De tien rijkste (ex-)voorzitters van de eersteklasse-clubs. Waar komt hun geld vandaan en wat zoeken ze in het voetbal?

Roger Vanden Stock de rentenier {Anderlecht}

Roger Vanden Stock gaat door het leven als een gepensioneerde en gepassioneerde rentenier. Het fortuin van zijn familie is afkomstig uit de brouwerijactiviteiten die werden opgestart door zijn grootvader Philémon. Zijn vader Constant zette het merk Belle-Vue, dat zich specialiseerde in het brouwen van kriek en geuze, helemaal op de kaart. Midden jaren 70 was Belle-Vue zelfs goed voor 80 % van de totale Belgische markt in die nichebieren. De brouwerij realiseerde toen een omzet van 1,5 miljard Belgische frank (37,5 miljoen euro) en boekte een nettowinst van om en bij de 90 miljoen frank (2,25 miljoen euro). Op dat ogenblik nam de Leuvense brouwerij Artois een belang van 43 % in het bedrijf, dat geleidelijk helemaal in handen kwam van het latere InBev. Welke prijs voor die opeenvolgende aandelenovernames werd betaald, blijft een goed bewaard geheim in het paars-witte huis.

Roger Vanden Stock schraapt jaarlijks een budget van 35 à 40 miljoen euro bij elkaar, waarvan 48 % wordt gebruikt om de spelerslonen te betalen. Hij is voorzitter geworden in 1997 en sinds 2003 is de club zelfbedruipend. Globaal genomen zorgen een viertal posten elk voor een kwart van de inkomsten: (1) tickets en abonnementen; (2) sponsoring; (3) televisierechten en de fanshop; (4) catering en business-to-businessactiviteiten. Met dat laatste pionierde Anderlecht in ons land. Er worden 39 loges verhuurd tegen 35.000 euro per jaar en 1600 business seats tegen 2500 euro per jaar.

Het jongste zakelijke project is de verandering van juridisch statuut. Met de omvorming van vzw naar nv wil voorzitter Vanden Stock het kapitaal van de club voor 49 % openstellen, zodat rijke Belgische families vers kapitaal zouden kunnen injecteren. Maar het nv-project sleept al enkele jaren aan omdat Anderlecht er moeilijk in slaagt een ruling los te krijgen bij het ministerie van financiën zonder al te veel belastingen te moeten betalen.

Dominique Leone de Siciliaan {Bergen}

Dominique Leone staat aan het hoofd van de Bergense holding SGI ( Société de gestion industrielle), actief in metaal, vuurvaste materialen en vastgoed. De businessconstellatie waarin Dominique Leone 13 mandaten heeft, is een kluwen van bedrijfjes. De overkoepelende holding is gevestigd in Bernissart en is goed voor een jaaromzet van zo’n 60 miljoen euro. Vóór april 2004 lag de globale omzet van de bedrijfjes van Leone nog een derde hoger, maar toen verkocht hij zijn belangen in de milieusector. De opbrengst van die verkoop gebruikte hij om spelers aan te trekken voor Bergen.

Leone, geboren in Sicilië, kwam met zijn ouders naar België en zette op zijn vijftiende al een punt achter zijn studies. In 1980 richt hij het bedrijf Fusiman Construction op, dat later wordt omgedoopt tot Fusiref, en zich specialiseert in het herstel en het onderhoud van industriële ovens. Dankzij grote onderhoudscontracten, onder meer bij de fabrieken Boël in La Louvière, boert het bedrijf behoorlijk goed. Drie jaar later houdt een partner die gespecialiseerd is in industriële schoonmaak het voor bekeken, en Leone richt onder de naam Fusiman Industrial Cleaning zelf een bedrijf op in die niche. In 1989 verkoopt hij het aan Sita, dat ondertussen wordt gecontroleerd door de Britse groep Shanks. Onlangs besliste Leone om 30 miljoen euro te investeren in de stad Bergen voor de bouw van 300 nieuwe woningen, waaronder tien eengezinswoningen in de buurt van het station.

