Met een mager 1-1-gelijkspel in Griekenland trapte België vorige week woensdag zijn nieuwe campagne op gang. Met het oog op het WK 2014 in Brazilië richt Sport/Voetbalmagazine het vizier eens op de nieuwe generatie Rode Duivels.

Ziehier vijftien toekomstige juweeltjes.

Alles om het te maken’

Jos Beckx (keeperstrainer Sint-Truiden): “Ik vind het altijd moeilijk om uitspraken te doen over jonge keepers. Je weet niet hoeveel progressie ze gaan maken en welke kansen ze gaan krijgen. Maar dat Koen Casteels enorm getalenteerd is, is nooit een geheim geweest. Sinds zijn 14e is hij niet meer weg te slaan uit de nationale jeugdelftallen. Toen ik hem bij de jeugd van Racing Genk trainde, had hij al alles om het te maken: uitstraling, een goeie mentaliteit, uitstekend met de voeten en altijd rustig. Hij is gewoonweg niet uit zijn lood te slaan, net als Thibaut Courtois. Zoiets kan je niet aanleren, dat hebben alleen de groten. Er waren wel werkpunten, maar niets onoverkomelijks. Ik hoor dat hij bij Hoffenheim opnieuw heel goed bezig is. Laat hem nog even rijpen en vanaf volgend seizoen hebben SimonMignolet en Courtois er een concurrent bij. Hoe het komt dat er zo veel goede keepers uit Limburg komen? Dat zal wel aan de opleiding liggen zeker?” (lacht)

‘Trainen met Rooney’

Vader Dirk Vermijl: ” Marnick speelde bij Standard toen de interesse vanuit Manchester kwam. Ze vonden hem vooral interessant om zijn aanvallende kwaliteiten: hij infiltreert heel goed en pikt regelmatig een goaltje mee. Ik heb uitvoerig met hem gepraat over de voor- en vooral de nadelen, maar hij was niet te houden. Hij zei dat hij desnoods naar ginder zou zwemmen. (lacht) United is altijd zijn droomclub geweest en nu traint hij elke dag met Rooney, Giggs en Nani. Pas op, hij heeft ook harde noten te kraken gehad. Zijn eerste week al raakte hij geblesseerd en was hij meteen anderhalve maand out. Ondertussen loopt het goed: hij speelt elke week met de reserves. Je kan het niveau van die reservecompetitie vergelijken met de middenmoot in België, maar het spel is een pak ruwer. Voorlopig is een uitleenbeurt niet aan de orde, al is de concurrentie als toekomstige flankverdediger natuurlijk niet min met de Braziliaanse tweelingbroers Fábio en Rafael.”

‘Op alle vlakken hoogbegaafd’

Jean Kindermans (hoofd jeugdopleidingen Anderlecht): “Bij Dennis Praet kan je je afvragen wat hij niet kan. Hij is tweevoetig, snel en wendbaar en heeft een goede trap in huis. Zijn bijzonderste gave is echter zijn spelintelligentie. Hij weet perfect waar zijn ploegmaats lopen en kan zelfs door een bos van spelers nog dieptepasses versturen. Zijn verdedigende kwaliteiten zijn het meest onderschat. Zelfs zonder in duel te gaan recupereert hij redelijk wat ballen. Opnieuw het gevolg van zijn intelligentie: hij schat perfect in wat zijn tegenstanders van plan zijn. Dat betekent niet dat hij de nieuwe Lucas Biglia wordt, daarvoor is zijn aanvallend potentieel te groot. Achter de spitsen komt hij het best tot zijn recht, eventueel kan hij ook op de flank spelen. De enige vrees die ik heb, is dat een rugblessure blijft opspelen. Hij heeft daar een tijdje last van gehad en werkt nu preventieve oefeningen af. Mij doet hij denken aan een voormalige prins van het Astridpark: Pär Zetterberg.”

