Het felbegeerde plaatsje onder de lat in de bekerfinale, dat heeft Darren Keet zelf verzekerd door een strafschop van Jérémy Perbet te stoppen. Maar de Zuid-Afrikaanse bekerheld is gretig en wil nog meer: ‘Het is mijn ambitie om hier zo snel mogelijk eerste keeper te worden.’

L eonardo Di Caprio in Blood Diamond of Matt Damon in het rugbydrama Invictus. Voor filmliefhebbers klinkt het sappige Zuid-Afrikaanse Engels van Darren Keet (22) heerlijk herkenbaar. “Vooral Di Caprio bootste ons accent prima na”, lacht de Kortrijkdoelman.

Een blanke Zuid-Afrikaan in een Europees doel, het klinkt als een curiosum, maar in Nederland deed Hans Vonk – 423 wedstrijden in de Eredivisie – het Keet al voor. En toch zijn de twee verhalen verre van vergelijkbaar: Vonk verhuisde als peuter van Zuid-Afrika naar Nederland en verdedigde als halve Nederlander jarenlang het doel van onder andere Ajax en Heerenveen. Keet daarentegen woont nog maar acht maanden in ons land en werd door KV Kortrijk weggeplukt uit de Zuid-Afrikaanse eerste klasse. Door een strafschop van Jérémy Perbet te pakken, in de terugmatch van de halve finale tegen Bergen, ontpopte hij zich tot de held van de bekercampagne van KV Kortrijk.

Vuvuzela’s en apartheid

België is een land dat barst van het keeperstalent. Hoe komt een middenmoter als Kortrijk dan in godsnaam bij jou terecht?

Darren Keet: “Ik heb ook geen idee. ( lacht) Toen ik vorige zomer hoorde dat er interesse was uit België, heb ik me daar eigenlijk geen vragen bij gesteld. Mijn ambitie is altijd geweest om in Europa te voetballen, dus ik heb niet getwijfeld. Mijn nieuwe manager Rob Moore, de man die de belangen van de meeste Zuid-Afrikaanse voetballers in België behartigt ( zie kader), zegt ook wel dat het uitzonderlijk is. Creatieve en vinnige spelers, artiesten, daarvoor gaan de meeste clubs in Zuid-Afrika scouten. Niet voor keepers.”

Waarom zou jij toch opgevallen zijn?

“Ik ben nog jong, stond al een tijdje vast in de ploeg bij eersteklasser Bidvest Wits en zat bij de nationale belofteploeg. En misschien ook wel vanwege mijn goede techniek, iets wat tegenwoordig ook van keepers wordt verwacht. Je ziet op het hoogste niveau meer en meer tweevoetige keepers.”

Met Boubacar Copa en jij staan er in de bekerfinale straks twee Afrikaanse keepers onder de lat.

“Ja, … maar hij is een heel ander soort keeper dan ik. Copa is een typisch Afrikaanse keeper, die maken alles graag wat spectaculairder. Dat is eigen aan het voetbal in ons continent: de fans plezieren is even belangrijk als doelpunten maken. Ik heb altijd een meer ‘Europese stijl’ gehad: ik doe het liever sober en efficiënt. Ik keek in mijn jeugd ook bewonderend naar Europese keepers: Peter Schmeichel, Edwin van der Sar, dat waren mijn jeugdhelden.”

Voel je je als blanke Zuid-Afrikaan een vreemde op je eigen continent?

“Helemaal niet. Mijn stijl als keeper staat daar volledig los van. Mijn voorouders komen uit Nederland, vandaar mijn familienaam, maar voor de rest voel ik me hoegenaamd niet Europees. Ik ben een Zuid-Afrikaan en ik hou van mijn land. De apartheid is afgeschaft in 1994, toen ik vijf jaar was. Ik ben dus opgegroeid in een verenigd Zuid-Afrika. De Afrikaanse uitbundige sfeer, daar voel ik me perfect in thuis. En tijdens de eerste maanden in België had ik zoals alle Afrikanen moeite om ergens op tijd te komen. Ik kom uit Kaapstad, de meest relaxte stad van het land. Ik heb dus een Afrikaanse interpretatie van het concept tijd.” ( lacht)

En de vuvuzela’s?

