Slechts acht ploegen, te veel buitenlanders, slinkende budgetten, drie van de vier teams Europees uitgeschakeld… Het Belgische basketbal lijkt zich in een doodlopende straat te bevinden. Toch leeft de hoop dat de patiënt gereanimeerd kan worden. Een analyse.

Bij sponsorbezoeken word ik vaak weggelachen: ‘Met hoeveel ploegen zijn jullie eigenlijk nog?'” Deze quote van Danny Verhulst, manager van Okapi Aalstar, vat hét probleem van het Belgische eersteklassebasketbal samen. Het verhaal van de tien kleine negertjes. Of beter: de veertien, want tot het seizoen 2000/01 telde de hoogste afdeling nog zo veel clubs. De daaropvolgende schaalvergroting qua budgetten en zalen kostte alle verenigingen met een beperkt potentieel (Bree, Estaimpuis, Hoei, Ieper, Vilvoorde, Wevelgem…) de kop. Twee seizoenen werd met elf ploegen gespeeld, vanaf 2003/04 met tien, toen Bree in 2008 op de fles ging vier campagnes met negen, en door de vrijwillige degradatie van Gent is dit seizoen de kritische ondergrens bereikt met slechts acht clubs.

Daarvan vallen er amper twee af voor de start van de play-offs in mei, na 28 speeldagen over een dubbele ronde, verdeeld over zéven maanden… Catastrofaal voor de aantrekkelijkheid en geloofwaardigheid van de competitie en dus pleiten alle eersteklassers voor een uitbreiding naar tien (volgend seizoen), en op halflange termijn naar twaalf teams. “Nog één of twee campagnes met acht is niet haalbaar”, benadrukt een manager van een Belgische eersteklasseclub. “Dan zakken we liever naar tweede.”

Twee, of zelfs vier, ploegen bij de Ethias League halen is echter niet vanzelfsprekend. Hét struikelblok: de grote budgettaire kloof tussen eerste en tweede klasse. Ter vergelijking: het budget van de meeste toptweedeklassers schommelt rond de 250.000 euro, terwijl Gent met een omzet van één miljoen de voorbije jaren het kneusje van de klas was in de hoogste afdeling.

Via een C-licentie (waarbij 400.000 euro startkapitaal nodig is, een neofiet geen twaalf profspelers hoeft te hebben en twee jaar de tijd krijgt om met andere vereisten in orde te raken) is een sprong naar eerste reglementair wel mogelijk, maar een geloofwaardig project kun je er volgens Gentvoorzitter Yannick De Clercq niet mee invullen. “Als je elk weekend op je donder krijgt, word je vlug een losersploeg. Fans en sponsors lopen daar niet warm voor. Wij hebben het ondervonden…”

“Een budget van een miljoen euro is sowieso het minimum”, vindt ook Antwerpvoorzitter Roger Roels. “En om echt competitief te zijn moet je dat de seizoenen erna met de helft opkrikken.” Philip Debaere, sportief manager van BC Oostende, en Danny Verhulst (Aalstar) nuanceren: “Door de dalende budgetten (zie laatste hoofdstuk, nvdr) is het sportieve niveauverschil tussen eerste en tweede fel verminderd: Gembo won in de beker al tegen Antwerp en Bergen, Houthalen kegelde zelfs Charleroi eruit. Bovendien word je met twee extra ‘kleine’ clubs ook minder vlug het enige zwakke broertje, aangezien die ploegen ook van elkaar zullen winnen.”

Kandidaat-stijgers

Patrick Wijns, voorzitter van de Basketball League Belgium, zocht en vond in november drie clubs uit tweede klasse die geïnteresseerd zijn in promotie: niet in Limburg – daar liggen de sponsors dezer dagen niet voor het oprapen -, maar wel Kangoeroes-Boom, Excelsior Brussels én opnieuw Dragons Gent. “Qua infrastructuur is Gent met zijn Tolhuis perfect in orde, en aangezien Kabo en Brussels over twee à drie jaar wellicht naar een nieuwe zaal in respectievelijk Willebroek en Vorst verhuizen, zouden zij op dat vlak dan ook aan alle voorwaarden voldoen”, aldus Wijns.