Sinds hij in 2001 voorzitter werd, heeft hij naar eigen zeggen enorm veel eigen centen in de club gestopt om de financiële putten te dempen. “Ik investeer grote bedragen, maar ik bekijk dat op lange termijn”, pleegt hij aan te geven. Hij liet wel al verstaan dat de rood-witten tegen 2011 zelfbedruipend zouden moeten zijn. In afwachting daarvan werkt Bergen met een budget van 6,5 miljoen euro, een cijfer dat 35 % hoger ligt dan in het seizoen 2006-2007.

Abbas Bayat de waterman {Charleroi}

De zakelijke carrière van Abbas Bayat, de flamboyante voorzitter van Sporting Charleroi, begint in de jaren 80 als hij in de Verenigde Staten een import- en consultancybedrijf opricht. Eind 1987 sticht de Iraans-Amerikaanse zakenman een aparte vennootschap om de hand te kunnen leggen op het Limburgse fruitsapbedrijf Looza. In zes jaar tijd slaagt hij erin om de omzet bij dit bedrijf te doen stijgen van 500 miljoen frank (12,5 miljoen euro) naar 3 miljard frank (75 miljoen euro). Hij maakt van die sterke cijfers gebruik om het bedrijf te verkopen aan Dole, dat het één jaar later zal doorverkopen aan Seagram.

In 1997 koopt Bayat Chaudfontaine Monopole over van Interbrew. Via de ondertussen opgerichte holding Chaudfontaine Distribution neemt hij eind 1998 de Britse producent van mineraal-water Ben Shaws over, evenals Sunnyland België en Frankrijk. Maar ondanks forse investeringen in het productieapparaat lukt het dit keer niet om zakelijke successen te boeken omdat een degelijk distributienetwerk ontbreekt. Bayat slaagt er echter in de onderneming te verkopen aan Coca-Cola. Vandaag heeft de voorzitter van Charleroi nog vijf mandaten, en is hij via Duke Distribution en Sunnyland Distribution nog altijd eigenaar van de merken Sunland (fruitsap), Duke (water), Lim’Oh (limonade), Parasol (limonade) en Aquaforce (sportdrank). Tijdens het laatste boekjaar boekten beide bedrijven samen een omzet van 43 miljoen euro en een verlies van 1,2 miljoen euro.

Op de vraag wat er een zakenman met sterke antennes in de Verenigde Staten toe bewoog om in een Belgische voetbalclub te investeren, antwoordde Bayat altijd laconiek: “Zeker niet om geld te verdienen, dat is wel duidelijk.” Toch is het zo dat Sporting Charleroi, dat omgevormd is tot een naamloze vennootschap, de jongste twee jaar winstgevend is. Vorig jaar boekte de club een omzet van 9 miljoen euro en een nettowinst van 1,6 miljoen euro. Een en ander stelt Bayat in staat om te zeggen dat “louter financieel gesproken Charleroi de gezondste club van België is.”

Frans Schotte de boekhandelaar {Cercle Brugge}

Frans Schotte werd in 1947 geboren in het West-Vlaamse Lendelede. Hij behaalde aan de KULeuven een diploma in sociologie en vervolgens managementdiploma’s aan de Vlerick Management School en aan de businessschool INSEAD in Fontainebleau. De zich altijd discreet opstellende voorzitter van Cercle Brugge staat al bijna 25 jaar aan het hoofd van de keten Standaard Boekhandel, in Vlaanderen een van de iconen van de boekendistributie. Terwijl de keten in 1984 nog maar 20 winkels had, zijn er dat ondertussen 125 geworden. Frans Schotte zorgde er op die manier voor dat 90 % van de Vlamingen een Standaard Boekhandel vindt op minder dan 10 kilometer van zijn woonplaats. Een derde van de boeken die in Vlaanderen over de toonbank gaan, doet in de winkels van Schotte de kassa rinkelen. Een en ander is goed voor een omzet van 147 miljoen euro en een nettowinst van 10 miljoen euro.

