Spanje moet het op het EK zonder Xavi en Xabi Alonso doen, maar is daarom niet van plan de bal zomaar af te geven.

Op het einde van zijn inspanning, maar niet buiten adem, heeft Sergio Ramos nog net voldoende overzicht om de bal boven een machteloos grabbelende Thomas Sørensen te duwen. Het gebeurt in Aarhus, op 13 oktober 2007, wanneer de toenmalige rechtsback van La Roja een opeenvolging van 28 passes afrondt voor wat zal onthouden worden als de geboorte van het Spaanse tikitaka. Het begin van een mooi en lang verhaal, een van overwinningen en prijzen. En dat allemaal op een uitgemeten flamencoritme, de muziek die sfeermaker Ramos heeft gekozen om de kleedkamer van Spanje op te vrolijken tijdens het EK 2008 in Zwitserland en Oostenrijk. De flamenco, de muzikale belichaming van de Spaanse ziel, heeft zijn eigen vocabularium. Om de muziek te omschrijven waarop de dansers hun perfect getimede passes uitvoeren, gebruikt men de uitdrukking ‘el toque’.

Zes jaar lang leggen de Spaanse voetballers aan de bal hun ritme op. Tot de muziek stopt, wanneer in het Braziliaanse Salvador de Bahia Robin van Persie de wetten van de zwaartekracht overstijgt, en wanneer Arjen Robben sneller loopt met de bal dan anderen zonder. Het zijn de Nederlanders die het einde inleiden van de internationale successen van David Villa, Xabi Alonso en vooral Xavi.Het einde ook van een Spaans tijdperk. ‘Xavi vervangen is niet moeilijk. Het is onmogelijk’, zegt Santi Cazorla, kandidaat-middenvelder voor La Roja, voor hij geblesseerd uitvalt. Angel Cappa, voormalige Argentijnse trainer die nu analist is, bevestigt: ‘Je kan geen vervanger voor Xavi vinden, gewoon omdat er geen bestaat. Er is zelfs geen speler die op hem lijkt.’

GEEN SHORTCUTS

De ex-spelmaker van Barcelona is de verpersoonlijking van dominant voetbal. Zijn rijk begint wanneer Luis Aragonés de selectie in handen neemt. ‘Met Luis zijn we een revolutie begonnen. Wij hebben de furie om de bal te bezitten ingevoerd.’ Toch wint het Spanje van Aragonés Euro 2008 met een percentage balbezit dat zelden de 50 procent overstijgt, ook tegen tegenstanders die zelf de bal liever niet hebben. In de finale is het zelfs het gespierde Duitsland van Per Mertesacker en Michael Ballack dat het meest in balbezit is, tegen Spanje waar Xavi als een soort linksbinnen speelt op het middenveld. Een positie waarop zijn passes niet controlerend zijn, maar diep gaan. Xavi speelt er verticaal zoals nooit tevoren of erna, een machine die de ene dieptepass na de andere verstuurt, waar de aanvallers gretig achteraan gaan. Toch aarzelt Aragonés niet om Xavi na een uur naar de kant te roepen en hem te vervangen. Hij kiest voor een nog verticalere aanpak, met Cesc Fàbregas,op een moment dat Spanje nog niet gescoord heeft. De toque is dan wel ontstaan in 2007 in Denemarken, maar de helden van Spanje op dat EK 2008 zijn aanvallers: David Villa en Fernando Torres.

Hun rijk is uit wanneer Vicente Del Bosque bondscoach wordt. Dankzij zijn goals houdt El Guaje het wat langer uit dan Torres, die snel naar de bank verhuist. Del Bosque kiest voor een ander soort voetbal. Om het met de woorden van Xavi te zeggen: ‘Vicente zegt me altijd dat voetbal gespeeld zou moeten worden met elf middenvelders. Dat was een zin die ik ook al gehoord had van Pep Guardiola.’ Del Bosque is zich bewust van het unieke voordeel dat de Spaanse centrale as van het Barça van Pep inhoudt, en maakt van balbezit het nieuwe dogma van La Roja. Het volstaat niet langer de bal te hebben, hij moet gekoesterd en bewaard worden. Dus zet ‘VDB’ voor zijn verdediging een centraal duo, Sergio Busquets en Xabi Alonso. De eerste geeft toe: ‘Als ik een bal verlies, creëer ik een probleem voor de ploeg. Dus komt het er vooral op aan hem niet te verliezen.’ De tweede houdt het erbij dat ‘het belangrijkste is om zo weinig mogelijk fouten te maken.’