‘Leepste van de klas’

Etienne De Wispelaere (trainer bij de beloften van AA Gent): “Bij de jeugd heeft Benito Raman altijd een paar reeksen hoger gespeeld. In de eerste plaats omdat hij er de kwaliteiten voor had, maar ook omdat hij zich anders snel verveelde. Als hij niet op de toppen van zijn tenen moet lopen, heeft hij de neiging om buiten de lijntjes te kleuren. Benito is ook een echte winnaar en dat ging soms ten koste van zijn samenspel. Sinds hij bij de A-kern zit, is hij mentaal enorm geëvolueerd. Vroeger werd hij nerveus als hij een paar minuten niet aan de bal kwam, nu leert hij zijn momenten af te wachten. Zijn scorend vermogen is zijn grootste troef, gekoppeld aan zijn natuurlijke explosiviteit. Hij is bovendien een heel lepe speler, die vaak met een handigheidje voorbij zijn verdediger raakt. In de 4-3-3 van Trond Sollied is hij door zijn snelheid op elke aanvallende positie inzetbaar. Al zal zijn kopspel als centrumspits wel nog beter moeten. Eén ding is zeker: scoren zal hij sowieso.”

‘Groeien in de luwte’

Sven Jacques (hoofd jeugdopleidingen Cercle): ” ArneNaudts is ons opgevallen toen hij er bij de U14 van Deinze dertig in legde. Zijn kwaliteiten zijn nog steeds dezelfde als toen: hij is een grote spits die vlot scoort. Links, rechts of met het hoofd, dat maakt allemaal weinig uit. Voor zijn lengte is hij behoorlijk snel, dus kan hij eventueel ook als flankaanvaller uit de voeten, maar zijn toekomst ligt toch in de punt. Andere sterke punten zijn zijn loopvermogen en zijn werkkracht. Technisch is hij vrij goed, al oogt hij niet altijd elegant. De eerste aanname richting doel, daar is wel nog werk aan. We willen hem ook iets meer uit zijn schulp zien komen. Arne is een wat introverte jongen die nooit zal protesteren tegen een beslissing van de scheidsrechter. Op zich is dat een goede eigenschap, maar af en toe mag je ook wat vuur tonen. Bob Peeters lijkt mij de ideale man om daar verandering in te brengen. Voorlopig verwachten we nog niet dat hij potten breekt bij het eerste elftal.”

‘Veel initiatief’

Marc Van Geersom (coach nationale U19): “Een jongen die opgeleid is bij Racing Genk, maar sinds 2010 in het prinsdom voetbalt. Ik weet niet of dat per se een verbetering is. We hebben de laatste jaren een inhaalbeweging gemaakt in België en onze opleidingen staan tegenwoordig minstens op gelijke voet met de Franse. Yannick is een typische spits, met alle goede en slechte kanten die daarbij horen. Dan heb ik het in de eerste plaats over zijn opportunisme. Zijn probleem is dat hij nog te vaak voor eigen succes gaat, en dan vooral op de verkeerde momenten. Daardoor laat zijn rendement soms te wensen over. Positief is dan weer dat hij veel initiatief neemt. Zeker als hij de combinatie met Thorgan Hazard opzoekt, kan daar prachtig voetbal uit voortkomen. Het valt op dat hij het heel goed oppikt als je hem iets probeert bij te brengen. Je ziet dat hij zichzelf wil ontwikkelen en er alles aan zal doen om de top te bereiken.”

‘Linkse Zidane’

Jean Kindermans (hoofd jeugdopleidingen Anderlecht): ” Adnan Januzaj werd al een tijdje aan de mouw getrokken door verschillende Europese topclubs en jammer genoeg heeft hij de stap gezet naar Manchester United. Anderlecht wilde nochtans heel ver gaan om hem te houden. Of het financiële heeft meegespeeld bij zijn entourage kan ik niet zeggen, de aantrekkingskracht van zo’n topclub zeker wel. Dat soort transfers op jonge leeftijd is alleszins een realiteit waar we mee zullen moeten leven. Adnan is een heel charmante jongen die hier kind aan huis was. Als voetballer kan je hem Zidane met een linkervoet noemen. Hij is niet zo wendbaar, maar ongelooflijk balvast, zijn bal- en lichaamsbeheersing zijn subliem en technisch kon je hem nauwelijks nog iets leren. Veel goals moet je van hem niet verwachten, hij is eerder de speler die de lijnen uitzet. Ik droomde van een Anderlecht met het aanvallende trio Praet-Januzaj- Musonda op het middenveld, zonde dat het er nooit van zal komen. Ik heb er buikpijn van dat hij niet meer bij ons speelt.”