Blijft de vraag of die ploegen een groot genoeg budget kunnen samenrapen. Yannick De Clercq (Gent): “Wij onderhandelen met kandidaat-sponsors. Als zij toezeggen en wij kunnen naar anderhalf miljoen euro gaan, dan zetten wij weer de stap naar eerste. Ik heb goede hoop.” Ook Serge Crèvecoeur, sportleider van Excelsior Brussels, is op zoek naar een budget van ruim één miljoen euro. “Met minder doen we het niet. Zeker in een grootstad als Brussel moet je competitief zijn, anders komt er geen kat kijken. Onze slaagkansen? Fiftyfifty.” Luc Katra, voorzitter van Kabo, wil iets minder ver springen. “Als het nieuwe gemeentebestuur een nieuwe parketvloer wil betalen, ben ik ervan overtuigd dat we met zo’n 700.000 euro ons mannetje zullen staan, zelfs met slechts twee buitenlanders en voor de rest Belgische semiprofs. Het is vooral een kwestie van goed rekruteren.”

Ligavoorzitter Patrick Wijns besprak met de huidige eersteklassers al over hoe zij eventuele nieuwkomers kunnen helpen. “Een deel van de tv-rechten van Belgacom (zie kader, nvdr) moeten ze zeker afstaan, maar ze kunnen bijvoorbeeld ook jonge spelers uitlenen. En sowieso moeten de promovendi de garantie krijgen dat ze drie jaar in eerste kunnen spelen, zonder risico op degradatie.

“Daarna kunnen we weer een competitie met stijgers en dalers creëren. Op voorwaarde dat de vijftien huidige tweedeklassers ook een aangepaste licentieregeling volgen, met onder meer RSZ- en belastingverplichtingen. Daar is het nu een grote woestenij, zonder controle op zwart geld. Pas als we van die tweede afdeling een gestructureerde competitie maken, kunnen we onze eerste klasse opwaarderen en misschien twee competities van twaalf ploegen creëren.”

Geen struisvogels

Indien er geen twee bijkomende teams gevonden worden, dan willen verschillende eersteklassers over de landsgrenzen kijken. “Álles is beter dan de huidige situatie”, benadrukt Danny Verhulst (Aalstar). “Voor een competitie met Nederland staan echter weinig clubs te springen.”

Een interessantere optie is de zogenaamde Atlantic League. Op dezelfde leest geschoeid als de Adriatic League, waarin de beste ploegen uit de Balkan, naast de nationale competities, actief zijn, In de Atlantic League zouden teams uit (mogelijk) België, Engeland, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Portugal en Zwitserland de degens kruisen, maar verder dan informele gesprekken tussen de verschillende nationale Liga’s is die piste nog niet bewandeld. Ook de formule ligt nog verre van vast. “Op korte termijn zal dit nog niet van de grond komen”, zegt bondsvoorzitter Cyriel Coomans. “De Liga’s moeten eerst iemand aanduiden die zich intensief met dat project kan bezighouden. Maar of dat ook zal gebeuren?”

Roger Roels (Antwerp) is het idee genegen – “Confrontaties met Engelse, Franse en Duitse clubs zijn zeker aantrekkelijk” -, maar Philip Debaere (BC Oostende) stelt zich vragen. “Zitten ze daar in Duitsland en Frankrijk – twee hoogstaande competities -op te wachten? Plus: wat is voor ons de meerwaarde van matchen tegen Nederlandse, Portugese of Zwitserse ploegen, die sportief ons niveau niet halen en extra verplaatsingskosten opleveren?”

Meer Belgen

Over één zaak zijn de acht eersteklassers het voor volgend seizoen wel eens: elke ploeg moet dan zes ‘homegrownspelers’ (vier jaar in België opgeleid, ongeacht nationaliteit) op het wedstrijdblad hebben staan, één meer dan dit seizoen. Daardoor zal er nog plaats zijn voor ‘slechts’ zes buitenlanders, al behoren zij die voor juni 2013 een Belgisch paspoort bemachtigen ook tot de ‘homegrowncategorie’ – schrik dus niet als topclubs Oostende en Charleroi in zeven haasten nog een paar spelers naturaliseren.

