De ‘cheaters’ werden eruit gegooid en in hun plaats kwamen er ’team workers’. Aanvoerder Ivica Dragutinovic verklaart de wederopstanding van Standard en bekent : ‘Samen met Moreira heb ik vaak naar de Champions League gekeken.’

Op Canal+ stak Georges Leekens vóór de winterstop zijn bewondering voor Ivica Dragutinovic niet weg. “Een van de beste verdedigers die er momenteel in België rondloopt”, zei de Moeskroentrainer. “Buiten het veld een minzame, rustige en beleefde jongen. Maar op het terrein een blok graniet, een winnaar die door zijn mentaliteit de rest van de ploeg meesleept naar een hoger niveau. Zo heb ik ze graag.”

Met Almani Moreira Da Silva en Emile Mpenza vormde de Servische international de laatste maanden de motor van het herrezen Standard. Dragutinovic bond de strijd aan met de vedettecultus die gedurende jaren de sfeer verpestte op Sclessin (“Die slangen moeten er uit”), hij blijkt de ideale woordvoerder te zijn naar de pers en de fanatieke aanhang, hij is de vertrouwensman van het triumviraat Luciano D’OnofrioPierre FrançoisMichel Preud’homme, en hij bepaalt mee de temperatuur in de kleedkamer. Als bewaker van de nieuwe wind, man die overdreven optimisme en euforie aan banden wil leggen, spreekt hij vooral realistische taal. Wat niet wegneemt dat ook hij hoopt op Champions Leaguevoetbal volgend seizoen. Want ambitieus, dat is Ivica Dragutinovic natuurlijk wel, al weet hij niet altijd goed hoe dat te verwoorden.

Een monoloog.

Dragutinovic : “We zijn met een tevreden gevoel de winterstop ingegaan. Er wordt weer op een positieve manier over Standard gesproken. Met Beveren brachten we kennelijk het attractiefste voetbal van eerste klasse. Dat doet veel deugd, zeker na de laatste jaren van kommer en kwel. We spelen en denken almaar meer als team. Daarom verheugt het mij ook dat we veel doelkansen creëren en het minst aantal tegendoelpunten incasseerden tijdens de heenronde. Het wijst er allemaal op dat er stilaan weer een blok staat. Iedereen komt weer met plezier naar de training.

“Ook de puzzel past beter in mekaar : de sportieve hiaten zijn door het bestuur vrij snel opgevuld. Roberto Bisconti is de ideale balveroveraar op het middenveld. Doordat hij het vuile werk opknapt, kunnen Moreira en Emile offensiever denken en meer gebruik maken van hun creativiteit en snelheid. Individuele kwaliteiten hebben we genoeg, alleen moet je die krachten bundelen en voor elkaar durven te werken. Stilaan begint elke speler te beseffen dat hij voor een topclub voetbalt. Dan moet je ook weten dat elke positie dubbel bezet is en dat je niet moet morren als je eens op de bank terechtkomt. Heb je Alexandros Kaklamanos, Sambegou Bangoura, Aliyu Datti of Jurgen Cavens daar al horen over klagen ? Het betekent dat zij de juiste professionele instelling hebben. In plaats van hun onvrede te uiten in de pers, steken ze een tandje bij op training en proberen ze de trainer daar van zijn ongelijk te overtuigen. Dat vind ik een positieve evolutie.

“Vorig seizoen beschikten we over slechts twaalf fitte spelers. Nu kunnen we – dankzij de financiële inspanningen van het bestuur – terugvallen op een kern van achttien toppers. Zoveel had Club Brugge er vorig seizoen nodig om kampioen te worden. Let op voor Danny Boffin, die gaat straks brokken maken. Hij mag dan al 38 zijn, hij blijft razend ambitieus. Bovendien is Danny een collectief denkende speler, iemand die ons niveau met zijn snelheid en technische bagage naar omhoog kan brengen.”

“Het klopt dat we het tegen kleinere teams nog moeilijk hebben. Het is hun goed recht dat ze achteraan alles dichtgooien, een muur optrekken en niet willen voetballen. Voor mij is dat het bewijs dat het respect voor Standard stilaan terugkeert. Wij krijgen dan het initiatief opgedrongen en daar hadden we het lange tijd knap lastig mee. Vandaar dat we punten verloren tegen La Louvière, Cercle Brugge, Heusden-Zolder en in de beker werden uitgeschakeld door Cercle Brugge.

“In de terugronde zullen we ook van die ploegen winnen. Waarom ? Omdat we almaar meer kunnen terugvallen op automatismen en de spelers elkaar beter aanvoelen. Let maar op, Standard zal de komende maanden niet alleen België, maar ook Europa nog verbazen. Meer kan ik daar niet over kwijt, want de trainer heeft ons verboden om in het publiek over de Champions League te praten. Een verstandige beslissing, want anders dreigen we ons weer aan grootspraak te bezondigen. We hopen alleen dat we de kloof met RC Genk en Club Brugge zo groot mogelijk kunnen houden.