In 2004 verkocht Frans Schotte zijn blokkeringsminderheid van 15 % aan de Zuid-Nederlandse Uitgeverij voor een bedrag dat niet bekend werd gemaakt, maar dat ongetwijfeld voor meer dan één generatie zijn familie een mooi appeltje voor de dorst bezorgt. Schotte is bovendien ook bestuurder bij de holding Verihold, de overkoepelende structuur boven de winkelketen Veritas en de grootste leverancier ervan Veriac. De jongste vijf jaar stegen de verkoopcijfers bij die keten met 40 % en de bedrijfswinst klom van 500.000 tot 1,5 miljoen euro.

Frans Schotte gebruikt de vennootschap Schotte Management als vehikel voor het uitvoeren van zijn verschillende mandaten. Parallel daarmee is hij ook voorzitter van de Gouden Uil, de belangrijkste literaire prijs in Vlaanderen. Op dat mandaat is de nodige kritiek gerezen omdat een van de belangrijkste sponsors van deze prijs Standaard Boekhandel is, zodat de winkelketen meer dan een graantje meepikt van de media-aandacht die de prijs teweegbrengt. Schotte kwam in 2000 in de beheerraad van Cercle Brugge als financieel verantwoordelijke. In 2002 volgde hij advocaat Paul Ducheyne op als voorzitter. Zijn huidig mandaat loopt dit jaar af.

Luciano D’Onofrio de duistere {Standard}

Luciano D’Onofrio gaat in 1998 in op de vraag van het duo Duchêne-Lesman om nieuwe investeerders te zoeken die Standard uit de financiële afgrond kunnen trekken. Hij neemt contact op met de vennootschap Eric Soccer van zijn vriend Robert Louis-Dreyfus. Die zal meer dan 25 miljoen euro investeren in de redding van de oude Luikse club. Het gerucht gaat dat ook Luciano D’Onofrio zelf vijf miljoen euro op tafel zou hebben gelegd voor de overname van de club met stamnummer 16. Toch is hij officieel slechts vicevoorzitter van de raad van bestuur, aangezien de voorzittershamer wordt gehanteerd door de discrete Zwitserse hoteleigenaar Reto Stiffler.

Over wat Luciano D’Onofrio juist bezit, hangt een grote mistige sluier. Bovendien is er ook de smet van zijn problemen met het gerecht. Zo bevestigde het Franse Hof van Cassatie onlangs de straf die in oktober 2007 werd uitgesproken door het Hof van Beroep in Aix-en-Provence en die D’Onofrio omwille van frauduleuze transfers bij Marseille tussen 1997 en 1999 veroordeelt tot zes maanden gevangenisstraf (18 maanden met uitstel), een boete van 200.000 euro en een verbod voor 2 jaar om zich in Frankrijk met voetbalactiviteiten in te laten.

Daarnaast voert rechter Philippe Richard sinds enkele jaren een onderzoek naar mogelijke witwassing van geld in het kader van de bedrijfsvoering bij Standard. In juni 2008 werd bezwarend beslag gelegd op vier gebouwen in Luik en Ans, die eigendom zijn van het bedrijf Alunga Anstalt. Dat is een onderneming naar Liechtensteins recht, waarvan de economische begunstigde… Luciano D’Onofrio is, terwijl het beheer in handen is van de Zwitserse bedrijfsrevisor Maurizio Delmenico, die tot in 2005 ook beheerder was bij Standard. Opmerkelijk is ook dat Alunga Anstalt gedomicilieerd is bij Henri Lafosse, de vroegere revisor van Standard. Op de bezittingen van dit duistere bedrijf, zijnde de vier miljoen euro die Robert-Louis Dreyfus in 1998-1999 in Standard inbracht, is dus bezwarend beslag gelegd. De logische vraag is nu of Alunga Anstalt bij de transfers van spelers van Standard dezelfde rol heeft gespeeld als eertijds de vennootschap International Administration Management bij de transfers van spelers van Olympique Marseille, namelijk een doorgeefluik voor de betaling en ontvangst van com-missies die het daglicht niet mogen zien.