Niettemin is de nieuwe regel cruciaal om de Belgische bloedarmoede aan te dikken. De voorbije tien jaar groeide de Ethias League immers uit tot de 51e staat van de VS, met vorig seizoen een verhouding Amerikanen/Belgen van 49 %/42 % (op een totaal van 108 spelers). Het gevolg van de steeds grotere macht van managers die coaches en spelers in één pakket aanbieden, en bovendien eisen dat hun discipelen minstens x minuten krijgen.

Omdat de clubs de voorbije zomer al op het verplichte aantal van zes homegrownspelers anticipeerden, is de balans (begin) dit seizoen voor het eerst sinds lang gekanteld: 43 % Amerikanen vs. 49 % Belgen, al zijn de buitenlanders wel nog in de meerderheid (51 %). Ligavoorzitter Wijns pleit zelfs al voor een uitbreiding van het nieuwe reglement. “In Rusland en Israël moeten twee eigen spelers de hele match óp het parket staan, om te vermijden dat jongeren als opvulsel op de bank blijven, wat je in België de laatste jaren te vaak zag.”

Dat bewijzen ook de cijfers van de lopende competitie: van de 72 spelers met een matchgemiddelde van meer dan 10 (op 40) minuten zijn er 23 écht Belg. Slechts een derde, maar al een pak beter dan de voorbije jaren. Vooral Luik (Bosco, Mukubu, Gillet, Iarochevitch), Pepinster (Moris, Moray, Maio, Baeri) en Antwerp (Moors, De Zeeuw, Driesen, Mwema) pakken uit met talent van eigen bodem.

Deels uit noodzaak, maar bij Luik en Antwerp ook een bewuste keuze. Roger Roels: “Al jaren zijn wij ervan overtuigd dat de aantrekkingskracht van landgenoten op de fans véél groter is dan van een zoveelste Amerikaan. Kijk naar het populaire veldrijden: daar mag een goeie buitenlander tussen rijden, maar alles draait rond vier, vijf Vlamingen.” Of hoe het vaderlandse basketbal een beetje cyclocross moet worden… Want de tijd dat de Belgische clubs met sterke Amerikanen Europees iets voorstelden, is ook voorbij: Oostende (2 op 5) en Charleroi (0 op 5) overleefden niet eens de poulefase van de Eurocup.

Voldoende talent

Enige dissidente stem in het Belgenverhaal: die van BC Oostende. Philip Debaere: “Begrijp me niet verkeerd: wij willen landgenoten zeker een kans geven en zijn absoluut voor een goede jeugdopleiding. Kijk maar naar onze basketschool waar we vanaf dit seizoen onze talenten permanent huisvesten in de nieuwe Lotto Basket Home (kostprijs 800.000 euro, waarvan 750.000 euro gesponsord door de Nationale Loterij, nvdr).

“Máár: wij zijn tegen een opgelegd aantal Belgen. Waar ga je er zestig vinden – tien ploegen maal zes – die goed genoeg zijn voor eerste klasse? Andere teams kunnen ermee leven dat de kwaliteit van de competitie achteruitgaat, maar wij niet. Ook in Europa willen we scoren. Door die regel en dus grotere vraag naar Belgen zal hun prijs ook kunstmatig opgeschroefd worden en volledig scheef groeien.”

Roger Roels (Antwerp) en Danny Verhulst (Aalstar) gaan niet akkoord: “In de jeugdcategorieën en in tweede is er genoeg talent, maar dat komt in de Ethias League niet aan de bak en kiest voor de veilige optie fulltimejob plus basket, al dan niet voor een deel in het zwart betaald. Een Domien Loubry, die in de beker 40 punten tegen Bergen scoorde, kan toch perfect mee in eerste? Zo lopen er nog veel rond, maar je moet ze ook wíllen vinden en vooral een échte kans geven.

“Zelfs als dat in het eerste jaar een sportieve niveauverlaging van de hoogste klasse inhoudt, dan kom je er als sport, competitie en product op halflange termijn toch sterker uit. Hoe meer de Belgische jeugd minuten krijgt, hoe groter de instroom en hoe hoger het niveau, wat ook de nationale ploeg ten goede zal komen. Maar dan moet elke club zich wel intensief bezighouden met jeugdopleiding, en dat is nog niet het geval.”