“Daartoe moeten we de opbouw van achteruit nog beter verzorgen, het veld breed houden en door veel beweging gebruik maken van de ruimtes die ontstaan op de flanken. En dan is het aan Mumlek, Boffin of Walasiak om met goede crosses onze kopbalsterke spitsen te bereiken. Meestal liepen we nog te veel met de bal en forceerden we ons spel door met lange ballen – ook om risico’s te mijden – te proberen de spitsen te bereiken. Op training werken we daar aan. We simuleren vaak een spel waarbij de tegenstander ons opvangt op de eigen helft. Dan zijn we wel verplicht om onze creativiteit aan te spreken, de balcirculatie te verhogen en constructief naar oplossingen te zoeken. Het verhoogt ook onze concentratie. We moeten nog iets geduldiger leren zijn en meer gebruik maken van de afvallende bal, als bijvoorbeeld Kaklamanos of Bangoura doorkoppen of afleggen.”

“Vorig jaar duurde het meer dan twee maanden voor ik mijn contract verlengde tot 2006. Een bewuste strategie. Ik wil absoluut het maximum uit mijn loopbaan halen en doe dat graag bij een club met dezelfde ambities als ik. Standard is een Belgische topclub, die het aan zijn stand verplicht is om elk jaar in de eerste drie te eindigen. Daarom vroeg ik deze keer niet alleen sportieve, maar ook persoonlijke garanties.

“Weet je, ik ben een doordrijver, ik krijg graag mijn zin. De aanwervingen die werden gedaan – Bangoura, Bisconti, Kaklamanos, Mpenza, Mumlek en Gonzalo Sorondo – stemden me tevreden. Bovendien namen we afscheid van enkele cheaters, jongens die alleen maar aan zichzelf dachten. Nee, namen hoef ik daarbij niet te vermelden. Die achterhaal je zelf ook wel. Nu beschikken we over een kern van team workers. Iedereen probeert positief te denken en gedraagt zich zo natuurlijk mogelijk. Geen maskers en jaloersheid meer. De cinema is voorbij.

“Ik kreeg ook veel meer verantwoordelijkheid. Dat schrikt me niet af, ik ga ze niet uit de weg. Toen ik die penalty miste tegen Heusden-Zolder, had ik er geen probleem mee mijn fout toe te geven. You know, that’s part of the game. Nu vergader ik bijna wekelijks met mister Luciano, Pierre François en Michel Preud’homme over de politiek van de club. Kapitein zijn van de ploeg, vind ik een job op zich. In Joegoslavië leerde ik dat van Dejan Stankovic en Predrag Mijatovic. Twee iconen, maar ook jongens die werkten aan de sfeer en de motivatie in een groep. Mijn taak bestond er dus uit om de sfeer in de kleedkamer te verbeteren, mijn winnaarsmentaliteit op de anderen over te brengen en te fungeren als verbindingsschakel met het bestuur. Alles begint en eindigt met wederzijds respect en discipline. Ik hoorde dat Papy Kimoto bij Lokeren de boetes opstapelde : wel, hier hebben we daar nog geen last van gehad. Zegt dat niet genoeg ?

“Geregeld gaan we samen eten met de hele groep. Dat bewijst dat we allemaal het beste willen voor Standard. Daarom dus is het belangrijk ook op zulke details te focussen. Als er problemen zijn, kan ik ze alleen maar aangeven. De directie moet er dan maar namen op plakken, eventueel corrigeren en waar nodig maatregelen treffen. Op dit moment is dat echter niet nodig. We zitten allemaal op dezelfde golflengte en de solidariteit is groot.”

“Moreira en Mpenza zullen ontploffen in de terugronde. Nu zitten ze nog maar aan zeventig procent van hun mogelijkheden. Maar ze zijn allebei helemaal open gebloeid. Moreira is hier een van mijn beste vrienden geworden, met hem trek ik ook buiten het voetbal veel op. We hebben vaak samen naar de Champions League gekeken en alles goed bestudeerd (lacht). Hij is nu vice-aanvoerder en ook voor hem was dat een belangrijke stap. Nu heeft hij ook een verantwoordelijkheid te dragen en dat zie je aan hem op het veld. Hij kijkt op geen inspanning en doet er alles aan om te winnen. Prachtig !

“Ik spreek ook veel met Emile. Hij is erg gedreven bezig, een echte professional die ook op zichzelf hard werkt aan zijn definitieve terugkeer. Het typeert hem dat hij zelf nog lang niet tevreden is met het niveau dat hij al haalde. Het gebeurt dat hij een uur voor de training al in de fitnesszaal is terug te vinden. Dat vind ik knap. Hij komt weer met de glimlach naar de training, wat niet meer het geval was bij Schalke 04, zoals hij me vertelde. Hij is ook niet meer de schuchtere jongen van bij zijn terugkeer. Hij is hier snel opgenomen in een vriendengroep en dat heeft hij bijzonder geapprecieerd. Ja, dit is het nieuwe Standard ! We are working on a familiar feeling.”

door Frédéric Vanheule

‘Let maar op, Standard zal niet alleen België, maar ook Europa nog verbazen.’

‘Het nieuwe Standard is één grote vriendengroep.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content