“Euh … Zolang het er niet te veel zijn. Als je in Zuid-Afrika een topwedstrijd speelt, met veel toeschouwers, dan vind ik ze persoonlijk wel storend. Ze zorgen voor een zodanige kakofonie dat de verdedigers hun doelman niet meer horen roepen.”

Geflopte generale

In principe is Kristof Van Hout de nummer een van KV Kortrijk, maar door de bekercampagne zit jij dit seizoen ook al aan tien matchen. Ben je daarmee tevreden?

“Het is mijn ambitie om hier zo snel mogelijk eerste keeper te worden, dus honderd procent tevreden kan ik niet zijn. Maar voor het eerste seizoen in een nieuwe competitie valt dat wellicht goed mee. Volgend seizoen wil ik meer, maar daar kan ik natuurlijk geen garanties voor krijgen. Ik zal het zelf moeten doen.”

Jij kreeg als vaste doelman in de beker ook de kans om ritme op te doen in een aantal competitiewedstrijden. Wat vind je van zo’n rotatiesysteem voor doelmannen?

“Voor Kristof moet dat moeilijk geweest zijn. Hij zat in een uitstekende vorm, maar belandde toch op de bank, gewoon met het oog op mijn wedstrijdritme. In zijn positie zou ik serieus balen. Maar het is de coach die het zo beslist heeft. We wisten ook telkens vooraf in welke wedstrijden we moesten spelen.”

Twee weken terug, in de ‘generale repetitie’ tegen Lokeren, gingen jullie met 2-5 onderuit. Ook jij maakte niet meteen een goede beurt. Was je achteraf niet bang dat je in de bekerfinale tóch niet in doel zou staan?

“Iedereen had een offday, maar ik maakte inderdaad twee cruciale fouten in die match. De coach mag dan wel voor de tv-camera’s gezegd hebben dat ik zou spelen op de Heizel, ik beschouw dat nog niet als een verworven recht. We hadden de drie punten broodnodig voor de strijd om de play-offs, maar in het licht van de bekerfinale is het niet slecht dat we thuis verloren van Lokeren. Iedereen is nu gewaarschuwd dat we in de finale heel scherp zullen moeten zijn.”

Vanhaezebrouck was achteraf hard in zijn analyse: hij had geen collectief, maar wel vedetten gezien. Had hij gelijk?

“Het was de eerste keer dat de trainer zich écht kwaad maakte na een wedstrijd. Met reden, vind ik. Spelers die een seizoen meemaken zoals dat van Kortrijk, voelen zich goed in hun vel en durven al eens iets meer op het veld. Maar als dat niet lukt, moet je altijd terugvallen op de basis: collectief en sober spelen. Dat is in die match niet gebeurd.”

De trainer heeft het ook lastig met de timing van de bekerfinale: drie dagen na de wellicht beslissende wedstrijd voor play-off 1 tegen Beerschot. Hoe denken de spelers daarover?

“Het vraagt natuurlijk veel van ons. We zijn amper met twintig spelers in de kern. Een coach kan zijn groep klaarstomen en de juiste pionnen selecteren, maar uiteindelijk zijn het de spelers die het op het veld moeten doen. We slikken de laatste weken veel meer doelpunten dan voor de winterstop. Soms zijn die tegengoals gewoon een kwestie van mentaliteit. Hoe ver wil je als speler gaan om je doelen te bereiken? Tegen Genk zag je gelukkig dat we nog hongerig zijn, ook om play-off 1 te halen.”

Jouw eerste seizoen bij KV Kortrijk is een ‘grand cru’-jaar voor de club. Merk je dat?

“Iedereen spreekt over die bekerfinale, dat merk ik wel. Ik kan natuurlijk niet vergelijken met andere jaren, maar het voetbal leeft in elk geval in deze stad.”

Strafschopspecialist

Je hebt al een beker op jouw palmares staan. Met Bidvest Wits won je de Zuid-Afrikaanse beker in 2010.