Kaasschaaf

Sowieso zullen de Belgische clubs de tering naar de nering moeten zetten, want de economische crisis en dalende toeschouwersaantallen noopten hen de laatste jaren tot fikse besparingen (zie kader budget, nvdr). Bij de Waalse teams is de tijd van de (vaak duistere) subsidiestromen vanuit de stad/overheid ook voorbij – niet toevallig moeten vooral Luik en Pepinster vechten om het hoofd boven water te houden. Bij Charleroi verlegt grote man Eric Somme bovendien steeds meer zijn focus en geld naar de Franse tweedeklasser Antibes.

Ook bij BC Oostende moest men, in iets mindere mate, de laatste jaren de kaasschaaf bovenhalen en onder meer de spelerslonen inkrimpen. General coordinator Marijke Schaepelinck: “Onze belangrijkste sponsors hebben hun bijdrage verminderd. Daarnaast is ook de hype van onze nieuwe zaal (de Sleuyter Arena die begin 2006 opende, nvdr) over. In de eerste twee jaar wou íédereen erbij zijn – ook omdat het sportief goed draaide, met landstitels in 2006 en 2007.

“Een paar mindere seizoenen (in 2008 vroeg uitgeschakeld in de play-offs, in 2009 niet geplaatst, nvdr) bleken echter nefast voor de publieke belangstelling. De abonnementen zijn slechts lichtjes gedaald, maar als de losse verkoop nu 10.000 euro oplevert, zijn we al blij. In de topjaren was dat nog bijna het dubbele…”

Ook Aalstar en Antwerp zagen hoe bedrijven de hand op de knip hielden, maar konden als enige eersteklasseclubs de laatste jaren hun budget wel (lichtjes) verhogen. Danny Verhulst: “Onze naamsponsor Generali schroefde na vorig seizoen zijn steun met de helft terug, maar bestaande én nieuwe geldschieters hebben dat gat gedicht. Toch moet je daar dag na dag mee bezig zijn, zoals wij ook veel nevenactiviteiten organiseren – van fuiven tot een optreden van Natalia – om de clubkas te spijzen. Vele kleintjes maken één grote, hé.”

Een tactiek die ze in Antwerp ook toepassen. “Om de dalende sponsorbedragen op te vangen hebben we onze vijver vergroot, maar dat is inderdaad keihard werken. En eventuele tekorten hebben bestuursleden op het einde weer opgevuld”, zegt Roger Roels. “Gelukkig kunnen we ook, als een van de weinige clubs, op trouwe én nieuwe supporters rekenen, want de laatste drie jaar is onze ticket- en abonnementenverkoop telkens met tien procent gegroeid. Het basket leeft in Antwerpen. Dat zag je ook toen we een paar keer van de Lotto Arena naar het Sportpaleis verhuisden en voor 14.000 fans speelden, al mochten die wel gratis binnen.”

Ook in Aalst zien ze, ondanks alle hierboven aangehaalde problemen, de basketkoorts niet dalen. “We hebben nog altijd een wachtlijst voor een abonnement”, aldus Danny Verhulst. “Hopelijk kunnen we, zoals het stadsbestuur beloofd heeft, in 2015 verhuizen naar een nieuwe zaal met 4000 plaatsen – 1500 meer dan in ons huidige Forum. Dán pas zullen we ons budget significant kunnen doen stijgen. Zeker als de Belgische competitie, met tien teams en vooral meer Belgen, aantrekkelijker wordt. Laat ons hopen…”

DOOR JONAS CRETEUR – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Nog één of twee seizoenen met acht is niet langer haalbaar”, benadrukt een manager van een Belgische eersteklasseclub. “Dan zakken we liever naar tweede.”

“Wij zijn tegen een opgelegd aantal Belgen. Waar ga je er zestig vinden – tien ploegen maal zes – die goed genoeg zijn voor eerste klasse?”

De tijd dat de Belgische clubs met sterke Amerikanen Europees iets voorstelden, is voorbij.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content