Jos Verhaegen de hobbyist {Germinal Beerschot}

Jos Verhaegen, die vorige week zijn plaats in de voorzittersstoel van Germinal Beerschot afstond aan waarnemend voorzitter Herman Kesters, is een ondernemer pur sang. In 1964 richtte hij op amper 23-jarige leeftijd het bedrijf Vimmo op, dat gespecialiseerd is in keukens, verwarming en sanitaire installaties. De onderneming profiteert volop van de golden sixties en groeit heel snel. In 1969 stampt Verhaegen samen met zijn broer Albert en zijn vriend René Snelders het bouwbedrijf Versnel uit de grond, dat eveneens goed draait. Het trio stapt in 1976 in het voetbal en slaagt erin om Germinal Ekeren van derde provinciale naar eerste klasse te loodsen en er zelfs Europees voetbal mee af te dwingen. In 2003 neemt Jos Verhaegen, nadat hij als minderheids-aandeelhouder gedurende een drietal jaar wat meer op de achtergrond vertoefde, het voorzitterschap van Germinal Beerschot weer in handen. Dat gaat samen met de overname van het belang van 72,5 % dat Ajax tot dan toe aanhield in de Antwerpse fusieclub.

Als men Verhaegen vraagt hoeveel hij al in het voetbal heeft geïnvesteerd, zegt hij dat hij vooral veel tijd en energie in het voetbal heeft gestoken. “Voor een hobby moet je nu eenmaal wat over hebben”, verklaart hij filosofisch.

De bedrijven Vimmo en Versnel bestaan trouwens nog altijd. Het eerste wordt geleid door Jos Verhaegen zelf, samen met zijn schoonzoon Gunther Hofmans, de vroegere spelverdeler van Germinal Ekeren. Het boekte vorig jaar een omzet van bijna 2,5 miljoen euro, terwijl Versnel, waarin de twee zonen van Verhaegen actief zijn, onder leiding van René Snelders in 2007 een omzet haalde van 24 miljoen euro. Daarnaast is Jos Verhaegen ook beheerder van de vennootschap Verbrouw. In de raad van bestuur van Germinal Beerschot, dat dit seizoen net zoals vorig seizoen draait op een budget van 9 miljoen euro, vinden we overigens ook de naam terug van Roderick Duchâtelet, de zoon van de rijke Vlaamse zakenman en politicus Roland Duchâtelet, die voorzitter is van Sint-Truiden.

Ivan De Witte de netwerker {AA Gent}

Ivan De Witte wordt beschouwd als een van de goeroes van de Belgische rekruteringssector. Samen met zijn vennoot Maarten Morel richt hij in 1983 als afgestudeerde psycholoog de vennootschap De Witte & Morel op. Die wordt later eerst verkocht aan het consultancybedrijf Ernst & Young en daarna aan de Amerikaanse groep Hudson. De groep draagt ondertussen ook die naam en boekte vorig jaar een omzet van 33,7 miljoen euro. Ivan De Witte leidt het bedrijf nog altijd zelf in goede banen, ook al gaf hij al herhaaldelijk te kennen dat hij graag wat meer afstand wil nemen, en enkel nog de raad van bestuur wil voorzitten. Het voetbal slorpt immers enorm veel tijd op. In 1988 trad hij toe tot de raad van bestuur van AA Gent om “commerciële contacten” te leggen en in 1999 werd hij voorzitter van de Buffalo’s. Sinds 2007 is hij ook voorzitter van de Profliga. Als grote pleitbezorger van de professionalisering van het Belgische voetbal vindt Ivan De Witte het geen goede zaak dat clubs vaak afhankelijk zijn van de financiële mogelijkheden van één persoon. Hij is weliswaar tevreden dat hij erin geslaagd is van Gent opnieuw een gezonde club te maken nadat de club in 1999 met een schuld van 22 miljoen euro aan de rand van de afgrond stond, maar hij is niet te beroerd om toe te geven dat al de tijd die hij in het voetbal heeft gestoken ook een impact had op zijn familiaal leven en op zijn gezondheid.

