Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Net als op Euro 2000 worden tijdens het WK in Japan en Zuid-Korea de scheidsrechters en hun assistenten begeleid door een Belgisch team. Werner Helsen verwacht topprestaties.

“Een leugen,” zegt Helsen, “want het was een Polar-hartslagmeter. Die móest hij dragen van mij. Meestal verkiest zo’n scheidsrechter dan ook nog zijn eigen gewone uurwerk te dragen, wat ik begrijp. Maar wat wilde die journalist eigenlijk insinueren ? Als je begint te twijfelen aan de integriteit van de scheidsrechters, kan je de boeken beter sluiten en gaan vissen. Elke scheidsrechter weet dat hij fouten maakt. De bedoeling van een professionele begeleiding is precies de kans op fouten te beperken.”

Voor die begeleiding van ’s werelds beste arbiters is Werner Helsen, professor trainings- en bewegingsleer aan de KU Leuven, mee verantwoordelijk. In 1999 engageerde de Uefa hem voor het eerst als coach van haar toppers. Voor Euro 2000 stelde Helsen een zeskoppige equipe samen, waarmee hij de zestien hoofdscheidsrechters en evenveel assistenten met raad en daad bijstond tijdens het toernooi. Zo groot was de lof achteraf, dat nu ook de Fifa de Belg in de arm nam. Het WK in Japan en Zuid-Korea wordt na Euro 2000 het tweede grote toernooi waarop de arbiters, als vormden ze een zeventiende team, hetzelfde hotel – in dit geval twee : één in Tokyo, één in Seoel – als uitvalsbasis zullen hebben.

In maart trokken ze alle tweeënzeventig, waarvan de helft assistent-scheidsrechters, op vierdaagse stage naar Seoel. Ze ondergingen er fysieke en medische testen en kregen er instructies over hoe met name het veinzen van overtredingen (de Schwalbe) strenger bestraft moet worden. Voor Helsen was het, na eerder in juni 2001 tijdens de Confederations Cup, de tweede keer dat hij ze allemaal samen had op de WK-locatie. Waren de Europeanen al vertrouwd met de collectieve trainingen, voor de anderen vielen er nieuwe richtlijnen op te rapen.

“Op de Confederations Cup hadden we vastgesteld dat er vooral in de looplijnen verschillen zijn”, haalt Helsen aan. “In Europa worden de scheidsrechters strikt gehouden aan een diagonaal, terwijl ze in Zuid-Amerika vooral centraal tussen de twee rechthoeken lopen. Dat heeft te maken met de verschillende manieren van spelen. Het Europese voetbal is van een hogere intensiteit dan het Latijns-Amerikaanse samba-voetbal. De Fifa vraagt diagonale looplijnen, en daar zijn mijn trainingen ook op gebaseerd. Gebleken is dat ze de scheidsrechters in de beste positie brengen ten opzichte van de bal. Loop je rechtdoor, dan bevind je je altijd achter de speler in balbezit en heb je minder kans om in de juiste hoek te lopen. Behalve voor goed positiespel zorgt de diagonale looplijn ook voor de beste communicatie met de assistenten.”

erken in Fifa-verband, zegt Werner Helsen, is complexer dan bij de Uefa. Al was het maar omdat de taal- en cultuurverschillen in een groep met 58 nationaliteiten, afkomstig van de zes continenten, groter zijn. Zelf volgde hij een snelcursus Spaans om ook de vierde voertaal van de Fifa – naast Engels, Frans en Duits – enigszins onder de knie te krijgen.

In Azië zal Helsen net als tijdens Euro 2000 werken in een team van zes man : hijzelf, een assistent, een sportdokter, en drie kinesisten van wie er één een in relaxatietechnieken gespecialiseerde sofroloog is. Van de diensten van die laatste is op het EK weinig gebruik gemaakt, “omdat de arbitrale prestaties zo goed waren”. Want, zo weet Helsen, nooit eerder lag het globale evaluatiecijfer zo hoog. Alleen de Slovaak Igor Sramka was bijna rijp voor mentaal oplapwerk. Sramka was de lijnrechter die in de halve finale Frankrijk-Portugal een handsbal van Abel Xavier signaleerde in de zestien meter, wat de Fransen een betwiste strafschop opleverde. Helsen : “Hij was nogal down van de kritiek, tot hij op de video in het hotel zag dat hij het bij het rechte eind had.”

