‘Het is eigenlijk een vorm van schilderen.’ Marius Mitu legt zijn subtielste acties uit. ‘Sommigen vinden dat ik het te mooi wil doen, maar het streven naar schoonheid is nu eenmaal sterker dan mezelf.’

Van de 35 doelpunten die Lierse dit seizoen maakte, droegen er liefst twintig de stempel van spelverdeler Marius Mitu. Zes keer scoorde hij zelf, de andere veertien treffers leidde hij in met een assist. Sinds hij in België belandde, in de loop van het jaar 1995, heeft de Belgische Roemeen zich nog nooit zo scherp geprofileerd als tijdens deze campagne. Vorig seizoen, bijvoorbeeld, stonden er vijf doelpunten en vier assists op zijn rekening – minder dan de helft van zijn huidige saldo en het seizoen is maar even voorbij halfweg.

“Die gunstige statistieken”, zegt Mitu, “zijn een rechtstreeks gevolg van mijn nieuwe rol op het veld. Sinds ik in België ben, en zeker vorig seizoen, werd ik overwegend als verdedigende middenvelder uitgespeeld. Maar dit seizoen schoof trainer Paul Put me naar voren en boog me om tot een offensieve middenvelder. Ik opereer nu als werkelijke steun van onze aanvallers. Dat is de positie die ik ook bij de jeugdploegen van Steaua Boekarest bezette. Hier, in het Belgisch voetbal, zie je weinig mensen in een soortgelijke rol. Alleen Runar Kristinsson bij Lokeren en Pär Zetterberg bij Anderlecht functioneren als een authentiek nummer tien.”

Net zoals de Zweed bij Anderlecht blinkt Mitu uit bij stilstaande fasen. Zo neemt hij bij Lierse ook de strafschoppen voor zijn rekening. Drie stuks dit seizoen en evenveel keer met positief resultaat : tegen Beveren, FC Brussels en Oostende. Aan de kust deed hij het met een zogenaamde Panenka – naar de Tsjechische speler die in de finale van het EK van 1976 de Duitse doelman Sepp Maier met zo een stiftertje verschalkte. Mitu kopieerde het tegen Oostende : doelman naar een hoek gestuurd en vervolgens de bal in het midden van het doel gelepeld.

“We stonden 0-2 voor en ik kon me dat fantasietje dus wel veroorloven”, aldus Mitu. “Op training had ik het al vaak uitgevoerd, maar ik had de truc nog niet tijdens een match gebruikt. Nu het ook in een officiële context is meegevallen, sluit ik niet uit dat ik het nog eens probeer in belangrijkere omstandigheden. Je moet er natuurlijk wel het goede moment voor uitkiezen. Je riskeert altijd om er volkomen belachelijk uit te voorschijn te komen. Zoals Mickaël Landreau, de doelman van Nantes. Die pakte ermee uit in de finale van de Ligabeker tegen Sochaux, toen ze aan de strafschopreeksen bezig waren. Het mislukte waardoor Landreau zijn ploeg in de nederlaag stortte. Dat is om door de grond te zakken, denk ik.”

Mitu heeft blijkbaar een patent op briljante doelpunten. Tegen Bergen, op de vijfde speeldag, maakte hij twee goals die in de bloemlezing van de betere doelpunten horen : een vluchtschot dat tegen het net sloeg en een lob vanop achttien meter die doelman Kris Van de Putte aan de grond nagelde. Van magische makelij was ook zijn treffer tegen Anderlecht, al was dat voor Lierse niet meer dan een troostprijs aangezien het in Brussel met 5-1 werd geklopt.

“In alle bescheidenheid, ik denk dat al mijn doelpunten van dit seizoen wel kunnen worden ingelijst”, vindt Mitu. “Sommigen verwijten me dat ik het dikwijls te mooi wil doen. De kunst om de kunst, begrijp je wel. Maar het is sterker dan mezelf. Ik werd bij Steaua Boekarest opgeleid door Ludovic Satmareanu. Die man predikt de cultus van het mooie gebaar en dat zie je aan elke voetballer die bij hem is gepasseerd. Voorbeelden ? Gheorge Hagi is door hem gekneed, Alin Stoica ook. Allemaal mooie voetballers. Stoica legt misschien te veel de nadruk op het mooie en verwaarloost daardoor andere aspecten van het voetbal, wat zonder twijfel zijn mislukking in België verklaart. Want arabesken ogen mooi, maar ze moeten uiteraard ook wel renderen.”

Over het rendement van de arabesken van Mitu hoor je alvast niemand mopperen. Weinig voetballers in het Belgische kampioenschap verstaan zoals hij de kunst om een medespeler alleen voor het doel af te zonderen. Met een splijtende voorzet, een subtiel tikje, de voorraad is uitgestrekt. Iemand ‘in het straatje sturen’, het is de specialiteit van Mitu geworden. Met woorden op papier valt deze gave moeilijk uit te leggen. Je hebt er bijna bewegende beelden op televisie voor nodig – beelden die je dan kunt stopzetten om het briljante van een actie, en het doorzicht waarvan de actie getuigt, te kunnen demonstreren.

Andere mooie gebaren van Mitu laten zich makkelijker ontleden. De hoofdbetrokkene zorgt zelf voor de analyse.

door Bruno Govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content