‘De patron’

Jean Kindermans (hoofd jeugdopleidingen Anderlecht): “De scout die Charly Musonda Jr. niet kent, moet dringend ander werk zoeken. Onze jeugdploegen in zijn leeftijdscategorie halen tegenwoordig op elk Europees toernooi minstens de halve finale. Meestal is hij dan nog eens de uitblinker. Barcelona, Manchester City en Real Madrid zouden er veel voor overhebben om hem in te lijven. Gelukkig heeft hij ervoor gekozen om bij ons te blijven. Charly Jr. is vooral technisch een wonderkind. Hij excelleert puur op balgevoel, want fysiek is hij voorlopig nog een lichtgewicht. Daarnaast is hij pijlsnel, infiltreert hij uitstekend en scoort hij vlot. Bij de nationale jeugdploegen is hij ook aanvoerder, al zegt die band op zich niet zo veel. Hij is vooral een natuurlijke leider. Er komt nu heel veel op hem af. Onze voornaamste opdracht als begeleiders bestaat er dan ook in om hem ook op dat vlak heel zorgvuldig te ondersteunen.”

‘Rechtenstudent met techniek’

Marc van Hintum (technisch directeur Willem II): ” Ryan Sanusi heeft de laatste twee jaar onze jeugdopleiding doorlopen en heeft zich daar stelselmatig kunnen ontwikkelen. We hebben hem vorig jaar naar onze tweede ploeg gehaald en daar viel hij zo op dat we hem wel een kans moesten geven in het eerste elftal. Dit seizoen ontpopt hij zich tot basisspeler. Nu staat hij meestal op de rechterflank, al kan hij op meerdere posities uit de voeten. Op termijn zie ik hem eerder naar de 10 doorgroeien. Hij heeft een uitstekend overzicht, is ontzettend balvast en weet zich slim weg te draaien. Geen toeval allicht dat hij de neef is van Moussa Dembélé, aan wie we hier ooit veel plezier beleefd hebben. Een kinderziekte die de jonge Dembélé ook had, is dat hij niet altijd even doelgericht is. Verder is hij een heel stabiele jongen die ook buiten het voetbal mogelijkheden heeft. Het beste bewijs daarvan is dat hij rechten studeert aan de universiteit van Tilburg.”

‘Beslissende flits’

Marc Van Geersom (coach nationale U19): “Hem zien spelen zonder aan Eden te denken? Nee, dat is vrijwel onmogelijk. (lacht) Ik heb ze alle twee gecoacht, en je ziet toch vaak dezelfde trekjes terug. Ze hebben allebei de gave om een gesloten match open te breken met een beslissende flits. Net als zijn broer is Thorgan een aanvallende middenvelder die zowel op de flanken als centraal kan spelen. Ik laat hem daar ook in afwisselen, dat maakt hem haast ongrijpbaar voor de tegenstander. Thorgan is op zijn sterkst met de bal aan de voet, al mist hij die absolute topversnelling die Eden in huis heeft. Hij maakt dat goed door verdedigend iets harder te werken. De komende jaren moet hij in de eerste plaats meer ervaring opdoen en standvastiger worden. Nu zakt hij soms weg in een wedstrijd en dan zie je hem ook niet meer terug.”

‘Eet, drinkt en slaapt voetbal’

David Van Renterghem (assistent-coach nationale U16): ” Andreas Pereira is niet alleen een schitterende voetballer, het is ook een plezier om met hem te werken. Hij is kalm, altijd geconcentreerd en staat open voor kritiek. Die jongen eet, drinkt en slaapt echt voetbal. Eigenlijk kan je zeggen dat hij op jonge leeftijd al een professionele ingesteldheid heeft. Zowel op de 8 als de 10 blinkt hij uit, met een infiltrerend vermogen dat aan Axel Witsel doet denken. Hij heeft een fantastische dribbel, die Braziliaanse toets zal hij wel van zijn vader ( ex-prof Marcos Pereira, nvdr) meegekregen hebben. Niet alleen kan hij op de korte ruimte twee man uitschakelen, hij slaagt er dan ook nog eens in het overzicht te bewaren. Andreas kan met zijn vista ook andere spelers een niveau hoger tillen. Kleine werkpuntjes zijn zijn kopspel en zijn tackles. Ik zie alleen hoopgevende tekens en ik heb begrepen dat Alex Ferguson er ook zo over denkt.”