De fysieke preparatie, aldus Helsen, staat dan ook in dienst van het uiteindelijk doel : het nemen van juiste beslissingen. Ook beslissingstrainingen moeten daartoe bijdragen. “Tot nog toe is er veel gewerkt met videoclips. De Fifa – en dat is nieuw, want door de Uefa nog niet gedaan – wil daar nu méér mee doen. In Leuven hebben we software ontwikkeld, die toelaat spelsituaties en oefeningen op cd te zetten. Daar hebben we een heel krachtige computer voor, die videobanden digitaliseert. Bij het afspelen zet hij ze automatisch op schijf.

“We proberen nu een Fifa-website te creëren, waar scheidsrechters op kunnen inloggen en via een menu kiezen uit buitenspel, tackles of simulaties, waarna ze een aantal situaties te zien krijgen. Elke scheidsrechter heeft alvast zo’n dvd opgestuurd gekregen, waarmee hij thuis aan de slag kan. Hij krijgt, bijvoorbeeld, twintig spelsituaties op zijn pc te zien, die hij één na één moet beoordelen. Nadat hij zijn score heeft gekregen, komen de situaties nog eens terug : met zijn antwoorden, de juiste antwoorden én het waarom.

“Het voordeel in vergelijking met een gewone video is dat je geen tijd verliest met door- of terugspoelen. Dit is heel interactief, gaat bijzonder snel. Tussen de Fifa en de KU Leuven bestaat er een onderzoekscontract om hier ook voor het volgende WK mee te werken. Zo proberen we meer uniformiteit in de beslissingen te krijgen. Wat helemààl nieuw is, is dat men dezelfde werkwijze gaat gebruiken om de ernst van blessures te leren inschatten.”

at we ook gaan doen,” vervolgt Helsen, “is beelden van gedigitaliseerde videoclips bevriezen en de arbiter vragen : waar gaat de bal naartoe ? Op topniveau zien we dat scheidsrechters het spel heel goed lezen. Voor de bal gespeeld wordt, verplaatsen ze zich al in de richting waar hij naartoe zal gaan. Dus is het heel belangrijk dat wij ook het positie-kiezen behandelen.

“Scheidsrechters moeten dus iets van tactiek kennen. In Italië krijgen ze op vrijdag beelden te zien van de ploegen die ze dat weekend fluiten. Zodat Collina het bijvoorbeeld weet als een ploeg veel met een lange inworp werkt. In de laatste week voor Euro 2000 had de Engelsman Graham Poll een gemeenschappelijke training met de nationale ploeg van zijn land. Hij gaf de spelers op het veld uitleg over de nieuwe richtlijnen, en zelf werd hij door de coaches geïnstrueerd over tactische evoluties in het topvoetbal.”

In zijn kleine kantoor aan het Sportkot in Leuven wijst Werner Helsen naar de muur. “Je ziet het daar hangen : betekent beter zien ook beter sporten ? Je hebt zien en inzien. De gezichtscherpte, het perifeer zicht, dat is de carosserie, de hardware. Die draagt niet bij tot betere beslissingen. Het belangrijkste is het inzien : het lezen van het spel, het inschatten van overtredingen. Dat trainen we met clips op basis van echt gespeelde wedstrijden.