“Ja, maar in de finale heb ik niet gespeeld. Hetzelfde verhaal als hier in Kortrijk, maar ik zat in de rol van Kristof Van Hout. Ik was eerste doelman in de competitie, maar een andere keeper stond in doel bij de bekermatchen. Het was frustrerend, maar wel een unieke ervaring. Het was namelijk de eerste officiële wedstrijd in het uitverkochte Soccer Citystadion in Johannesburg, waar twee maanden later de finale van het WK werd gespeeld. Mijn ex-club, Bidvest Wits, is ooit gesticht als de club van de universiteit van Witwatersrand, de grootste universiteit van Johannesburg. Bij een doorsneewedstrijd zitten maar 2000 supporters op de tribune, maar voor de bekerfinale was de hele universitaire gemeenschap gemobiliseerd.”

Dan zal de Belgische bekerfinale, met wellicht heel wat lege plaatsen in het Koning Boudewijnstadion, toch andere koek zijn.

“Ik denk dat de tienduizenden supporters van Kortrijk en Lokeren ook voor sfeer zullen zorgen. Het zijn ploegen die mooi voetbal brengen en garant staan voor veel goals, zoals twee keer bleek in de competitie. Voor mezelf beschouw ik die finale als het hoogtepunt uit mijn carrière tot nu toe, of we die beker nu winnen of niet. Er zitten geen grote namen bij de twee ploegen, dus iedereen zal zich in de kijker willen spelen.”

Als we de weg naar de finale overlopen, dan kwam Kortrijk geen enkele ploeg uit de G5 tegen en zien we dat er maar één keer met gemak is gewonnen: in de achtste finale tegen STVV.

“Het is inderdaad een paar keer nipt geweest, maar dat maakt de beker net zo mooi. Onze eerste tegenstander, tweedeklasser Antwerp, hebben we onderschat, denk ik. Tegen STVV wonnen we zuinig met 1-0, maar ik heb letterlijk geen enkele bal moeten pakken. Dat had ik in Zuid-Afrika nog nooit meegemaakt. Daar denken alle ploegen in de eerste plaats aan aanvallen, dus je hebt als keeper altijd meer dan werk genoeg. ( lacht) In België wordt veel meer aandacht besteed aan voetballen vanuit een organisatie. Ik heb al veel bijgeleerd op dat vlak. En maar best ook, want in Europa wordt verwacht dat een keeper zijn verdediging kan sturen.”

Na STVV kwamen Beerschot en Bergen. Twee keer een goede uitgangspositie in de heenmatch, maar in de terugmatch werd het telkens warm …

“Vooral die laatste match thuis tegen Bergen was een thriller. Ze maken twee goals: één vanuit buitenspel en een own-goal, lulliger kan bijna niet. Toen de scheidsrechter ook nog een penalty cadeau gaf, leek de bekerdroom helemaal voorbij. Gelukkig had ik vooraf met keeperstrainer Francky Vandendriessche overlegd. Ik wist dat Perbet hem in de rechterhoek zou trappen …”

Vroeg in het seizoen, in de 16e finales tegen Antwerp moest je net voor de strafschoppenreeks nog plaats ruimen voor Van Hout, die gekend staat als een specialist ter zake. Tegen Bergen stopte je zélf een cruciale penalty, waardoor jij de held werd. Een zalig gevoel wellicht?

“Ik denk dat de trainer intussen ook míjn kwaliteiten op dat vlak kent. ( grijnst) Iedereen noemde me na Bergen de held van de avond omdat ik die penalty stopte, maar als Tim Matthys in de rebound toch nog scoort, dan is het een ander verhaal. Ik word betaald om ballen te stoppen, dus zo uitzonderlijk was die save niet. We hebben met de hele groep de finale bereikt, nu moeten we het ook met de hele groep afmaken.”

Op penalty’s?

“Toch liever niet.” ( lacht)

Volgende week: dossier Lokeren

DOOR BREGT VERMEULEN – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“De penaltysave die ons naar de finale bracht? Ik wist dat Perbet hem in de rechterhoek zou trappen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content