Als echte netwerker kent Ivan De Witte zowat iedereen in de Vlaamse economie en zeker in Gent. Ook in de politiek heeft hij goede contacten. Vandaar allicht dat in Gent de eerste steen van het nieuwe stadion al is gelegd, terwijl de dossiers rond de bouw van nieuwe stadions in Brussel, Antwerpen en Luik nog altijd niet echt van de grond gekomen zijn. Op te merken valt ook dat het budget van AA Gent verhoogd is van 8 miljoen euro in 2007-2008 tot 11,5 miljoen euro in 2008-2009.

Jos Vaessen de industrieel {RC Genk}

Jos Vaessen is ongetwijfeld een van de rijkste voetbalbonzen van het land. Hij verdiende heel wat aan de verkoop van het radiatorenbedrijf Vasco dat hij in het begin van de jaren 70 oprichtte en in 1998 verkocht aan de Amerikaanse groep Masco Corporation. Hij had daar echter zoveel spijt van dat hij op 30 april van dit jaar, profiterend van de lage dollarkoers, Vasco en alle verwarmingsactiviteiten van Masco terugkocht voor een bedrag van 155 miljoen dollar. Ondertussen had hij ook vijf andere ondernemingen (E-Max, LMP, Kreon, Vektron en Zan-Zenon) overgenomen, die een gezamenlijke omzet boeken van 350 miljoen euro. Vaessen maakte ook al bekend dat hij overweegt om in zonne-energie te investeren.

Tien jaar geleden had hij zelfs het idee om het toen in moeilijkheden verkerende Standard over te nemen. Sinds de tumultueuze transfer van Steven Defour van Genk naar Standard, leeft Vaessen op voet van oorlog met Luciano D’Onofrio. Het was trouwens na de transfer van Defour dat Vaesen besliste om niet langer voorzitter te blijven van Genk, een functie die hij sinds 2001 uitoefende. Hij verheugde er zich toen over dat hij weer “100 % industrieel” zou worden en schreeuwde van de daken dat “het voetbalmilieu helemaal verrot is”.

Dat belet echter niet dat hij, als voorzitter van de raad van bestuur, bij Genk nog altijd een rol speelt. “Vroeger spendeerde ik zeven tot acht uur per dag aan de club, terwijl dat nu nog slechts anderhalf uur is.” Naar eigen zeggen heeft hij bijna 10 miljoen euro in de Limburgse club gepompt en daarvan zo’n 80 % gerecupereerd. Hij vindt het een goede ontwikkeling dat de Cristal Arena een echte ontmoetingsplaats is geworden voor zakenmensen. “Om de twee weken komen 3000 zakenmensen er lekker eten en professioneel netwerken.”

Als zijn ploeg heeft gewonnen, leeft hij enkele dagen op een wolk en dat geeft hem de nodige energie om alle problemen van het zakenleven aan te kunnen. Het budget van Racing Genk is gestegen van 18 miljoen euro in 2007-2008 tot 19 miljoen euro in 2008-2009.

