De derde macht

© belgaimage

Bayern München hoort weer bij de grote jongens. Een analyse over hoe de Duitse topclub erin slaagde zich weer op te richten na de Robbery-jaren.

Zeven jaar hebben ze in Beieren op dit moment gewacht. Zo lang is het al geleden, van in 2013, dat FC Bayern top was in Europa. Op de linkerflank van het aanvalstrio bekroont Franck Ribéry dat jaar een fantastisch seizoen waarmee hij ook op het podium belandt van de Gouden Bal. Aan de overzijde terroriseert Arjen Robben met zijn linkervoet vanaf de rechterkant, naar binnen komend, de verdedigingen. Niemand heeft iets in te brengen tegen de armada van Jupp Heynckes. Robben en Ribéry mogen voorin flitsen en acties maken, achter hen staat een stevig blok met een goed gevuld paar longen, met een organisatie aangestuurd door Philipp Lahm en Bastian Schweinsteiger.

Een jaar geleden hing Robben de schoenen aan de haak. Definitief, leek het, tot hij zich onlangs liet overhalen tot een romantische terugkeer naar FC Groningen, de club waar hij als prof zijn eerste voetbalstappen had gezet. Ribéry koos dan weer voor een avontuur in Italië, waar hij bij Fiorentina ups en downs afwisselde. Daarmee leek een overgangsperiode ingezet. Want het waren niet de aanvallende versterkingen van vorige zomer, met name het huren van Ivan Perisic en Philippe Coutinho, die een topseizoen op Europees niveau aankondigden.

Bayern mag dan mooie complimenten krijgen omwille van zijn solide beheer van de financies, in tegenstelling tot pakweg PSG dat in die periode zwaar investeerde om Neymar en Kylian Mbappé aan zijn sterrenteam toe te voegen, zijn transferpolitiek was sinds de triple van 2013 lang van voorbeeldig en niet bepaald een mooi voorbeeld van planning. Van de tien duurste aankopen van de afgelopen zeven jaar stond er zondagavond slechts één aan de aftrap. Niet Lucas Hernández (80 miljoen), evenmin de Fransen Corentin Tolisso (42 miljoen) of Benjamin Pavard (35 miljoen), maar de nummer tien van dat lijstje: Thiago Alcántara (25 miljoen), die meekwam in het zog van Pep Guardiola.

Müller

Thiago oder nichts, was wat de Catalaanse coach vroeg tijdens de zomervoorbereiding in de Italiaanse Dolomieten, waar hij zijn eerste weken bij Bayern afwerkte. Dat bleek een goed idee, elke euro van de investering waard. Na zeven jaar groeide de Braziliaan uit tot een van de beste middenvelders op de Europese velden. Vandaag is Thiago 29, even oud als Xavi Hernández in 2009, en een jaar jonger dan Luka Modric in 2016, de spelbepalers van de andere tenoren in de Champions League het afgelopen decennium.

Al ruim tien jaar is de meest prestigieuze Europese beker in handen van de drie groten: vier voor Real, drie voor Barcelona en nu de tweede voor Bayern. Samen zijn ze goed voor negen van de laatste twaalf zeges. Tussen Bayerns twee CL-trofeeën werd de Duitse Rekordmeister zes keer naeen uitgeschakeld, telkens ergens tussen de achtste en de halve finales. Vijf keer mocht de ploeg die Bayern elimineerde uiteindelijk de beker omhoogsteken. Alleen Atlético Madrid slaagde daar niet in. Het moest in 2016 in de finale na strafschoppen de duimen leggen tegen stadsgenoot Real.

Niet dat Bayern helemaal is weggeweest van de top. In eigen land vierde het dit jaar zijn achtste opeenvolgende titel. De blijvende honger wordt het best geïncarneerd door Thomas Müller, die nog altijd elke goal viert alsof het zijn allereerste is. Müller leek even naar het achterplan verdwenen, maar klopte dit seizoen het assistrecord van Kevin De Bruyne met Wolfsburg . De comeback kid trok in zijn prestatiezog nog een paar ploegmaats mee die nog geen jaar geleden afgeschreven leken: Jérôme Boateng en vooral doelman Manuel Neuer, die toont dat hij nog altijd een van de beste keepers ter wereld is.

Machine

Maar het zijn niet allemaal oudgedienden die met de eer gaan lopen. Bayern heeft zichzelf ook ten dele vernieuwd. David Alaba was er al langer, maar hij kende als centrale verdediger een topseizoen. Voorheen speelde hij ook al eens op links, maar daar staat nu een ander fenomeen, een soort reïncarnatie van Alaba tien jaar geleden: de Canadees Alphonso Davies. Centraal geeft de sterke Leon Goretzka het signaal om hoog druk te zetten, één van de dada’s van de nieuwe trainer, Hansi Flick, goed voor een reeks van 30 matchen zonder nederlaag (29 zeges en één gelijkspel) sinds 7 december.

Ook het scorend vermogen van Bayern is indrukwekkend, met 159 doelpunten alle competities inbegrepen. Dat is zelfs 8 meer dan in dat fameuze Duitse recordseizoen 2012/13. Daarvoor kon Bayern niet alleen rekenen op doelpuntenmachine Robert Lewandowski maar ook op het onwaarschijnlijke traject van Serge Gnabry. Die was dit seizoen goed voor liefst 23 goals en 14 assists, vijf jaar nadat Tony Pulis hem onvoldoende vond voor West Bromwich Albion.

Het huidige Bayern is een mix van een paar goeie zaakjes (Lewandowski haalde het gratis), jonge en krachtige lopers op de flanken en een stevige as, op zijn Duits. Dat geldt bijvoorbeeld voor Joshua Kimmich, die in de zomer van 2014 opgemerkt werd door Pep Guardiola en scoutingsverantwoordelijke Michael Reschke. Op de terugweg van een wedstrijd in de eerste ronde van de Duitse beker tussen Leipzig en Paderborn belde die, nog voor hij de auto instapte en de motor startte, enthousiast zijn assistent: ‘Die Kimmich is een machine.’ Een jaar later voetbalde Joshua in de Allianz Arena, waar hij zowel als centraal verdediger, rechtsachter en verdedigende middenvelder uit de voeten kan. Een man met de brains van Philip Lahm en de rechtervoet van David Beckham. Kimmich lijkt al een meubelstuk bij Bayern, maar hij is nog altijd maar 25 jaar. En hij kostte amper 8,5 miljoen euro.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content