hij tot nu toe brengt, nu jullie hem eindelijk hebben?

Ivan De Witte, voorzitter: “De keren dat hij meespeelt toont hij toch veel dingen die eigen zijn aan het type spits dat we in hem zochten, qua positiespel, kopspel, traptechniek. Aan de andere kant merk je dat hij wat inlooptijd nodig heeft. De meeste spelers hier hebben toch een aanpassingsperiode nodig, vind ik. Ik denk dat Pieroni een spits is aan wie we de komende jaren nog veel plezier geen beleven. We zijn niet van plan hem meteen weer van de hand te doen.”

26 Christophe Lepoint

Als je, zoals je aangaf, minder op stap gaat en ernstiger met je vak bezig bent, waarom heb je dan een trainer als Preud’homme nodig, zoals je in de kranten verklaarde?

Christophe Lepoint: “Ik kende vorige zomer een heel moeilijke aanpassing gedurende anderhalve maand. Fysiek stond ik blijkbaar niet op punt, terwijl ik ook te veel woog. Maar dankzij de trainer slaagde ik erin à passer un cap, zowel privé als inzake voetbal. Hij geeft me veel tips en zorgt voor een specifieke motivatie. In feite zijn we twee gelijkgestemde zielen. We zijn beiden absolute winnaars.

“Terwijl de meeste spelers klagen over vermoeidheid na een lang seizoen, voel ik me gewoon mentaal en sportief nog heel fris. Dat heeft veel te maken met het juiste trainingsprogramma dat we volgden sinds de winterstage in Spanje begin januari. De technische staf voelde goed aan wanneer we de intensiteit moesten opdrijven of rust dienden in te bouwen. Daar plukken we nu duidelijk de vruchten van.

“De bekerfinale winnen is ons hoofddoel voor dit seizoen, want alleen op die manier kan je in de geschiedenisboeken raken. Een tweede of derde plaats in de competitie, dat wordt snel vergeten.”

29 Bojan Jorgacevic

In hoeverre heeft Jorgacevic u in zijn ontwikkeling verrast en wat is hij na drie jaar waard voor Gent?

Michel Louwagie, clubmanager: ” Jorgacevic is geweldig geëvolueerd, heeft veel vertrouwen gekregen en dit jaar veel punten voor ons gepakt, denk maar aan de penalty’s die hij stopte op STVV en Lokeren. In het begin had hij het hier niet gemakkelijk, want hij kwam na een monument als Fred Herpoel. Toch kreeg hij vrij snel de supporters, en dan vooral de spionkop, op zijn hand. Zijn openheid, de makkelijke manier waarop hij contact met de mensen maakt, en zijn verklaringen in de pers aangaande Gent maakten dat er vlug een grote verbondenheid tussen hem en de fans was. Jorgacevic straalt warmte uit naar de supporters.

“Wat ik als manager knap vond, was dat hij de uitdaging aandurfde om hier aan een laag contractje te beginnen. ‘Centen na prestaties’ was zijn devies. Hij wilde zich hier echt bewijzen. Ik vond dat wel sterk, zo zijn er niet veel. Intussen hebben we zijn contract al twee keer opengebroken.

“Als hij zou vertrekken, dan verliezen we, door zijn charisma, meer dan zomaar een keeper. Bij Gent wordt hij aangezien als een van ons. Er begint wat belangstelling voor hem te komen, maar nog niet concreet. Ik zit er niet op te wachten om hem al te verkopen. Hij voelt zich ook nog goed in Gent.”

30 Zlatan Ljubijankic

Je was toen je naar AA Gent kwam Sloveens Speler van het Jaar, is het moeilijker om hier Speler van het Jaar te worden?

Zlatan Ljubijankic: “De beste spitsen in de Belgische competitie scoren vijftien of zestien keer. In andere competities worden veel meer goals gemaakt door de spitsen. Maar ik heb dit seizoen toch mee kunnen werken aan een goed klassement en het behalen van de finale. Dit is een goed seizoen, al had ik individueel meer verwacht. Van mijzelf. Maar misschien lukt dat volgend seizoen. Ik heb misschien wel veel kansen gehad, maar het is moeilijk scoren hier. Wat dat betreft zit ik misschien niet in mijn beste vorm, maar één keer scoren in de finale en iedereen is het vergeten.”

31 Christophe Grondin

Was je verrast toen je vernam dat Chris-tophe Grondin na een training Bernd Thijs had geslagen?

Frederik Boi, ex-ploegmaat Cercle Brugge: “Eigenlijk wel, want we kennen hem hier totaal niet zo. Het zal, denk ik, ook wel met een reden gebeurd zijn. Wij kenden hem hier bij Cercle als iemand die heel hard werkte om een stap hoger te raken en wist waarmee hij bezig was. Hij kwam goed overeen met de kleurlingen in de ploeg – het was totaal geen kwade gast.”

door frédéric vanheule, christian vandenabeele, geert foutré, steve van herpe, aernout van lindt en

“Ik weet dat ik de Belgische top aankan.” Mbaye Leye

“Een tweede of derde plaats in de competitie, dat wordt snel vergeten.” Christophe Lepoint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content