Exemplarisch! Zo noemen volgers van Club Brugge de prestaties van Nabil Dirar vrijdagavond tegen Standard. Vrijdag en niet zondag, want een woedeuitbarsting daags na de nederlaag tegen Lokeren kostte de flankspeler een verwijdering naar de B-kern. Dirar toonde zich in het groepsgesprek waarin de problemen werden doorgepraat nog eens van zijn donkerste kant. Hij vloog verbaal de coach aan en haalde in één moeite door ook nog eens de rest van zijn maats door de vleesmolen. Dirar groeide niet in de meest comfortabele omstandigheden op en af en toe spreekt de wet van de straat nog door in zijn manier van handelen. En omdat het niet de eerste keer was, was de sanctie hard. Een verwijdering naar de B-kern. Duurtijd: onbekend. Mét een dreigende exit, over twee maanden is er een nieuwe transferperiode liet de club tijdens de officiële aankondiging verstaan. Dit keer was hij te ver gegaan.

Het lijkt een eeuwige recidivist, Nabil Dirar. In een individueel gesprek altijd voor rede vatbaar en uiterst beleefd. Oui monsieur, merci monsieur. Na de match tegen Lokeren de eerste om toe te geven dat zijn tackle op het been van Tiko rood had mogen krijgen. Maar als hem daar dan in groep wordt op gewezen – en hoe braaf en beleefd Adrie Koster in de omgang met iedereen ook is, voor een groep noemt hij man en paard – slaat Dirar tilt. Alsof zijn eergevoel wordt geraakt. Dan wordt hij explosief, sluit hij kort en kan hij zich niet meer beheersen. Het gebeurde al eerder, in akkefietjes op training, het liep maandag zwaar uit de hand. Mo Dahmane is er niet meer, dat hij zich wat naïef liet meetrekken onder invloed van dat andere moeilijke karakter, geldt dus niet meer als argument voor Dirar.

Is het daarmee einde verhaal voor de flankaanvaller in Brugge? Misschien wel. Een deel van de spelers heeft er zijn buik van vol en ook Koster, die al anderhalf jaar miserie heeft met Dirar, is niet direct geneigd hem nog een kans te geven. Maar er ís een opening, hoor je. Niet voor direct, zeker niet voor zondag, en misschien ook niet voor de week erop, maar misschien nog iets later. Dirar, die voorbeeldig acteerde tijdens de reservenwedstrijd onder het oog van Koster, zal dan zelf wel stappen moeten zetten. Bijvoorbeeld wat doen aan zijn karakter, eventueel met de hulp van buitenaf. Om het met de pas overleden Mulisch te zeggen: voer voor psychologen.

Want daar zijn ze bij Club intern ook wel stilaan uit: dat er hulp van bovenaf nodig is. Niet alleen om het beleid van de coach te ondersteunen. Die voelde zich vorige zomer zwaar gepakt door de uitlatingen van Luc Devroe, die toen in een televisiegesprek zei dat hij de zaak-Dirar anders had opgelost. Al geruime tijd vroeg de Nederlander om een krachtig signaal van bovenaf, om de spelersgroep wakker te schudden. Was het toeval dat uitgerekend Devroe deze sanctie voor Dirar aankondigde?

Maar is daarmee het probleem van de baan? Allerminst. Club heeft wel meer Dirars lopen, jongens die moeilijk te coachen zijn, of een kort lontje hebben. Gaf Dalmat vorige week zelf niet aan dat hij nog niet “over de mentaliteit van een Club-speler beschikte?” Uit de jeugd komt voorlopig niks en over het budget om exemplarische toppers à la Van Damme aan te werven, beschikt Club evenmin. Dus gaat het voor talenten die elders om allerhande – ook disciplinaire – redenen uit de boot vielen. Zonder veel extra begeleiding worden zij in het water gegooid, voor de voeten van de trainer.

Stilaan zijn ze er boven van overtuigd dat die hulp kan gebruiken. Professionele hulp. Bijvoorbeeld van een psycholoog. De coach is daar in principe niet tegen. Nu de spelers nog van het nut overtuigen.

DOOR PETER T’KINT

Adrie Koster is in principe niet tegen de komst van een psycholoog.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content