“In elk WK-stadion zal minstens één camera uitsluitend voor de scheidsrechter bedoeld zijn. Enkele WK-stadions hebben een rail van de ene naar de andere tribune, waaraan hij in het midden boven de middencirkel zal hangen – zoals in de Amsterdam Arena. Met dat ene shot heb je op elk moment een overzicht van heel het speelveld, zonder te moeten in- en uitzoomen. Op die manier kunnen we alle verplaatsingen van de scheidsrechters in kaart brengen, niet alleen qua afstand, maar ook qua snelheid en versnellingen. Met die gegevens kunnen we dan weer onze trainingsprogramma’s verfijnen. Tegelijk worden er ook videobanden gemaakt met interessante incidenten, die nadien gebruikt worden voor beslissingstrainingen.

“Voor de scheidsrechters is het belangrijk dus dat ze al die camera’s rond het veld beschouwen als een bondgenoot, en niet als een Big Brother die hen bespiedt en al hun fouten vastlegt. Gelukkig doen ze dat meestal ook. Want er is maar één realiteit : die van het veld. Ook een camera is altijd afhankelijk van haar opstelling.

“Op geregelde tijdstippen tijdens het WK zullen er persconferenties zijn, waarop we op basis van videobeelden beslissingen zullen toelichten. Op dat vlak zal de lijn van Euro 2000 worden doorgetrokken en zal er heel open worden omgaan met de pers. De tijd dat de scheidsrechters in hun ivoren toren blijven zitten, is voorbij. Wie respect wil, heeft geen baat bij management by fear, wel bij management by communication.”

et neemt behoorlijk wat van zijn tijd in beslag, het begeleiden van de internationale topreferees. Daarom is het de bedoeling, zegt Werner Helsen, om tot een Europees netwerk van coaches te komen, die elk in hun federatie alles naar beneden laten doorsijpelen. “Ik gaf zopas nog clinics in Noorwegen en Slovenië, maar mijn hoofdjob blijft toch hier aan de universiteit. Gelukkig valt er veel op te lossen via het internet.”

Langs die weg wisselen hij en de arbiters ook de resultaten van de hartslagmeters en de individuele trainingsprogramma’s uit. Die zijn heus niet van de poes. Sinds Euro 2000 bleek uit wedstrijden in de Champions League dat bij de scheidsrechters de inspanningen aan hoge intensiteit alweer zijn toegenomen. “We zitten nu precies aan een verdubbeling in vergelijking met eind de jaren tachtig. Vandaar dat het accent nog nadrukkelijker op hoge intensiteit, snelheid en coördinatie is komen te liggen.”

Lopen is voor een arbiter ook nooit zomaar lopen, wil Helsen maar eens gezegd zien. “Vaak moet hij ondertussen ook gebaren maken. Heel vervelend, want normaal loop je in gekruiste coördinatie om je evenwicht te bewaren. Een scheidsrechter loopt ook met een fluitje, velen zelfs in de mond – terwijl je met dat fluitje in de hand tijd kunt kopen, omdat je dan noodgedwongen één à twee seconden minder snel reageert.

“Vooral de krachttraining zal in de toekomst verder uitgewerkt worden. Die moet een scheidsrechter helpen om tijdens het lopen zijn profiel te behouden. Want we hebben gezien dat een verbeterde loopstijl ook voor hen belangrijk is. Niet alleen om blessures te vermijden, maar ook bij het draaien. Daarom hebben we nu al coördinatietrainingen ingevoerd. Werk genoeg dus nog.”

Werner Helsen heeft alle vertrouwen in de arbitrale prestaties op het nakende WK. “In Azië zullen de beste 72 scheidsrechters van de wereld in actie komen. Na elke wedstrijd krijgen ze punten. Begaat er één een fafoule, dan mag hij naar huis ! Daar zijn voorbeelden van. Op Euro 2000 was er een lijnrechter die een fout in de rechthoek beoordeelde als zijnde erbuiten. Hij mocht vertrekken. Wij doen al het mogelijke om die mensen in de best mogelijke omstandigheden aan de aftrap te brengen. Van dan af zijn het topsporters, dan moeten ze presteren. En doen ze dat niet, dan is het gedaan.”

door Jan Hauspie,

“Scheidsrechters zijn topsporters, het is presteren of vertrekken !”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content