‘Sierlijke atleet’

Willy Quipor (beloftetrainer Lokeren): ” Jore is een echt jeugdproduct, hij zit al sinds zijn negende bij ons. Het doet dan ook plezier hoe hij zich manifesteert bij de eerste ploeg. Al kent hij nu even een terugslag met een opeenvolging van blessures. Als jonge prof moet je daardoor. Nill De Pauw, met wie ik hem soms vergelijk, heeft hetzelfde meegemaakt op die leeftijd. Met zijn duelkracht komt Jore het best tot zijn recht in de as van het veld, als 6, 8 of eventueel zelfs achter de spitsen. Hij paart zijn atletisch vermogen aan een hele mooie stijl. Zijn grootste talent is vanuit het middenveld oprukken met de bal aan de voet. Veel spelers verkijken zich op zijn snelheid. Hij vertrekt niet zo flitsend, maar eens hij onder stoom raakt, is hij niet meer af te houden. Hij voelt zich dan zo sterk dat hij soms te laat om zich heen kijkt. Dat is, samen met zijn kopspel, nog een werkpunt.”

‘Straatvoetballertje’

Patrick Klinkenberg (coach nationale U17): “Het is geen geheim dat onze nationale ploeg de laatste jaren behoorlijk in de rats zat met haar flankverdedigers. Als Sebastien Locigno zich in dit tempo blijft ontwikkelen, kan hij ooit uitgroeien tot een volwaardige optie op de rechtsachter. Zijn grootste gave is zijn uithoudingsvermogen: hij is schijnbaar onvermoeibaar in zijn rushes langs de flank. Hij kan zijn mannetje zowel op pure snelheid, door vinnige ritmeveranderingen als met een dribbel uitspelen. Seba is ooit begonnen als straatvoetballertje en dat zie je nog terug. Eens in de buurt van de zestien kan hij zowel met voorzetten als met infiltraties dreigen. Koppel zijn loopvermogen aan zijn technische kwaliteiten en je krijgt een rechtsachter met aanvallend potentieel. Sebastien is iemand met een sterk karakter. In die zin is het een jongen die je soms moet afremmen. Maar het betekent ook dat hij initiatief neemt: onlangs stuurde hij nog een e-mail met vragen over spieroefeningen.”

‘Allround topverdediger’

Patrick Klinkenberg (coach nationale U17): “Ik heb zelden een jonge speler gezien die zijn eigen kwaliteiten zo goed kan inschatten. Frederik Spruyt is in mijn ogen een enorm waardevolle verdediger. Je kan hem gelijk waar neerzetten, hij zal zich uit de slag trekken. Niet door flitsend spel, maar door zijn taken op een heel sobere manier uit te voeren. Echt iemand die niet alleen voor zichzelf speelt, maar in dienst van de ploeg kan denken. En in noodgevallen kan hij terugvallen op zijn ongelooflijke duelkracht. In aanvallend opzicht is hij gevaarlijk op stilstaande fases en heeft hij een uitstekende pass in de voeten, wat in onze jeugdopleidingen steeds meer geëist wordt van verdedigers. Wat ik ook sterk vind, is dat hij na afloop van een match in staat is zijn eigen prestaties en die van de ploeg correct in te schatten. Ook bij de tactische bespreking roert hij zich. Als hij iets kan aanbrengen, durft hij zich daarover uit te spreken voor de groep.”

‘Altijd kassa’

Domenico Oliveiri (beloftecoach RC Genk): ” Jan Boskamp is niet de enige die hoog oploopt met Siebe Schrijvers, we weten hoeveel clubs er aan zijn mouw trekken. Als je al op je vijftiende meetraint met de beloften en af en toe zelfs met de A-kern, heb je natuurlijk uitzonderlijke kwaliteiten. Hij is dan ook vroegrijp, niet alleen lichamelijk maar ook mentaal. Siebe is een spits van het moderne type, iemand die niet op zijn klasse teert, maar actief deelneemt aan het spel. Hij is enorm explosief en maakt daar gebruik van om in de rug van de verdedigers te duiken. Niet alleen voor eigen succes, maar ook om ruimte te maken voor anderen. Als Siebe zelf voor doel komt, is het bijna altijd kassa. Hij scoort meestal heel beheerst: hoek kiezen en de bal precies plaatsen waar hij ‘m wil. Hij heeft eigenlijk alles om het te maken. Hopelijk doet hij dat ondanks alle interesse in zijn vertrouwde omgeving. Gelukkig heeft hij een goeie manager en laten zijn ouders zich niet gek maken. Als hij zo verder doet, wacht het eerste elftal.”

DOOR JENS D’HONDT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content