Philippe Dufermont de Spanjaard {Moeskroen}

Philippe Dufermont is kinesist van opleiding. In 1985 verhuist hij naar Spanje, waar hij een bedrijf opricht dat zich spe-cialiseert in verlichting en interieurinrichting. In maart 2007 wordt hij voorzitter van Moeskroen, waar hij meteen de vraag krijgt om een schuld van vier miljoen euro weg te gommen. In juli 2008 laat hij het voorzitterschap echter over aan zijn neef Jean-Pierre, naar eigen zeggen om meer met zijn bedrijven bezig te kunnen zijn. Moeskroen verkeert al enkele jaren in een zeer broze financiële situatie – op een gegeven ogenblik was er zelfs sprake van investeerders uit Kazachstan – en is sterk afhankelijk van de goede wil van Philippe Dufermont, die over zijn passage in het voetbal al enkele opmerkelijke uitspraken deed. “Ik vraag me soms af wat ik hier ben komen zoeken, maar die gedachten verdwijnen snel. Ik zal altijd de financiële tekorten aanzuiveren, maar ik zou wel willen dat men ermee ophoudt om alleen op mij te rekenen. Excelsior heeft me al 5 miljoen euro gekost en ik weet dat ik dat geld niet zal terugzien. In juni 2009 maken we de balans op. Zijn de resultaten goed, dan heb ik goed gewerkt, en dan blijf ik in de club investeren. Als het sportief echter niet draait, zal ik moeten concluderen dat ik niet competent ben. En dan heb ik in het voetbalmilieu niets te zoeken.”

Vooraleer hij de club begon te leiden had Dufermont in het centrum van Moeskroen voor een bedrag van 600.000 euro het vroegere gebouw van de Sarma overgekocht van de stad. Het probleem is echter dat hij het volledige bedrag al betaalde bij het ondertekenen van het compromis en dat het geld meteen werd doorgesluisd naar de rekening van Excelsior Moeskroen, zodat Dufermont wellicht nog eens die som op tafel moet leggen als hij het gebouw wil. Voor de oppositie in het stadsbestuur was de bizarre transactie alvast een aanleiding om nog maar eens de “herhaalde vreemde praktijken” aan te klagen tussen de stad en de club. Moeskroen werkt dit seizoen met een budget van 8,5 miljoen euro.

Roger Lambrecht de bandenkoning {Lokeren}

Als er één club is in het Belgische voetbal die zijn lot omzeggens volledig in handen van zijn voorzitter heeft gelegd, dan is het Lokeren. In 1995 vegeteert de club onderdaan in tweede klasse en is er een schuldenlast van zowat een miljoen euro als Roger Lambrecht zich bij een tiental investeerders voegt om de club weer vlot te trekken. Maar al snel neemt hij de teugels volledig zelf in handen. Sommigen noemen hem zelfs een dictator. Daar staat tegenover dat hij al verschillende miljoenen euro in de club pompte. Lambrecht heeft last van zijn hart, maar hij wil wel nog minstens drie jaar voorzitter blijven. In zijn bandenbedrijf zwaait hij ook nog altijd de scepter, hoewel zijn zoons daar stilaan de leiding overnemen. Roger Lambrecht is al heel zijn leven bezeten van voetbal.

Zijn professionele carrière begon hij bij Michelin, waar hij het reilen en zeilen van de bandensector erg goed leerde kennen. Zo goed zelfs dat hij midden de jaren 60 zelf banden begon te verkopen en geleidelijk aan een keten uitbouwde van gespecialiseerde servicecentra voor de uitrusting en het onderhoud van wagens. Die keten, die herdoopt werd tot Q-Team, zette de jongste jaren zijn sterke ontwikkeling voort. Q-Team draait een jaarlijkse omzet van 110 tot 120 miljoen euro. De voorzitter van Lokeren is voorts ook nog gedelegeerd bestuurder van het ontspanningsbedrijf Euro African Consultancy, van het consultancybedrijf Lambefimmo, van het marktonderzoeks- en opiniepeilingsbureau Andrimo, van groothandel in auto-onderdelen Lambemar, en van LottoCenter II, een vennootschap die kansspelen organiseert.

Roger Lambrecht staat erom bekend nooit een blad voor de mond te nemen en is een fervente voorstander van de regionalisering van het Belgische voetbal. Hij heeft ook de droom nog niet opgegeven om in het Waasland één grote club te maken middels de fusie van Lokeren, Beveren en Sint-Niklaas. Volgens hem zou zo’n club kunnen werken met een budget van 12 miljoen euro en altijd voor 12 .000 toeschouwers kunnen spelen, terwijl het budget van Lokeren, dit seizoen om en bij de 7 miljoen euro bedraagt. S

door valéry halloy, mathieu van overstraeten en pierre bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content