Spanje voelt zich zo zeker van zijn meesterschap dat het als het ware op eigen houtje de spelregels verandert. Het raakt aan de etymologie van het voetbal door ervoor te zorgen dat het maken van een goal niet langer het voornaamste doel is. Deze ploeg speelt om de bal niet te verliezen. En omdat een aanvaller per definitie een speler is die risico’s neemt om de netten te kunnen laten trillen, besluit Del Bosque om die onzekere factor in zijn uitgebalanceerde falanx te vervangen door Cesc Fàbregas die voorin geplaatst wordt. Met die 4-6-0-opstelling bevestigt Spanje in 2012 met een tweede opeenvolgende EK-titel dat het Europese top is. Het is een eindpunt van een bijna absurde evolutie die Iker Casillas na de WK-finale 2010 zal doen zeggen: ‘De goal van Iniesta kwam er na een snelle actie. Ik dacht dat die nergens toe zou leiden, omdat we helemaal uit de organisatie liepen.’ Trapte Spanje op het EK 2008 slechts om de 33 passes op doel, dan heeft het vier jaar later 58 baltoetsen nodig voor één doelpoging. Andrés Iniesta probeert dat te verklaren: ‘Wat voor mij telt, is niet het doelpunt, het eindpunt, maar de weg die je neemt die daartoe leidt.’ Kortom, La Roja houdt niet van shortcuts.

GEEN CHOLISMO

Bij aankomst op het WK 2014 in Brazilië is Spanje nog altijd favoriet, maar het verliest met twee van zijn middenvelders ook zijn waardemeters. In een vriendschappelijke interland eind 2014 tegen het Duitsland dat sterk beïnvloedt is door het Bayern van Guardiola heeft La Roja zelfs niet langer het meeste balbezit. Dat gebeurt voor het eerst in zes jaar, sinds de finale van het EK 2008. De te volgen lijn lijkt verdwenen. Om zichzelf opnieuw uit te vinden heeft de natie nood aan de diepgang die ze onderweg verloren heeft, omdat ze vergeten is dat voetbal ook met aanvallers gespeeld wordt. ‘Met al die heisa over balbezit heeft men afstand genomen van de matadores die van nature minder de bal vasthouden’, omschrijft Atléticotrainer Diego Simeone het Spaanse voetbalprobleem. In het land is de nummer negen een ras dat met uitsterven bedreigd is, in die mate dat men Diego Costa naturaliseert om een oplossing te vinden. Alleen paste de anarchie van de van oorsprong Braziliaanse spits nooit bij de toque waar La Roja nog steeds bij zweert. ‘Costa met La Roja, dat is als een gast die verloren loopt in een huis dat hij niet kent’, aldus Angel Cappa. ‘Het is een speler voor Simeone of voor Mourinho, hij wint door strijd, duels, maar niet door zijn voetbalkwaliteiten.’

De bondscoach had kunnen toegeven aan stemmen uit een deel van het land, en de deuren van de vestiaire van de nationale ploeg openzetten voor het cholismo. Met Koke, Juanfran, Diego Costa, Saúl Ñíguez, Gabi en Fernando Torres had het Spanje anno 2016 zich kunnen enten op de automatismen van Atlético. Maar de bondscoach met de indrukwekkende snor verkoos naar de stemmen uit zijn kleedkamer te luisteren, die in elk interview benadrukken dat er met de toque niet gesold wordt. ‘Wat ons groot gemaakt heeft, is een idee en een stijl. Als je de weg gevonden hebt, is het beter daar niet meer van af te wijken’, vindt Iniesta. Gerard Piqué vult aan: ‘Iedereen wil graag voetballen zoals Spanje, maar bij ons wil men dat we van stijl veranderen. Ongelofelijk toch?’

Vicente Del Bosque gaat de strijd met de tenoren uit zijn team niet aan. Verticaal voetbal, belichaamd in het oproepen van Aritz Aduriz en Lucas Vázquez blijft voor Spanje een plan B. Maar voor de eerste keer sinds hij aan de macht is, is het werk van deze bondscoach niet beperkt tot het schrijven van elf namen op het bord. De stukken bewegen niet meer vanzelf. Een scan van het Spaanse elftal brengt vier kwalen aan het licht: te weinig doelpunten, niet genoeg dribbels, onvoldoende snelheid en niet genoeg controle. De medicatie zijn de namen die voorkomen bij de 23 geselecteerden, een lijst die gecontesteerd wordt door de afwezigheid van Saúl maar vooral ook Isco. Omdat hij zich niet meer kan baseren op de selectie van Barça (vijf geselecteerden) of van Real (amper twee spelers) om een elftal op te stellen, moet Del Bosque nu zelf een team samenstellen. De nieuwe La Roja wordt gerekruteerd van Turijn over Vigo naar Villarreal en Londen, maar houdt nog steeds het liefst de bal aan de voet.

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Iedereen wil graag voetballen zoals Spanje, maar bij ons wil men dat we van stijl veranderen. Ongelofelijk toch?’ – GERARD PIQUÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content